Slechte groei van de planten wordt opgelost door aanbrengen extra drainage. Klacht gegrond.

  • Home >>
  • Groen >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Groen    Categorie: (Ondeugdelijke) uitvoering overeenkomst / ondeugdelijke levering    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Schikking   Referentiecode: 121233

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De ondernemer heeft een tuin aangelegd voor de consument. Het geschil gaat onder meer over de slechte groei van planten. Partijen zijn tijdens de mondelinge behandeling van het geschil alsnog tot een schikking gekomen. De bereikte schikking is daarom in de uitspraak vastgelegd.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Groen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.

De commissie heeft een onderzoek laten doen door de heer [deskundige], die daarvan schriftelijk rapport heeft uitgebracht.

Het geschil is ter zitting behandeld op 15 februari 2019 te Utrecht.

Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 26 januari 2017 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot aanleg van de tuin tegen de daarvoor door de
consument te betalen prijs van € 42.553,44.

De levering en de overeengekomen werkzaamheden vonden plaats op of omstreeks 6 november 2017.

De consument heeft op 26 mei 2018 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.

Partijen waren aanwezig bij mijn onderzoek ter plaatse.

Door de consument is over het volgende geklaagd: de grassen aangebracht in de achterzijde van de tuin slaan niet aan. Ook het kattenkruid en de bomen hebben achterstand in de groei.

Mijn bevindingen en mijn vaktechnisch oordeel over de oorzaak van de klacht(en) zijn de volgende.

Visueel is te zien dat de alle nieuw aangelegde beplanting rechtsachter in de tuin slecht groeit. Alle struiken, inclusief de bomen, vertonen achterstand in de groei. Grondboringen wijzen uit dat onder de teeltaarde een kleilaag aanwezig is, die – gezien vanuit het woonhuis – begint bij -35 cm onder het maaiveld en afloopt naar -50 cm onder het maaiveld, richting de achterkant van de tuin waar de schutting staat (zie toelichting).

Aan de buitenzijde van deze schutting (op grond van de gemeente) ligt de kleilaag weer op ongeveer 30 cm. onder de teeltaarde. Het gevolg is dat regenwater en/of ander overtollig water zich op het diepste punt achterin de tuin, onder de teeltaarde, verzamelt op de niet doorlatende kleilaag. De aanwezige planten staan dan in een drassige teeltaarde en groeien hierdoor slecht.

Door het aanbrengen van een drainage in het plantvak met de bomen en struiken, die het overtollige water afvoert naar de wadi van de gemeente aan de achterzijde van de tuinen, wordt het probleem van slechte groei van bomen en struiken definitief opgelost.

De omvang van de geconstateerde gebreken is opvallend te noemen.

Herstel is technisch mogelijk.

Aanvullend wil ik nog het volgende toelichten:

De consument heeft in 2007, direct na de bouw van het woonhuis, de aanwezige natuurlijke kleilaag in de achtertuin laten afgraven tot ongeveer 50 cm onder het huidige peil van het terras (nu gemeten aflopend van ca. 35 cm naar 50 cm ). Daarna is er goede teeltaarde aangebracht.

Aangezien de tuinen van de buren niet c.q. minder diep afgegraven zijn, en van de rechter buren het afschot van de bestratingen/grondslag richting de tuin van de consument gelegd is, komt al het overvloedige water (regenwater, spoelwater etc.) ook naar het laagst liggende punt van de kleilaag in de tuin van de consument. Doordat de afgraving van de klei alleen heeft plaatsgevonden op hun eigen kavel en de gemeente aan de achterzijde van de tuin maar 30 cm klei heeft afgegraven en vervangen met teeltaarde, is er een badkuip effect ontstaan. De drainage kan uitmonden in het talud van de wadi (een waterafvoerende droge sloot) die aangelegd is door de gemeente, 2 meter uit de achterzijde van de tuinen.

De ondernemer heeft in 2017 de tuin opnieuw aangelegd en heeft alleen bewerkingen uitgevoerd in de teeltaarde. Omdat achterin de oude tuin verhoogde planten bakken stonden, is het probleem van slechte plantengroei er toen niet geweest.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen alsnog overeenstemming bereikt over de wijze waarop het geschil opgelost zal worden. Dit betekent dat de commissie niet toekomt aan een
inhoudelijke beoordeling van het geschil. Volstaan wordt met het hierna vastleggen van de tussen partijen tot stand gekomen schikking.

Omdat in dat vergelijk overeenstemming is bereikt over de nog door de ondernemer uit te voeren werkzaamheden ter oplossing van het door de deskundige geconstateerde afwateringsprobleem probleem, heeft de commissie het verstandig geoordeeld om “de dragende delen” van het rapport van de deskundige hiervoor op te nemen. De weergave van de standpunten van partijen is achterwege gelaten omdat partijen indachtig het door hen getroffen vergelijk daarbij geen belang meer hebben.

Partijen hebben ter zitting uitdrukkelijk verzocht om hun vergelijk vast te leggen in het door de commissie te geven bindend advies.

De commissie legt hier tot slot nog vast dat de ondernemer conform daartoe strekkende afspraak met de branche waarin de ondernemer werkzaam is, geen behandelingskosten is verschuldigd aan het secretariaat van de commissie nu alsnog een schikking ter zitting is bereikt welke is vastgelegd in de uitspraak.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie stelt vast dat partijen ter beslechting van hun geschil alsnog ter zitting het volgende vergelijk hebben getroffen en beslist op verzoek van partijen dienovereenkomstig:

– draagt de ondernemer op om zo spoedig mogelijk de werkzaamheden uit te voeren zoals door hem zijn geoffreerd in de offerte aan de consument van 25 oktober 2018 met nummer 3770/2018/5551;

– stelt vast dat de consument voor die werkzaamheden gehouden is te betalen € 750,– inclusief BTW welk bedrag moet zijn voldaan binnen 14 dagen na oplevering van het resultaat van voormelde werkzaamheden;

– in dit vergelijk is begrepen het door de consument betaalde klachtengeld;

– behoudens het bovenstaande hebben partijen ter zake het aan de commissie voorgelegde geschil over en weer niets meer van elkaar te vorderen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Groen, bestaande uit mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, mr. W. van den Berg en de heer R. Ruijs, leden, op 15 februari 2019.