Terugbijten kind door gastouder niet pedagogisch verantwoord en leidt tot tekortschieten in nakoming opvangovereenkomst.

  • Home >>
  • Kinderopvang >>
De Geschillencommissie




Commissie: Kinderopvang    Categorie: Opzegging overeenkomst    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 198247/214069

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De dochter van consument heeft de gastouder in een driftbui gebeten. Vervolgens heeft de gastouder  in haar wang teruggebeten om haar duidelijk te maken dat bijten pijnlijk is en zij dit niet meer moest doen. De dochter wilde daarna niet meer terug naar de gastouder. De consument heeft per direct de overeenkomst opgezegd, nu zij de opvang voor haar dochter geen veilige plek vond. De ondernemer is van mening dat geen sprake was van een onveilige situatie die een directe opzegging rechtvaardigde. De commissie is van oordeel dat de erkenning door de ondernemer dat de gastouder de dochter heeft gebeten (ook al was dit mogelijk niet hard en corrigerend bedoeld) op zich maakt dat de gastouder (en daarmee de ondernemer ten opzichte van de consument) is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst tot opvang van de dochter. Een dergelijke reactie van een gastouder past op geen enkele wijze in een verantwoord pedagogische beleid. De commissie is dan ook van oordeel dat de consument de opvangovereenkomst met recht met onmiddellijke ingang heeft opgezegd vanwege zorgen over de (emotionele) veiligheid van haar kind. De commissie verklaart de klacht van de consument dat zij geen opvangkosten of bureaukosten verschuldigd is vanaf het moment van opzegging op 16 november 2022 dan ook gegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

De consument heeft de opvang van haar dochter met onmiddellijke ingang beëindigd vanwege onpedagogisch handelen van de gastouder. Het geschil betreft de vraag of de consument een maand opzegtermijn in acht had moeten nemen en over die maand opvangkosten verschuldigd is.

Standpunt van de consument

Vanaf 3 november 2020 werd de dochter van de consument vijf dagen per week opgevangen door gastouder [naam]. De bemiddeling tussen de consument en de gastouder werd verzorgd door de ondernemer. De dochter is geboren op 17 mei 2019 en is inmiddels vier jaar oud. De dochter heeft een sterk karakter en is onderhevig aan buien. Op sommige dagen kan zij haar emoties maar moeilijk de baas. De consument heeft daarvoor ondersteuning gevraagd bij [naam bedrijf thuisbegeleiding]. De consument heeft de gastouder gevraagd om samen te werken met de begeleider van [naam bedrijf thuisbegeleiding]  maar de gastouder voelde daar niet voor. Twee jaar lang is de opvang redelijk goed verlopen, maar gaandeweg verliepen de opvangdagen moeizamer. Meerdere keren heeft de gastouder de consument gevraagd haar dochter op te halen, omdat het haar niet lukte haar tot rust te brengen. Voor de consument was dit ondoenlijk; zij kon niet steeds haar werk verlaten. Toen de consument haar dochter na een opvangdag in november 2022 ophaalde, was zij overduidelijk overstuur. De gastouder vertelde de consument dat de dochter haar in een driftbui had gebeten. Tot verbijstering van de consument gaf de gastouder te kennen dat zij de dochter vervolgens in haar wang had teruggebeten om haar duidelijk te maken dat bijten pijnlijk is en zij dit niet meer moest doen. De dochter wilde daarna niet meer terug naar de gastouder en de consument heeft de opvangovereenkomst op 16 november 2022 met het oog op de veiligheid van haar kind per direct stopgezet.

De consument heeft nog getracht contact te zoeken met de gastouder, maar deze zag af van een nader gesprek. Van de ondernemer heeft de consument slechts betalingsherinneringen voor de periode van 16 november tot 24 december 2022 ontvangen. Van enig begrip voor de situatie of verzoek om toelichting is geen sprake geweest. De consument is van mening dat zij vanaf 16 november 2022 geen opvangkosten meer verschuldigd is en verlangt een uitspraak van de commissie.

De consument betreurt de gang van zaken. De gastouder had goede bedoelingen, maar niet de goede handvatten om om te gaan met de problematiek van de dochter.

Standpunt van de ondernemer

De gastouder verzorgde sinds november 2020 de opvang van de dochter van de consument. De dochter is een temparamentvol meisje en heeft gedragsproblemen. Tussen de gastouder en de consument is steeds goed overleg geweest over de beste wijze van omgang met de problemen van de dochter. De ondernemer heeft veel respect voor de wijze waarop de gastouder met de dochter is omgegaan; liefdevol en met veel geduld. Het vaak luidruchtige gedrag van de dochter en het feit dat zij andere kinderen kneep en beet, maakte het voor de gastouder lastig om de rust en het veilige gevoel in de groep te behouden. Een enkele keer heeft de gastouder ervoor moeten kiezen om de consument te vragen haar dochter op te halen.

Omdat de dochter de andere kinderen in de groep beet, heeft de gastouder eenzelfde gebaar gemaakt bij de dochter. De gastouder heeft gezegd de dochter daarbij geen pijn te hebben gedaan en de ondernemer hecht geloof aan die verklaring. De gastouder staat zeer goed bekend bij de ondernemer en alle andere ouders zijn zonder uitzondering zeer tevreden over haar wijze van opvang van hun kinderen. De gastouder betreurt het zeer dat de consument de opvangovereenkomst per direct heeft beëindigd. Zij was zeer gesteld op de dochter en heeft geen afscheid van haar kunnen nemen.

De ondernemer is van mening dat geen sprake was van een onveilige situatie die een directe opzegging rechtvaardigde; de consument had een maand opzegtermijn in acht moeten nemen. Om die reden heeft de ondernemer de consument nog de bureaukosten en opvangkosten tot en met 23 december 2022 in rekening gebracht. De ondernemer stelt zich op het standpunt dat de consument die kosten nog verschuldigd is.

Beoordeling van het geschil

In november 2020 zijn de consument en de gastouder een overeenkomst van opdracht tot opvang van de dochter van de consument aangegaan. De gastouder en de ondernemer hebben een (bemiddelings-)overeenkomst gesloten waarin de eisen zijn vastgelegd die de ondernemer stelt aan de gastouder en de uitvoering van haar kinderopvangactiviteiten. Dit is opgenomen in de door partijen op 10 november 2020 ondertekende overeenkomst van opdracht. De hiervoor genoemde eisen zijn onder meer vastgelegd in het pedagogisch beleid van de ondernemer.

Tussen partijen staat vast dat de dochter van de consument extra aandacht en begeleiding behoeft. Gedurende twee jaar is de opvang door de gastouder redelijk goed verlopen. Naarmate de dochter ouder werd, namen de gedragsproblemen toe waarvoor de consument nadere begeleiding heeft gezocht. De consument heeft toegelicht dat zij de gastouder had verzocht om samen te werken met de begeleider van [naam bedrijf thuisbegeleiding], maar vooralsnog nam de gastouder daarin een afhoudende en afwachtende houding aan.

In november 2022 heeft er een incident plaatsgevonden waarbij de dochter de gastouder heeft gebeten en de gastouder de dochter vervolgens heeft teruggebeten. Vanwege dit incident heeft de consument de opvangovereenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd.

De ondernemer heeft zich op het standpunt gesteld dat de gastouder niet hard heeft gebeten.

De enkele erkenning door de ondernemer dat de gastouder de dochter heeft gebeten, ook al was dit mogelijk niet hard en corrigerend bedoeld, maakt echter dat de gastouder en daarmee de ondernemer ten opzichte van de consument is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst tot opvang van de dochter. Een dergelijke reactie van een gastouder past op geen enkele wijze in een verantwoord pedagogische beleid. De commissie is dan ook van oordeel dat de consument de opvangovereenkomst met recht met onmiddellijke ingang heeft opgezegd vanwege zorgen over de (emotionele) veiligheid van haar kind.

De commissie verklaart de klacht van de consument dat zij geen opvangkosten of bureaukosten verschuldigd is vanaf het moment van opzegging op 16 november 2022 dan ook gegrond.

Omdat de klacht gegrond is, zal de commissie voorts bepalen dat het klachtengeld door de ondernemer aan de consument dient te worden vergoed.

Beslissing

De commissie:

–             verklaart de klacht gegrond en stelt vast dat de consument vanaf 16 november 2022 geen opvangkosten of bureaukosten aan de ondernemer verschuldigd is;

–             bepaalt dat de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument dient te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. dr. E. Venekatte, voorzitter, mevrouw mr. S.A.M.F. Sjoukes en de heer H. Stel, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, secretaris, op 29 augustus 2023.