Commissie: Bouw-en afbouwmaterialen
Categorie: Ondeugdelijke levering / (non-)conformiteit
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
55382
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een in juni 2010 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van 8 binnendeuren tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 6.725,04. De overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks 6 juli 2010. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument, verwoord door diens vertegenwoordiger, luidt in hoofdzaak als volgt. De consument heeft in juni 2010 een achttal binnendeuren bij de ondernemer gekocht. Deze deuren zouden afgelakt afgeleverd worden in een matte uitvoering in de door de consument gewenste kleur. De consument was ermee bekend dat de lakafwerking niet van hoogwaardige kwaliteit zou zijn, de consument heeft dit ook zo geaccepteerd. Na levering van de deuren bleek echter dat transportschade was ontstaan. Doordat de deuren op elkaar hadden gelegen was de matte lak op plekken waar de deuren elkaar raakten, glanzend geworden. De fabrikant heeft deze schade erkend en heeft een achttal nieuwe binnendeuren voor de consument besteld. Na vier maanden zijn de nieuwe deuren geleverd bij de consument, helaas heeft de consument ook nu weer dezelfde klachten geconstateerd en hierover gereclameerd hij de ondernemer. Deze keer wijst de ondernemer de klacht van de hand omdat hij van mening is dat lichte vegen en vlekjes een reclamatie niet kunnen rechtvaardigen. De consument wenst nogmaals te benadrukken dat hij bekend was met het gegeven dat de lakafwerking niet van hoogwaardige kwaliteit zou zijn, maar de kwaliteit van de lakafwerking is iets anders dan de transportschade die is ontstaan door het schuren van de deuren tegen elkaar. Het product voldoet niet aan de eigenschappen die hij op grond van de overeenkomst mag verwachten, de deuren zijn non-conform. De deuren dienen dan ook vervangen te worden. Hoewel de consument juridisch gezien recht heeft op vervanging wenst hij de ondernemer niet onnodig op kosten te jagen. Hij stelt dan ook voor dat de ondernemer op eigen kosten de deuren opnieuw spuit, daarmee kan de schade namelijk hersteld worden. Daar de kosten van herstel niet bij de consument in rekening mogen worden gebracht dient de ondernemer ook de kosten voor (de)montage voor eigen rekening te nemen. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Nadat de tweede serie deuren geleverd zijn is aan de consument per mail (nogmaals) bevestigd dat voor de koop de kwaliteit van aflakken is besproken. Omdat deze deuren verscheept worden voert [de leverancier] deze bewerking normaliter niet uit. De lichte vegen/vlekjes welke hier en daar te zien zijn en die om wat voor reden dan ook ontstaan zijn, zijn dan ook onderdeel van de beperkte kwaliteit van het aflakken en vormen dus ook geen reden tot reclamatie. In diezelfde mail is ook kenbaar gemaakt dat zowel de leverancier als wij de klacht en het verzoek van creditering van de in rekening gebrachte kosten afwijzen. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld. 1. De tweede levering deuren is in de woning aanwezig: één deur is geplaatst en de andere deuren zijn in de kelderbox van de woning opgeslagen. 2. Op de geplaatste deur zijn, met strijklicht en onder een hoek gekeken, glanzende plekken te zien. 3. Op de in de kelderbox opgeslagen deuren zijn onder een hoek bekeken, ook plekken te zien: bij alle deuren zitten de plekken op dezelfde plaatsen. 4. De laklaag op de deuren is keurig aangebracht, de schade is ontstaan door het transport. 5. Bij frontzicht zijn de plekken niet zichtbaar. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie neemt de bevindingen en conclusies van de deskundige over en maakt deze tot de hare. Mede gelet daar op is de commissie van oordeel dat de tekortkomingen aan de deuren van dermate ondergeschikt belang zijn dat dit niet tot enig rechtens relevante klacht kan leiden. Daarmede ligt de klacht reeds tot afwijzing gereed. Voorst overweegt de commissie dat de verhouding tussen de ondernemer en de (destijdse) aandeelhouder niet terzake doet waar uit de offerte blijkt dat er (slechts) een relatie bestaat tussen de ondernemer en de consument. Voor wat betreft de levering van de deuren. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Bouw- en Afbouwmaterialen op 27 oktober 2011.