
Commissie: Schadeherstelbedrijven
Categorie: (non)conformiteit / Schadevergoeding product/dienst
Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ten dele gegrond
Referentiecode:
Schadeherstelbedrijven
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De consument is met haar auto betrokken bij een ongeval, waardoor diverse schades zijn ontstaan. Nadat de schades zijn hersteld, laat zij het herstelde door een derde beoordelen. Die derde constateert 14 gebrek punten, die de ondernemer niet allemaal wil herstellen. Wel erkent de ondernemer dat enkele onderdelen meer aandacht hadden kunnen krijgen. Gezamenlijk komen partijen niet tot een oplossing, wat ook het vertrouwen heeft geschaad. Ten aanzien van de punten, die de ondernemer onderkent, acht de commissie de klachten gegrond. Voorts heeft de deskundige geconcludeerd dat een aantal schades al eerder aanwezig moet zijn geweest. Omdat de opdracht tot herstel niet ook die eerdere schades omving en het overige wel op juiste wijze is hersteld, zijn deze klachten ongegrond. Omdat wederzijds vertrouwen zijdens de consument ontbreekt, is de commissie tot een financiële afwikkeling van het geschil gekomen.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op of omstreeks 2 augustus 2019 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verrichten van herstelwerk aan de auto van de consument, merk [merknaam], type Mr2 1.8 vvt-i, datum eerste toelating 9 maart 2001, kilometerstand 175038, tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 1.324,83. De werkzaamheden vonden plaats in de periode van 9 tot 13 augustus 2019. De consument heeft op 26 augustus 2019 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Op 25 mei 2019 is de auto betrokken geweest bij een aanrijding. De consument heeft de ondernemer verzocht de schade te herstellen. Deze heeft de opgedragen herstelwerkzaamheden niet, althans niet goed, uitgevoerd. De schade is niet hersteld, de werkzaamheden zijn uitzonderlijk slecht uitgevoerd. Er zijn onterechte bewerkingen verricht aan de bumper waardoor de schade zelfs is toegenomen. Bovendien blijkt uit de factuur dat zij van het totaalbedrag voor de reparatie van € 1.324,83 meer dan € 800,– (arbeidsloon en arbeidsloon spuitwerk) aan zichzelf hebben toegeschreven. Het restantbedrag om de auto te repareren is dan nog slechts € 500,–.
De consument heeft de herstelwerkzaamheden door een ander bedrijf laten beoordelen. Dit heeft de navolgende gebreken vastgesteld:
1. Het zijpaneel is niet uitgedeukt. Het linker voorscherm staat naar binnen. Dit zou juist rondom de koplamp moeten aansluiten. Er is 2,5 uur gerekend voor het voorscherm dit blijkt drie keer de hoeveelheid uren te zijn die daadwerkelijk nodig is. Toch zit het scherm niet op de juiste plaats.
2. Het zijpaneel sluit niet om de koplamp heen.
3. De koplamp zit niet op de juiste positie en volledig klem, waardoor de motorkap erover heen uitsteekt.
4. De motorkap staat nu over de koplamp heen. De spanning van de deuk is nog aanwezig.
5. Het spuitwerk vertoont ribbels en is op bepaalde plaatsen bijgewerkt met een kwastje (lakstift)
6. Het schuurwerk is niet correct verricht wat resulteert in scheuren in de autolak en een toename van de schade voor het volledige herstel van de lakschade aan de voorbumper. Deze vertoont door de gebarsten/gebroken autolak nu een afbeelding van een spinnenweb, waar zij de bumper hebben bewerkt met schuren en waarschijnlijk verfverdunner. De bumper is afgeschuurd maar niet opnieuw gespoten (1 laag grondverf en 2 lagen autolak). Op de foto’s van de tegenpartij, bij het moment van de schade, is de afbeelding van het spinnenweb niet te zien. Dit is veroorzaakt door een impact in de lak zoals het afschuren en mogelijk gebruik van verfverdunner.
7. Het zijpaneel is niet uitgedeukt, waardoor de koplamp ook niet op de juiste plaats bevestigd is. Uitdeuken staat dan ook niet op de factuur vermeld, terwijl dit is afgesproken.
8. Onder het embleem en onder de koplamp is gelakt met een kwast waardoor er verdikkingen te zien zijn van 0,5 cm dik op de autolak.
9. Onder de koplamp is er geen rubberen strip geplaatst ter afdichting. De ruimte die open staat is zeker 1 cm breed en hoog. Regen en opspattend water geraakt hierdoor direct de carrosserie met roestvorming tot gevolg.
10. De auto is niet waterdicht.
11. De bumper is volledig verwijderd maar niet goed opgehangen. Er vertoont zich een on-evenwijdige diagonale naad ten opzichte van de motorkap. De bumper hoort hoger te zitten en de koplampen zitten hierdoor ook los.
12. De bumper zit aan beide kanten volledig los.
13. De wielkuipen zijn los, niet goed vastgezet, niet goed geplaatst.
14. De motorkap, afdekplaat zit los. De drukkers ontbreken terwijl er wel klein materiaal berekend is.
Hoe dan ook is de omvang van de schade geen klein detail of onzorgvuldigheid. Het zijpaneel is niet uitgedeukt, terwijl dit wel was afgesproken. Doordat de deuk louter is opgevuld, passen de koplamp, de motorkap en de bumper niet meer.
De consument verlangt volledige uitbetaling van het schadebedrag van € 1.324,83 voor de reparatie die de ondernemer ‘niet’ heeft uitgevoerd, vermeerderd met € 850,– voor de extra kosten door de schade die de ondernemer heeft veroorzaakt, het herstel van de lakschade aan de voorbumper en het opnieuw ophangen van de bumper op de juiste plaats. In totaal verlangt de consument € 2.174,83.
De consument heeft geen vertrouwen meer in de ondernemer en wil de auto laten herstellen door een andere ondernemer. Bovendien verzoekt de consument om een dwangsom vast te stellen voor elke dag dat de ondernemer nalaat na deze uitspraak om het schadeherstel mogelijk te maken door niet te reageren. Ook van de extra bijkomende kosten verlangt de consument een vergoeding, waarbij zij wijst op verhaalskosten, het klachtengeld ad € 127,50, eventuele kosten voor het inschakelen van een echte onafhankelijke schade-expert en alle verdere kosten die aan deze zaak verbonden zijn.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De ondernemer erkent dat bij het monteren van enkele onderdelen meer aandacht had moeten worden geschonken aan het terugbrengen van de staat waarin de auto net voor de aanrijding verkeerde. Hiertoe zijn meerdere pogingen gedaan, maar die zijn op niets uitgelopen omdat de ondernemer niet in de gelegenheid is gesteld dit op te lossen. Het gaat hier in het bijzonder om het afpassen van enkele onderdelen zoals de voorbumper, de koplamp en mogelijk een naadje tussen diverse bumper, motorkap en voorscherm.
De grootste reclamatie zou het ondeugdelijk herstelwerk zijn aan de voorbumper. Hier zijn diep(ere) krassen zichtbaar. De ondernemer merkt op dat hij deze krassen ook bij de intake heeft vastgelegd in ons dossier. Deze krassen stonden los van de geclaimde aanrijdingsschade van 25 mei 2019. Er is totaal geen causaal verband tussen de geclaimde schade en de krasschades waar de consument de ondernemer op aanspreekt. Die zijn niet het gevolg van een ondeugdelijk schadeherstel. Het dossier van de ondernemer laat onomstotelijk zien dat deze schade al aanwezig was op de voorbumper en op andere plekken van de bumper ook te zien was.
Op basis van het door [consument] getoonde schadeformulier, is schade op deze plek door de aanrijding ook onmogelijk. De ondernemer heeft logischerwijs een deelreparatie aan de voorbumper uitgevoerd. De reclamatie, welke zich met name en in het bijzonder richt op de kwaliteit van de voorbumper, acht de ondernemer niet terecht.
Het voorstel van de consument is buitenproportioneel.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.
Uit de foto’s van het herstel blijkt dat de schade aan het linker voorscherm en de bumper is gerepareerd. Hierover is geen twijfel mogelijk. De tijd die voor het uitdeuken is opgenomen is reëel voor een dergelijke deuk. De voorbumper is tevens gerepareerd. Voor het spuiten daarvan is een spot-repair toegepast, namelijk alleen het spuiten van de linker voorhoek.
De deskundige constateert dat de voorbumper, de koplampen en de motorkap niet goed aansluiten. De bumper en diverse delen moeten opnieuw worden pas gemaakt.
Het spuitwerk van het voorspatbord is goed. Het spuitwerk van de bumper is niet goed. Dit moet bijgespoten worden.
De spinnenwebben in/op de voorbumper staan niet in causaal verband met de schade. De spinnenwebben zijn veroorzaakt door ‘de tand des tijds’ en waren al voor de aanrijding van 25 mei 2019 aanwezig. Hierover bestaat bij de deskundige geen enkele twijfel. De bumper verkeert in een slechte staat en heeft al eerder diverse beschadigingen en schades opgelopen van oudere datum.
De consument is van mening dat de voorbumper onder het embleem met de kwast is bijgewerkt. Op deze plaats zitten diverse oudere beschadigingen van voor 25 mei 2019.
De voorbumper zit aan beide kanten los en wijkt af ten opzichten van de spatborden. De bumper moet gedemonteerd worden en opnieuw op de bevestigingspunten worden vastgezet.
Mede doordat de bumper niet goed gemonteerd is, wijken de PVC binnenschermen af en zullen deze op diverse plaatsen moeten worden vastgezet.
Van de plaat onder de voorkap missen een paar bevestigingsdelen (pluggen). Hier zullen een paar nieuwe pluggen gemonteerd moeten worden.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De ondernemer heeft opdracht gekregen om schadeherstelwerkzaamheden uit te voeren conform een Audatex-expertise van 2 augustus 2019 naar aanleiding van een aanrijding op 25 mei 2019. De daarvoor in het expertiserapport opgenomen werkzaamheden zijn:
• bumper voor uit-/inbouwen;
• wielkuipbekledingen uit-/inbouwen;
• mistlamp voor links uit-/inbouwen;
• aanbouwdelen bumper voor uit-/inbouwen;
• grille kaal maken/opbouwen;
• koplamp links uit-/inbouwen;
• knipperlicht links uit-/inbouwen;
• merk-embleem uit-/inbouwen;
• kentekenplaat voor uit-/inbouwen;
• wiel voor links uit-/inbouwen;
• bumperbekleding voor herstellen;
• spatscherm voor linke herstellen;
• bumper voor herstelsp. kunststof;
• spatscherm voor links spuiten na herstel.
De commissie neemt de bevindingen en conclusie van de deskundige over en maakt die tot de hare. Uit diens rapport blijkt dat de klachtpunten 2, 3, 4, 9, 11, 12, 13 en 14 – zoals aangehaald onder het standpunt van de consument – gegrond zijn.
Voor zover de consument zich in de klachtpunten 1, 6 en 7 beklaagt over het feit dat schade niet zou zijn uitgedeukt, leidt de commissie uit de rapportage van de deskundige af dat herstel wel deugdelijk heeft plaatsgevonden en dat daarvoor niet te veel tijd in rekening is gebracht. Op deze punten is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Resten de klachtpunten 5, 8 en 10. De commissie begrijpt dat de punten 5 en 8 zien op schade aan de voorbumper die niet deugdelijk zou zijn hersteld. Uit het rapport van de deskundige volgt dat hier op diverse plaatsen sprake is van oudere schades en dat ook het spinnenweb-patroon dateert van voor het voorval waarbij de te herstellen schade is ontstaan. Dat de opdracht tot herstel van een schade als gevolg van een aanrijding mede heeft omvat de opdracht om oudere schades te herstellen, is de commissie niet gebleken. Uit de Audatex-expertise volgt niet dat deze schades bij herstel meegenomen moesten worden. Uit het rapport van de deskundige volgt ook niet dat de voorbumper op deze plaatsen bij herstel van de aanrijdingschade van 25 mei 2019 naar maatstaven van redelijk vakmanschap anders of beter behandeld had moeten worden. De punten 5 en 8 zijn dan ook naar het oordeel van de commissie ongegrond.
Over punt 10 kan de commissie geen oordeel geven, nu de deskundige de auto niet op waterdichtheid heeft onderzocht. De commissie neemt aan dat deze klacht ziet op het gevolg van de omstandigheid dat de binnenschermen van de wielkasten (de wielkuipen) op sommige plaatsen wijken (klachtpunt 13). De commissie gaat er daarom van uit dat klachtpunt 10 zal zijn verholpen wanneer de binnenschermen deugdelijk, zonder te wijken, zullen zijn gemonteerd.
Nu de consument heeft aangevoerd geen vertrouwen meer te hebben in de ondernemer en de ondernemer niet expliciet heeft gevraagd om eventueel resterende punten zelf op te mogen lossen, zal de commissie de oplossing voor het geschil zoeken in een financiële tegemoetkoming. Met betrekking tot de omvang daarvan sluit de commissie aan bij de begroting van de herstelkosten die de deskundige heeft gemaakt en waarvan de juistheid door partijen niet is betwist.
De commissie is niet bevoegd tot het opleggen van dwangsommen, zodat dat onderdeel van hetgeen de consument verlangt niet toewijsbaar is. Dat tot nu toe verhaalskosten zijn gemaakt of dat die nog gemaakt moeten worden is de commissie niet gebleken. Omdat de klacht (deels) gegrond wordt verklaard, dient de ondernemer wel het door de consument betaalde klachtengeld te vergoeden. In een onderzoek door een deskundige is voorzien, zonder dat dat tot kosten voor de consument heeft geleid.
Hoewel de consument terecht heeft geklaagd, zijn het merendeel van haar klachten ongegrond en wellicht ook reden geweest dat partijen niet tot elkaar zijn gekomen. In dat geval acht de commissie termen aanwezig om de voor de ondernemer verschuldigde bijdrage aan de behandelingskosten te matigen tot 50% van het gebruikelijk bedrag.
Het voorgaande voert de commissie dan tot de navolgende beslissing.
Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 550,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 127,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie een bijdrage in de behandelingskosten van het geschil verschuldigd, zij het gematigd tot 50% van het gebruikelijk bedrag.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Schadeherstelbedrijven, bestaande uit mr. R.J.M. Cremers, voorzitter, de heer A. Vis en mr. P.B. Vos, leden, op 21 augustus 2020.