Ten onrechte geen verweer gevoerd tegen eisvermeerdering, toekennen van schadevergoeding.

  • Home >>
  • Advocatuur >>
De Geschillencommissie




Commissie: Advocatuur    Categorie: Tekortkoming in de uitvoering opdracht    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 41914

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de kwaliteit van dienstverlening van de advocaat ter zake van zijn bijstand in een civielrechtelijk geschil en de door de cliënt gevorderde schadevergoeding.   Standpunt van de cliënt   Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het betoog van de cliënt op het volgende neer.   De cliënt heeft aangevoerd dat zonder zijn medeweten de advocaat belangrijke beslissingen heeft genomen. Bovendien heeft de advocaat een beroepsfout gemaakt; de advocaat heeft verzuimd verweer te voeren tegen de vermeerdering van eis in reconventie van de wederpartij. Door dit verzuim is de cliënt genoodzaakt geweest alsnog een nieuwe rechtszaak te beginnen. De kosten hiervan hadden voorkomen kunnen worden. Ondanks dat de cliënt op toevoeging procedeerde, heeft de advocaat om een extra vergoeding voor meerwerk gevraagd. De advocaat heeft hetgeen de wederpartij vertelde niet bij de cliënt geverifieerd. Ook heeft de advocaat niet of veel te laat geantwoord op vragen van cliënt. Nadat de cliënt aan de advocaat kenbaar had gemaakt dat hij een klacht wilde indienen, heeft de advocaat te kennen gegeven dat hij alleen nog maar wat voor de cliënt wilde doen indien hij niets meer over de klacht zou horen. De advocaat vond op een gegeven moment dat hij te veel tijd aan de zaak bestede waardoor hij alleen nog maar het hoogst nodige heeft gedaan. Op grond van het voorgaande verzoekt de cliënte de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen.   Standpunt van de advocaat   Voor het standpunt van de advocaat verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het betoog van de advocaat op het volgende neer.   De advocaat heeft de klachten van de cliënt gemotiveerd weersproken. Hij betwist dat hij een beslissing heeft genomen buiten de cliënt om. De cliënt was van alles op de hoogte. De advocaat erkent dat er gebrekkig is gecommuniceerd naar de cliënt, doch hij staat inhoudelijk nog steeds achter zijn standpunt dat het voeren van verweer tegen de vermeerdering van eis in reconventie van de wederpartij geen kans van slagen zou hebben gehad. Het door de cliënt naar voren gebrachte heeft geen nadelige gevolgen voor hem gehad. Volgens de advocaat heeft hij zich voldoende ingezet voor de cliënt.   Op grond van het vorenstaande verzoekt de advocaat de commissie om de klachten van de cliënt ongegrond te verklaren en de vordering tot schadevergoeding af te wijzen.   Beoordeling van het geschil   Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie het volgende.   De cliënt is met de advocaat een opdracht tot dienstverlening aangegaan. De zaak betrof een civielrechtelijk geschil omtrent de erfgrens tussen de woning van de cliënt en zijn buren. Vast staat dat de advocaat namens de cliënt geen bezwaar heeft gemaakt noch inhoudelijk verweer heeft gevoerd tegen de vermeerdering van eis in reconventie door de wederpartij. Bij vonnis van 28 oktober 2009 heeft de rechtbank ook zulks overwogen in rechtsoverweging 2.11 en heeft de vordering van de wederpartij hieromtrent toegewezen. Naar het oordeel van de commissie had de advocaat namens cliënt op zijn minst genomen een voorwaardelijk, in het geval de rechter mocht menen dat de wederpartij haar eis mag vermeerderen, inhoudelijk verweer moeten voeren tegen die vermeerdering van eis. In ieder geval staat op basis van de overgelegde stukken en hetgeen partijen over en weer hebben gesteld, vast dat de advocaat op onjuiste gronden meende dat een dergelijke vermeerdering rechtens niet mogelijk was en daar door de rechter geen acht op zou worden geslagen en daarnaast de advocaat zorgvuldiger met de cliënt had behoren te communiceren. In zoverre slaagt de klacht van de cliënt. Echter, voor de commissie is niet vast te stellen of en in hoeverre een verweer tegen de vermeerdering van eis tot een andere uitkomst van de procedure zou hebben geleid. Ook de klacht van de cliënt omtrent de betekening van het vonnis is naar het oordeel van de commissie gegrond. Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter terechtzitting is voor de commissie komen vast te staan dat de advocaat ook hieromtrent gebrekkig heeft gecommuniceerd. De advocaat heeft zulks erkend onder meer per emailbericht van 9 juli 2009 waarin de advocaat aan de cliënt meedeelt: ”Het is goed dat u mee blijft denken want ik heb u fout voorgelicht”.   Gelet op het hetgeen hiervoor is overwogen, heeft de advocaat naar het oordeel van de commissie dan ook niet gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat mag worden verwacht. Gelet op het vorenstaande, de overgelegde stukken en het verhandelde ter terechtzitting is de commissie van oordeel dat de advocaat in redelijkheid en billijkheid aan de cliënt een vergoeding dient te voldoen van € 500,–. De commissie ziet eveneens aanleiding de advocaat te veroordelen tot vergoeding van het klachtengeld van € 75,–. Bovendien dient de advocaat als de in het ongelijk gestelde partij – overeenkomstig het reglement van de commissie – een bijdrage van € 115,– in de behandelingskosten aan de commissie te voldoen.   Ten aanzien van de overige door de cliënt opgeworpen en door de advocaat weersproken klachten overweegt de commissie dat zij in de overgelegde stukken geen gronden of aanwijzingen daarvoor aantreft. De verwijten van de cliënt vinden geen of onvoldoende steun in de stukken. Voorts is niet komen vast te staan dat het inschakelen van het kadaster is overgelaten aan de wederpartij, laat staan dat dit tot de gestelde vertraging heeft geleid. Ook de stelling van de cliënt dat de advocaat zich minimaal heeft ingezet nadat hij geen vergoeding kreeg voor meerwerk, heeft de cliënt naar het oordeel van de commissie onvoldoende onderbouwd en is door de advocaat ook gemotiveerd weersproken.   Hetgeen partijen ieder voor zich verder nog naar voren hebben gebracht, behoeft – naar het oordeel van de commissie – geen verdere bespreking, nu dat niet tot een ander oordeel kan leiden.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De commissie verklaart de klacht deels gegrond.   De commissie veroordeelt de advocaat tot het betalen van een schadevergoeding aan de cliënt voor een bedrag van € 500,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt dient de advocaat bovendien de wettelijke rente over dit bedrag te betalen vanaf de verzenddatum van dit bindend advies.   Overeenkomstig het reglement van de commissie dient de advocaat het klachtengeld aan de cliënt, die deze kosten heeft voldaan, ter hoogte van € 75,– te vergoeden.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de advocaat aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag van € 115,– verschuldigd.   De commissie wijst het meer of anders verzochte af.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Advocatuur op 23 november 2010.