Te laag voorschot; consument blijft verplicht te betalen voor afgenomen verbruik.

  • Home >>
  • Water >>
De Geschillencommissie




Commissie: Water    Categorie: Betaling    Jaartal: 2012
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: ENE06-0534

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft het in rekening brengen van te lage voorschotten.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument stelt dat de ondernemer ten onrechte een hoge jaarafrekening heeft gezonden. Dat deze hoog is uitgevallen is aan zijn eigen toedoen te wijten omdat er te lage voorschotten in rekening zijn gebracht. De consument is niet bereid de nota te voldoen; de helft zou redelijk zijn.

Standpunt van de ondernemer

Het is juist dat bij het vaststellen van een nieuw voorschot bedrag een fout is gemaakt. Het was de bedoeling het voorschotbedrag van € 40,– per maand te verhogen naar € 48,– per maand. In plaats daarvan is aan de consument slechts € 8,– per maand in rekening gebracht.
Nu de consument het uiteindelijk in rekening gebrachte water daadwerkelijk heeft verbruikt is zij gehouden de daarmee samenhangende kosten te betalen. Uit coulance is de ondernemer bereid om genoegen te nemen met een royale betalingsregeling van bijvoorbeeld 12 maanden.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Uitgangspunt is dat de consument dient te betalen voor de nutsvoorzieningen die door haar worden afgenomen. Voorschotbedragen die door de ondernemer in rekening worden gebracht, dienen er onder meer toe om te bewerkstelligen dat de consument aan het eind van het verbruiksjaar niet wordt geconfronteerd met hoge naheffingen (of terugbetalingen). Bij de vaststelling van het voorschot wordt met name rekening gehouden met het verwachte verbruik van de consument, al dan niet op basis van historische gegevens. Daarbij is bovendien sprake van een inschatting en niet van een exact bedrag.

Dit brengt mee dat een te laag voorschotbedrag er niet toe kan leiden dat de verplichting van de consument om te moeten bijbetalen, indien het saldo op basis van het verbruik hoger is dan het totaal van de voorschotbedragen, zou komen te vervallen.

Vast staat dat in het onderhavige geval een fout is gemaakt bij de vaststelling van het voorschotbedrag en dat door het wegvallen van een cijfer een te laag voorschotbedrag is vastgesteld. Daardoor is het totaal van de door de consument betaalde voorschotbedragen niet toereikend geweest voor het verbruik dat de consument in de betreffende periode heeft gehad. Die fout mag door de ondernemer echter worden hersteld. Weliswaar moet worden erkend dat de consument door de fout van de ondernemer wordt geconfronteerd met een naheffing, maar vast staat dat die naheffing is verschuldigd, nu de omvang van het verbruik door de consument niet wordt bestreden.

Het feit dat die naheffing voor de consument als een onaangename verrassing komt, wordt naar het oordeel van de commissie voldoende gecompenseerd door de betalingsregeling die door de ondernemer is aangeboden. Op grond van het vorenstaande dient de consument derhalve het ontstane negatieve saldo bij te betalen, zij het dat de commissie de ondernemer zal houden aan het gedane aanbod om dit saldo in twaalf termijnen af te betalen.
De klacht is echter ongegrond.

Beslissing

Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water op 19 juni 2006.