
Commissie: Centrale Antenne Inrichtingen
Categorie: Signaal
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
CAI07-0286
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de overeenkomst tot levering van televisie-signaal en de daarbij behorende voorwaarden en tarieven. De consument heeft op 8 maart 2007 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Er is mij niets bekend van een overname van mijn abonnement door de ondernemer en ik ben dus ook nooit een overeenkomst met hem aangegaan. De ondernemer voert prijsstijgingen door, terwijl de kwaliteit van de dienst niet wordt verhoogd; ik word overigens ook niet goed over de prijsstijgingen geïnformeerd. Nieuwe abonnees betalen minder dan ik. De ondernemer heeft mij plotseling van levering afgesloten, daar ben ik ook niet mee eens. Ik verlang een contract te ontvangen en een onderbouwing van de prijsstelling van de geleverde diensten. Verder wil ik weer aangesloten worden zonder kosten en tenslotte wil ik dezelfde prijsvoordelen als nieuwe abonnees. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer, zoals ter zitting bevestigd en aangevuld, luidt in hoofdzaak als volgt. De eerdere overname van de dienstverlening, in 2007 gevolgd door facturering in eigen beheer is aan de abonnees persoonlijk schriftelijk toegelicht. Wij betreuren het dat een en ander de consument kennelijk niet heeft bereikt. Het tarief voor de dienstverlening is naar onze mening niet onredelijk; de precieze opbouw daarvan is overigens bedrijfsvertrouwelijk. De reguliere (jaarlijkse) verhoging hangt samen met inflatiecorrectie en doorberekening van externe kosten zoals auteursrechten. De tariefverhoging -waarover de Algemene Voorwaarden helder zijn- wordt altijd in de huis-aan-huis bladen en op de website vermeld. Bijzondere tariefverhogingen bijvoorbeeld bij pakketwijzigingen worden ook direct schriftelijk aan de abonnees medegedeeld. Zoals bekend bestaat er overigens het nodige toezicht op de tariefstelling door OPTA en NMa. De beëindiging van de signaallevering heeft plaatsgevonden op basis van het langer uitblijven van betaling. De voorwaarden voor nieuwe abonnees waaraan de consument refereert betreft een afzonderlijke digitale dienst, welke dus niet zonder meer met zijn abonnement kan worden vergeleken. Wij hebben een schikkingsvoorstel gedaan waarop de consument niet is ingegaan. Een openstaand bedrag (€ 51,32) is desondanks gecrediteerd. Wij zijn – nog steeds – bereid de consument ook in het kader van dit voorstel kosteloos aan te sluiten. De voorwaarde dat hij het geschil intrekt is niet meer relevant. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De overname van de dienstverlening door de ondernemer vond – naar de commissie heeft vastgesteld – plaats in 1999. De ondernemer heeft in 2007 de facturering zelf ter hand genomen. De commissie acht het aannemelijk, gelet op de overgelegde stukken en de verklaringen van de ondernemer, dat over een en ander voldoende informatie aan de abonnees is verstrekt. De consument heeft er voor gekozen zijn CAI-abonnement te handhaven. De contractuele band is daarmee voldoende helder: de ondernemer heeft geleverd en de consument heeft afgenomen en (aanvankelijk) betaald. De commissie acht verder de informatie die de ondernemer verstrekt bij tariefaanpassingen adequaat. Voor de reguliere -geringe- aanpassing aan kostenstijgingen en inflatie is publicatie in de gangbare media zoals door de ondernemer verzorgd voldoende. Grotere c.q. bijzondere aanpassingen worden rechtstreeks aan de abonnees gezonden. De ondernemer kan niet worden verweten dat hij na een zekere periode waarin geen betaling volgde de signaallevering heeft gestaakt. De ondernemer is naar het oordeel van de commissie niet gehouden zijn tariefopbouw nader te specificeren, dat zou strijden met redelijke belangen van de ondernemer om naar eigen inzicht en in het kader van bedrijfsinterne afwegingen zijn prijs te bepalen. Afgezien daarvan is er reeds specifiek overheidstoezicht op de tariefstelling en voorwaarden van kabelexploitanten. Het gedeelte van de klacht dat betrekking heeft op de inhoud van tv-programma’s mist doel. De ondernemer levert infrastructurele diensten en geeft tv-zenders door. Hij is – in principe – niet verantwoordelijk voor de inhoud van de uitzendingen. De klacht is gelet op het voorgaande ongegrond. De commissie is van oordeel dat het aanbod van de ondernemer om een en ander op te lossen (waarbij reeds een bedrag is gecrediteerd en het aanbod om kosteloos tot heraansluiting over te gaan is gehandhaafd) volstrekt adequaat is en ook tijdig is gedaan. Bovendien heeft de ondernemer zijn aanbod tot kosteloze heraansluiting ter zitting nog eens herhaald. De commissie acht het niet aangewezen om dit aanbod in het kader van de beslissing bindend op te leggen; als de consument er gebruik van wil maken zal hij dat binnen een redelijke termijn moeten doen. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. De ondernemer is de consument onverplicht reeds in zijn wens om kosteloos te worden heraangesloten tegemoet gekomen. De consument dient binnen een redelijke termijn (te weten: 14 dagen na verzending van dit bindend advies) aan te geven of hij van het aanbod tot kosteloze heraansluiting gebruik wil maken; daarna zal de ondernemer niet gehouden zijn het aanbod gestand te doen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Centrale Antenne Inrichtingen op 11 maart 2008.