Tegenvallende boekingsresultaten geen gewichtige omstandigheid voor rechtvaardiging wijziging overeenkomst door reisorganisator.

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: Beëindiging    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI04-2331

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 2 juni 2004 via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een pakketreis voor twee personen naar Santa Lucia in Cuba met verblijf in een hotel op basis van all inclusive, voor de periode van 24 juli 2004 tot en met 8 augustus 2004 voor de som van € 2.848,–.
Klager heeft op 16 juli 2004 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator.

Standpunt van klager

Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.

Twee weken voor het vertrek van klager werd door het boekingskantoor gemeld dat de reisorganisator de reis had geannuleerd. Er zouden onvoldoende accommodaties zijn verkocht. Het alternatief dat vervolgens werd aangeboden was niet gelijkwaardig. Het bevond zich aan de andere kant van Cuba waar niet de mogelijkheden om te duiken aanwezig zijn, die wel op de oorspronkelijke plaats van bestemming te vinden zijn. Die duikfaciliteiten waren juist voor klager de reden geweest om de reis te boeken. Uiteindelijk kon klager met Hotelplan toch de gewenste reis maken naar Santa Lucia; doordat klager op het laatste moment moest boeken waren de kosten van zowel de vliegtickets als het hotel aanzienlijk hoger. De reisorganisator heeft om economische redenen de reis geannuleerd. De reisvoorwaarden staan dat echter niet toe en de reisorganisator is dan ook aansprakelijk voor de schade.

De schade bestaat uit een bedrag van € 2.193,– bestaande uit het prijsverschil tussen het arrangement dat door de reisorganisator is opgezegd en het alternatief dat klager heeft kunnen boeken groot € 1.658,–; € 300,– voor twee opgenomen vakantiedagen om de vakantie veilig te stellen en € 235,– voor het inschakelen van een juridisch adviseur.

Klager stelt niet tevreden te zijn met het door de reisorganisator gedane aanbod d.d. 30 november 2004, maar verlangt een hogere vergoeding, te weten € 2.193,–.

Standpunt van de reisorganisator

Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.

De reisorganisator heeft de reis wegens gewichtige omstandigheden geannuleerd. De reis werd geannuleerd in verband met tegenvallende boekingsresultaten. Het besluit is pas in juni genomen, relatief kort voor het vertrek van klager, omdat de verwachting bestond dat de boekingen voor de bestemming zouden aantrekken. Aan klager kon geen goed alternatief worden geboden en daarom is de boeking geannuleerd. Ter compensatie van de teleurstelling van en het ongemak voor klager is hem een vergoeding aangeboden bestaande uit de helft van de door klager betaalde meerprijs.
Het staat klager vrij een juridisch adviseur in te schakelen, maar de kosten daarvan dient hij zelf te dragen. Nu niet is aangetoond dat klager schade heeft geleden door het opnemen van vrije dagen, dienen ook die kosten voor zijn rekening te blijven.

De reisorganisator heeft d.d. 30 november 2004 een vergoeding aangeboden van € 838,50.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Anders dan de reisorganisator kennelijk meent, is de commissie van oordeel dat tegenvallende boekingsresultaten niet kunnen worden aangemerkt als gewichtige omstandigheden als vermeld in artikel 11 van de ANVR reisvoorwaarden. Bedrijfseconomische argumenten als deze zijn geen omstandigheden die van zodanige aard zijn, dat verdere gebondenheid van de reisorganisator aan de overeenkomst in redelijkheid niet kan worden gevergd.
De commissie neemt hierbij in aanmerking dat niet aannemelijk is geworden dat zich een situatie als bedoeld in artikel 10 van de ANVR reisvoorwaarden heeft voorgedaan; gesteld noch gebleken is dat in enige publicatie over de reis is vermeld dat de reisorganisator de reis kon opzeggen indien het aantal aanmeldingen kleiner zou zijn dan het vereiste minimum. De wijziging van de overeenkomst, die tussen de reisorganisator en klager tot stand is gekomen, dient aan de reisorganisator te worden toegerekend en de reisorganisator is gehouden de uit de wijziging voortvloeiende schade voor klager voor zijn rekening te nemen.
De door klager geleden schade is het bedrag dat klager extra heeft moeten betalen om de reis te kunnen maken en wordt begroot op de gestelde € 1.658,–.

Met de reisorganisator is de commissie van oordeel dat de kosten voor een juridische adviseur en de vrije dagen voor rekening van klager dienen te blijven. Krachtens artikel 21 van het Reglement Geschillencommissie Reizen komen de kosten van de behandeling van het geschil in beginsel voor eigen rekening. Hierbij merkt de commissie op dat niet aannemelijk is geworden, dat het inwinnen van juridisch advies en het opnemen van vrije dagen, om een alternatieve reis te kunnen boeken, noodzakelijk is geweest, terwijl evenmin aannemelijk is geworden dat de in dit verband gestelde schade werkelijk is geleden.

De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 1.658,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 60,– aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 205,–.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 17 december 2004.