Commissie: Energie Zakelijk
Categorie: Betaling
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
ENE10-0070
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de tariefstelling na verlenging van een leveringsovereenkomst.
De klager heeft de klacht in oktober 2008 aan het bedrijf voorgelegd.
Een bedrag van € 17.486,81 is door de klager onbetaald gebleven en in depot gestort. Standpunt van de klager De klager heeft in hoofdzaak – gemotiveerd – gesteld dat de overeenkomst tot energielevering met het bedrijf tijdig is opgezegd. Deze opzegging zou niet ontvangen zijn. De verlenging van de overeenkomst ging vervolgens gepaard met een buitensporige verhoging van het tarief, als gevolg van een nieuwe berekeningssystematiek. De klager stelt dat het bedrijf wel het tarief mag aanpassen, maar daarbij niet zelfstandig een afwijkende systematiek mag toepassen; verder dient de resulterende prijs marktconform te zijn. Nu heeft het bedrijf de prijzen op [erkende effectenbeurs] gebaseerd en niet zoals in het voorlopende contract op vaste tarieven. De klager verlangt gelet op de gang van zaken een nieuwe berekening van het tarief op basis van de tussen partijen voorheen overeengekomen berekeningsmethode (dus vaste prijzen). De schade van de klager is € 33.387,79 aan teveel betaalde energiekosten; verder is een bedrag aan € 6.811,56 aan rechtsbijstand besteed (noot commissie: in de ter zitting overgelegde pleitaantekeningen is een bedrag van € 256.811,56 genoemd, de commissie gaat er vanuit dat dit een verschrijving is, gelet op de bijgevoegde bijlage). Ook de adviseur van de klager heeft reeds € 3.195,75 aan kosten voor de geschillenprocedure besteed. Standpunt van het bedrijf Het bedrijf heeft gemotiveerd in hoofdzaak het volgende gesteld. Een opzeggingsbrief is niet ontvangen. Daarover is uitgebreid contact geweest met de klager, althans met diens energieadviseur. Deze leek ook te erkennen dat er geen opzeggingsbrief was verstuurd. Ook heeft het bedrijf intensief onderzoek van ontvangen correspondentie gedaan, waarbij geen brief is aangetroffen. De overeenkomst is dus terecht verlengd. Prijsaanpassing van de overeenkomst is toegestaan, daarover zijn partijen het eens. De prijsafspraken en de berekeningswijze zijn bij de aanvang van de overeenkomst vastgesteld. Nu bij de verlenging niet opnieuw wederzijds is gesproken over prijsvaststelling (een en ander is immers stilzwijgend gebeurd) heeft het bedrijf in redelijkheid een nieuwe prijs vastgesteld, rekening houdend met inkoopprijzen over een langere periode en gebruikelijke opslagen. Kern van de tariefstelling is de [erkende effectenbeurs] prijs welke een uitstekende basis is voor een marktconforme prijsstelling. De schade van de klager acht het bedrijf niet onderbouwd, voor zover deze al gevorderd wordt. Voor zover de schade nader wordt gevorderd en onderbouwd, stelt het bedrijf dat deze vordering onjuist is. Het bedrijf ziet geen aanleiding de rekening te matigen en verlangt betaling van de uitgebrachte rekeningen. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De klager heeft niet aannemelijk gemaakt (bijvoorbeeld door een verzendbewijs of kopie van de brief), dat tijdig opzegging van de leveringsovereenkomst heeft plaatsgevonden. De overeenkomst is dus verlengd. Dat vervolgens een prijsaanpassing mocht plaatsvinden staat tussen partijen vast. De berekeningswijze van het bedrijf acht de commissie niet onredelijk. In de gekozen systematiek, met de [erkende effectenbeurs] prijzen als uitgangspunt, zijn de schommelingen in de inkoopprijzen redelijk afgedekt, met goede en kwade kansen in zekere mate verdeeld. De commissie merkt op dat het prijsbeleid – zoals ook ter zitting toegelicht – niet steeds volledig te volgen is. De precieze verdere opbouw van het tarief met opslagen en dergelijke behoeft het bedrijf echter niet volledig bloot te geven: daarin zitten immers ook commerciële en andere bedrijfseigen overwegingen besloten. Voor zover al relevant, is niet komen vast te staan, dat de door het bedrijf gehanteerde tarief niet marktconform zou zijn. Een dergelijke term is overigens door zijn onbepaalde aard als norm niet goed hanteerbaar in deze uitwisseling. De klacht is gelet op het bovenstaande ongegrond. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de klager verlangde wordt afgewezen. Het depotbedrag wordt aan het bedrijf uitgekeerd. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 1 maart 2011.