Stallingkosten verschuldigd bij vertraging werkzaamheden consument

De Geschillencommissie




Commissie: Waterrecreatie    Categorie: Kosten    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: WAT97-0002

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst d.d. 16 april 1996. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het ter beschikking stellen van ruimte in een loods alsmede tot het schilderen van de kajuitopbouw tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van maximaal ƒ 2.000,– inclusief BTW.   De consument heeft de klacht op 29 november 1996 voorgelegd aan de ondernemer.   De consument heeft in verband met dit geschil een bedrag van ƒ 525,– niet betaald. Dit bedrag is overeenkomstig het reglement bij de commissie gedeponeerd.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak.   De consument acht het niet juist dat hem stallingskosten in rekening worden gebracht. De consument kan zich vinden in betaling van f 2.883,51 inclusief BTW. Er is hem echter f 3.408,51 in rekening gebracht. Het schip heeft in de loods gestaan van 16 september 1996 tot 25 november 1996. Het is aan de ondernemer te wijten dat het schip zo lang in de loods heeft gestaan. De consument geeft hier verscheidene voorbeelden van. Er kon bijvoorbeeld alleen op vrijdag of zaterdag worden geschilderd, en er was sprake van onjuiste en te late bestellingen van materialen.   Bovendien is de consument niet tevreden met de kwaliteit van de door de ondernemer verrichte werkzaamheden. De anti-sliplaag is bijna verdwenen.   De consument kan zich niet vinden in het rapport van de deskundige. De deskundige had tijdens zijn onderzoek niet eens zijn zonnebril afgezet (het was mooi zonnig weer), en praatte mee met een assistent van de ondernemer, die zelf niet aanwezig was.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak.   De ondernemer brengt normaal gesproken geen stallingkosten in rekening als hij zelf een opdracht uitvoert. In dit geval heeft de consument echter het merendeel van de werkzaamheden zelf uitgevoerd, en de ondernemer slechts ingeschakeld om de boot af te schilderen.   De werkzaamheden van de consument hebben belangrijk meer tijd in beslag genomen dan hij had verwacht. De door de ondernemer te verrichten werkzaamheden duren normaal gesproken twee weken, hetgeen niet is doorberekend in de stallingkosten.   De ondernemer ontkent dat zijn werkzaamheden vertraging hebben opgelopen:   er is ook door de week geschilderd, zij het dat ook ten behoeve van andere klanten gewerkt moest worden; de consument was niet tevreden met de kleurstelling van de verf, hetgeen echter niet tot vertraging leidde omdat er toch overheen moest worden geschilderd; ramen waren door leveranciers beschadigd en zijn opnieuw besteld; de consument was toen echter nog volop aan het voorbereiden.   Het normale stallingtarief per week bedraagt f 250,- per week. De ondernemer heeft aan stallingkosten voor zeven weken F 525,- (f 446,81 exclusief BTW,) in rekening gebracht. Dit is f 75,- per week.   Het verdwijnen van het wafelmotief is te wijten aan de voorbereidende werkzaamheden van de consument. De ondernemer heeft slechts schilderwerkzaamheden uitgevoerd.   Deskundigenrapport   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld:   Door de deskundige zijn de volgende klachten onderzocht: a. ten aanzien van: stallingkosten; b. ten aanzien van: reparatie c.q. onderhoud.   Bevindingen Tijdens het onderzoek stond het vaartuig op het terrein van [een jachthaven].   De consument heeft in april 1996 bij de ondernemer ruimte in de loods gereserveerd voor een periode vanaf begin september 1996 tot einde werkzaamheden. Deze werkzaamheden zijn hoofdzakelijk door de consument uitgevoerd. Dat wil zeggen alle voorbereidende werkzaamheden voor het schilderwerk van dek en opbouw. De consument is er onterecht vanuit gegaan dat ruimte in de loods geen c.q. extra kosten voor hem zou meebrengen. Doch hij had, indien hij de voorwaarden van de ondernemer goed gelezen had, kunnen weten dat dit niet zo was omdat de meeste werkzaamheden door hem zelf zouden worden uitgevoerd.   Het stallingtarief voor boten in de loods is circa ƒ 12,50 per m2 per week. Het stallingtarief buiten op het terrein is circa ƒ 4,50 per m2 per week. Dus extra kosten om in de loods te staan ƒ 8,– per m2 per week. Oppervlak [schip] is 17 m2. Het volle tarief voor [het schip] in de loods zou zijn 7 x 17 x 12,50 = ƒ 1.487,50 (inclusief BTW). Voor meerkosten binnen zou berekend kunnen worden 7 x 17 x 8,– = ƒ 952,– inclusief BTW). Berekend werd echter ƒ 446,81 (exclusief BTW) of ƒ 525,– (inclusief BTW). Dat wil zeggen dat circa 55% van het verschil tussen het “buiten-“en “binnen”tarief in rekening werd gebracht.   Ter voorbereiding van het schilderwerk van dek en opbouw zou de consument ramen en beslag verwijderen, en de opbouw, dek en kuip schuren. Het aanbrengen van de verflagen zou door personeel van de ondernemer geschieden voor het tarief ƒ 62,50 per uur exclusief BTW met een maximum van ƒ 2.000,– inclusief BTW dat wil zeggen circa 27¼ uur. Aan het schilderwerk werd door de ondernemer in totaal 31,5 uur besteed. Voor garantiewerk werd 6 uur in mindering gebracht, zodat in totaal 25,5 uur in rekening werd gebracht.   Voor het schuurwerk van dek en opbouw werd door de consument Scotch Brite en schuurpapier P180 gebruikt. Tijdens het onderzoek op 8 april bleek dat de consument veronderstelde dat Scotch Brite niet schuurde doch uitsluitend diende voor het schoonmaken van de gelcoat van het dek, opbouw en kuip. Op enkele plaatsen bleek door het schuren het wafeltjespatroon van de zittingen van de kuipbanken vrijwel verdwenen.   Ook door het schilderen van dek, kuip en opbouw was het wafeltjespatroon nog verder verdwenen. Het wafeltjespatroon leek daardoor gladder aan te voelen dan voorheen.   De echtgenote van de consument, zo deelde de consument de deskundige mede, had angst voor het mooie glimmende oppervlak van dek, opbouw en kuipbankzittingen. Zij was bang uit te glijden op dit “gladde” oppervlak.   Het technisch oordeel over de oorzaak van de klacht Het enigszins verdwijnen van het antislipprofiel van het oppervlak van dek, opbouwdak en kuipbankzittingen is een logisch gevolg van de behandeling. Dat wil zeggen 2 x schuren en schilderen. Hoewel het schilderwerk vrij dun werd uitgevoerd, zal de verf toch de neiging vertonen in de laag gelegen delen van het profiel te zakken. Hierdoor zal het oppervlak wat gladder lijken en aanvoelen. Door de leeftijd van [het schip] (circa 17 jaar of meer) zal het wafeltjesprofiel al voor de behandeling enigszins afgesleten en verweerd zijn geweest.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen:   De stallingkosten De commissie acht aannemelijk dat het schip langer in de loods van de ondernemer heeft gestaan, dan op grond van de aard van de door de consument te verrichten werkzaamheden in redelijkheid nodig was. De commissie neemt daarbij in acht dat de consument weerspreekt dat hij slechts in weekends werkte door te stellen dat hij gemiddeld twee tot drie dagen per week werkte, hetgeen volgens de commissie niet veel meer dan een weekend is.   Nu het schip van de consument langer in de loods heeft gestaan dan nodig was, acht de commissie het gerechtvaardigd om daarvoor stallingkosten in rekening te brengen. Een aanknopingspunt daarvoor biedt artikel 10, derde lid, van de toepasselijke [branche]-voorwaarden, dat de ondernemer het recht geeft om de extra kosten in rekening te brengen die voortvloeien uit onderbrekingen in de werkzaamheden die niet aan de ondernemer zijn toe te rekenen. Daarbij komt dat de consument ongerechtvaardigd zou worden verrijkt , indien hij geen stallingkosten zou hoeven te betalen. Stalling in een loods kent immers een economische waarde.   Vorenstaande neemt overigens niet weg dat het naar het oordeel van de commissie zorgvuldiger zou zijn geweest van de ondernemer, indien hij de consument van tevoren medegedeeld zou hebben dat hij stallingkosten in rekening zou gaan brengen bij overschrijding van de termijn waarbinnen de werkzaamheden plaats konden vinden. Daar staat echter tegenover dat de ondernemer reeds coulance heeft betracht door beduidend minder stallingkosten in rekening te brengen dan hij blijkens zijn tarievenlijst gewoon is te doen.   Het verdwijnen van het wafeltjespatroon   De commissie onderschrijft de bevindingen van de deskundige, die overigens niet gemotiveerd worden weersproken, dat hier geen sprake is van een tekortkoming die aan de ondernemer kan worden toegerekend.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Het depotbedrag van ƒ 525,– wordt aan de ondernemer overgemaakt.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie op 3 september 1997.