Tarief gasverbruik kan verschillen door omrekening van werkelijk gebruik naar standaard jaarverbruik

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Kosten    Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 9563/16411

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument vindt dat de ondernemer te hoge netbeheerkosten voor gas in rekening brengt. Volgens de consument is zijn standaard jaarverbruik (SJV) minder dan 4000 m3 gas per jaar, terwijl de ondernemer een tarief rekent voor SJV meer dan 4000 m3. Dat voor de consument een hoger tarief wordt gehanteerd dan het werkelijk afgenomen verbruik, heeft te maken met de omrekening van het afgenomen verbruik naar het SJV. De consument heeft op de eindnota van 2019 een werkelijk gasverbruik van 3817 m3 afgenomen. Het SJV is het werkelijke verbruik dat gecorrigeerd is met een variabele factor. Aangezien het verbruik van de consument rond de 4000 m3 schommelt, kan het zijn dat door de factor in de ene periode het SJV wordt berekend in de categorie 500-4000 m3 en de volgende periode in de categorie boven de 4000 m3. De ondernemer stelt dat hem niets te verwijten valt, aangezien de netbeheerder de kosten berekend en niet de leverancier. De commissie onderschrijft het standpunt van de ondernemer. Het is niet gebleken dat de netbeheerder de netbeheerderskosten op een onjuiste manier heeft berekend. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft netbeheerkosten voor gas.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Mijn leverancier voor gas brengt mij te hoge netbeheerkosten in rekening voor gas, namelijk het CAP tarief wat hoort bij een standaard jaarverbruik (sjv) van meer dan 4000 m3. Mijn jaarverbruik is minder dan 4000 m3 gas /jaar al sinds enkele jaren, wat blijkt uit mijn facturen, gebaseerd op feitelijke meterstanden met een verbruiksperiode van 360 dagen waarin de volledige maanden januari en februari zitten.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Netbeheerkosten
De energieleverancier brengt de netbeheerderskosten namens de regionale netbeheerder in rekening. De energieleverancier draagt vervolgens de in rekening gebrachte bedragen af aan de desbetreffende netbeheerder. Hoe hoog het bedrag is dat de consument via de energienota betaalt, is louter afhankelijk van de aansluiting en verbruik. Voor gas hebben de meeste huishoudens een G4 of G6 aansluiting. Hoe groter de aansluiting, des te meer de consument aan netbeheerkosten verschuldigd is. De netbeheerder bepaalt per type aansluiting en verbruik de netbeheerkosten in die desbetreffende regio. Een en ander gebeurt in overeenstemming met de Informatiecode Gas en conform de richtlijnen van de Autoriteit Consument & Markt (ACM/toezichthouder).

Werkelijk verbruik en tarief
Dat de consument voor een hoger tarief wordt aangeslagen dan het werkelijk afgenomen verbruik, heeft puur te maken met de omrekening van het afgenomen verbruik naar Standaardjaarverbruik (SJV). Bij de omrekening van het SJV bepaalt de netbeheerder het verwacht jaarverbruik in een bepaalde periode op basis van een ‘normale’ winter, en de te berekenen tarieven.

Zo heeft de consument op de eindnota van 2019 een werkelijk gasverbruik van 3.817 m3 afgenomen. Het SJV betreft het werkelijke verbruik dat is gecorrigeerd met een variabele factor. Deze factor is afhankelijk van o.a. temperatuur, volume en druk. Door deze factor kan het SJV hoger zijn dan het werkelijke verbruik. Aangezien het verbruik van de consument rond de 4000 m3 schommelt, kan het zijn dat door de factor in de ene periode het SJV wordt berekend in de categorie 500-4000 m3 en de volgende periode in de categorie boven de 4000 m3.

Wij hebben ook navraag gedaan bij de netbeheerder over de berekening van het SJV. Per deelperiode wordt het SJV berekend. De netbeheerkosten worden dan ook per periode berekend. Dit is zuiverder, want anders berekent de leverancier, indien tussentijdse standen bekend zijn, het hele jaar door een te hoog of te laag tarief.

Op zijn eindnota is de consument voor netbeheerkosten afgerekend op basis van de volgende categorieën standaardjaarverbruik:
• – 08-07-2018 tot 01-10-2018: 500-4000 m3
• – 01-10-2018 tot 07-06-2019: meer dan 4000 m3
• – 07-06-2019 tot 03-07-2019: 500-4000 m3
• – 03-07-2019 tot 09-07-2019: meer dan 4000 m3
– SJV 3946 m3 – SJV 4122 m3 – SJV 3903 m3 – SJV 4265 m3.

Het SJV wordt aangepast als een werkelijke stand bij de netbeheerder bekend wordt. Op 1 oktober 2018 heeft de netbeheerder de stand opgenomen. Op basis van deze stand is automatisch een SJV van 4122 m3 vastgesteld.
Het SJV is per 7 juni 2019 door de netbeheerder handmatig aangepast naar 3903 m3. Hiervan heeft de consument een bevestiging ontvangen van de netbeheerder.

Op 2 juli 2019 heeft de consument een nieuwe werkelijke stand doorgegeven waardoor het SJV automatisch is aangepast naar 4265 m3.

Zoals eerder vermeld, hanteert de netbeheerder bij een verwacht gasverbruik van meer dan 4000 m3 per jaar een ander tarief dan bij een verbruik tussen 500 – 4000 m3 verbruik. Wij kunnen derhalve op verzoek van de consument de berekende netbeheerkosten niet aanpassen en terugbetalen. De berekende kosten liggen buiten de invloedsfeer van de leverancier. De commissie heeft in die zin ook al eerder uitspraken gedaan (referentie 119079/122303).

Conclusie
Gelet op het bovenstaande kan gesteld worden dat de ondernemer niets te verwijten valt. De ondernemer verzoekt daarom uw commissie de klacht ongegrond te verklaren.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting onderschrijft de commissie het standpunt van de ondernemer. Het is de commissie niet gebleken dat de netbeheerder op onjuiste wijze uitvoering heeft gegeven aan de berekening van de netbeheerderskosten. Het capaciteitstarief wordt telkenmale berekend bij het bekend worden van de meterstand, waardoor het kan voorkomen dat de consument niet altijd in eenzelfde tariefklasse wordt ingedeeld. De systematiek staat niet toe dat het tarief uitsluitend gebaseerd wordt op werkelijke jaarverbruiken. Uitgangspunt is te verwachten jaarverbruik uitgaande van een peildatum. Uit het verweerschrift blijkt dat de consument daardoor niet steeds in eenzelfde klasse valt.
De commissie merkt op dat de ondernemer in dezen uitsluitend optreedt als doorgeefluik van de netbeheerder. Consumenten dienen klachten echter in te dienen tegen de leverancier met wie zij een leveringscontract hebben. De leverancier heeft slechts zeggenschap over de bedragen die in rekening worden gebracht op basis van de geleverde energie in combinatie met de daarvoor tussen de consument en de leverancier afgesproken tarieven en niet over netbeheerkosten en belastingen.

Tenslotte wordt opgemerkt dat de commissie niet bevoegd is uitspraak te doen over het tarief van de netbeheerderskosten zelf. De klacht treft geen doel.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. D.J. Buijs, voorzitter, de heer mr. SJ.S. Bakker, de heer drs. L. van Rootselaar, leden, op 9 maart 2020.