Commissie: Energie
Categorie: Installatie
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
48456
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft schade rond energielevering. De consument heeft de klacht op 31 maart 2010 aan de ondernemer voorgelegd. Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument, uitgebreid gemotiveerd, luidt in hoofdzaak als volgt. De CV installatie van de consument is defect geraakt na een stroomonderbreking. De consument houdt de ondernemer daarvoor verantwoordelijk, nu er waarschijnlijk sprake is geweest van piekspanning bij het inschakelen na de stroomonderbreking. De schade valt niet binnen het onderhoudscontract dat de consument heeft; de monteur die de reparatie uitvoerde heeft aangegeven, dat de schade is veroorzaakt door de stroomonderbreking. De consument verlangt een vergoeding van € 330,28. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Apparatuur dient bestand te zijn tegen het opnieuw inschakelen van stroomvoorziening na een storing, ook al zou dat gepaard gaan met een geringe piekspanning. Bij de spanningsonderbreking die de consument als oorzaak van de schade noemt zijn circa 2.700 huishoudens betrokken geweest. Toch is geen enkele klacht buiten die van consument naar voren gekomen. Dat onderstreept de stelling van de ondernemer dat bij het opschakelen na de storing geen bijzonderheden hebben plaatsgevonden. Dat een servicemonteur stelt dat de schade is veroorzaakt door de stroomonderbreking acht de ondernemer niet doorslaggevend. De ondernemer bestrijdt overigens de omvang van de gestelde schade. De ondernemer acht de klacht ongegrond. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. In het algemeen kan worden gesteld dat apparatuur bestand moet zijn tegen in- en uitschakelen van stroomvoorziening. Alleen bijzondere spanningpieken die kunnen optreden bij het opnieuw inschakelen van de stroomvoorziening kunnen leiden tot een situatie waarbij een netbeheerder aansprakelijk is voor schade. Daarvan is hier niet gebleken. Weliswaar had de ondernemer er goed aangedaan de Nestormelding en eventuele rapportage van het inschakelproces over te leggen. De commissie stelt echter vast dat noch bij de consument noch bij andere betrokken afnemers verdere schade is ontstaan. Daarmee is redelijk aannemelijk dat er geen bijzonderheden bij het inschakelen zijn voorgevallen. De klacht is gelet op het bovenstaande ongegrond en de commissie komt daarmee niet toe aan een beoordeling van de omvang van de schade. Gelet op het bovenstaande beslist de commissie als volgt. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 16 mei 2011.