Teruggeven opdracht: eerst gewichtige redenen kenbaar maken.

De Geschillencommissie




Commissie: Makelaardij    Categorie: Opdracht    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: MAK09-0188

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de overeenkomst tot bemiddeling bij verkoop van een woning. De consument verlangt creditering van de helft van het bedrag van de nota van de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De woning is tegen mijn zin uit de verkoop gehaald nadat deze nog geen jaar te koop had gestaan, terwijl in dezelfde straat al ongeveer drie jaar een woning bij dezelfde ondernemer te koop staat. Volgens de ondernemer is de woning voor deze prijs niet verkoopbaar. Ik ben het niet eens met de rekening. Ik zou die pas hoeven betalen bij verkoop. Ik kan niet ineens betalen en wil daarom in elk geval een betalingsregeling. Ter zitting heeft de consument toegelicht dat de woning aanvankelijk te koop is gezet voor € 169.500,– en dat deze vraagprijs op suggestie van de ondernemer na vier maanden is verlaagd naar € 164.000,–. Toen ongeveer een jaar geleden een bod werd gedaan van € 158.000,– en dit werd afgeslagen, heeft de ondernemer de opdracht teruggegeven. Dat is mondeling gedaan, aldus de consument, omdat de ondernemer van mening was dat het bod aanvaard moest worden, terwijl wij meenden dat niet te moeten doen omdat we dan met een grote restschuld van onze hypotheek zouden blijven zitten. Inmiddels staat het huis te koop bij een andere makelaar voor € 159.000,–.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De reden voor het beëindigen van de opdracht was dat de consument niet in wilde gaan op een reëel bod van een kandidaat-koper. Het feit dat er een hogere hypotheek was ligt in de risicosfeer van de verkoper. De nota is niet weersproken. Wij hebben een betalingsregeling getroffen waarbij het niet vreemd is dat wij rente in rekening brengen.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Ingevolge het bepaalde in art. 6 lid 4 van de toepasselijke NVM-Voorwaarden kan de makelaar de opdracht (slechts) teruggeven indien sprake is van gewichtige redenen. Als voorbeeld van een gewichtige reden wordt gegeven de situatie waarin sprake is van een conflict in belangen of wanneer sprake is van een ernstige verstoring van de relatie tussen makelaar en consument. De bepaling verlangt dat de teruggaaf schriftelijk of elektronisch geschiedt.   Aan de laatstgenoemde eis is in elk geval niet voldaan. De opdracht is mondeling teruggeven. De commissie oordeelt dat ook geen sprake is van een gewichtige reden in de uitleg die aan deze bepaling geven moet worden. Het, zoals hier, eenmalig afslaan van een bod dat volgens de ondernemer aanvaardbaar is, behoort niet te leiden tot een (ernstige) verstoring van de relatie en kan daarom geen gewichtige reden zijn. Daarvan kan eerst sprake zijn wanneer dat herhaaldelijk geschiedt. In dat geval heeft de makelaar naar het oordeel van de commissie bovendien de plicht de consument erop te wijzen dat het bod reëel is en dat een volgende weigering een gewichtige reden op zal (kunnen) leveren waarbij tevens de – met name financiële- gevolgen geschetst dienen te worden. Aan deze zorgplicht die op de ondernemer rust is niet voldaan.   Aan deze gevolgtrekking wordt niet afgedaan door het feit dat de marktontwikkelingen het ‘gelijk’ van de ondernemer bevestigen in die zin dat de consument thans (ook) inziet dat het indertijd ontvangen bod correspondeert met de waarde van de woning. Het ligt op de weg van de ondernemer de consument daarvan te doordringen met de zorgvuldigheid die een goed opdrachtnemer in acht moet nemen.   Het voorgaande voert tot de conclusie dat de opzegging in strijd met de overeenkomst is gedaan en daarom niet leidt tot de verplichting voor de consument de op zich bedongen vergoeding van kosten voor zijn rekening te nemen.   De commissie heeft vastgesteld dat reeds een deel van de nota van de ondernemer door de consument is voldaan. Die betalingen zijn onverschuldigd zodat de consument aanspraak heeft op restitutie. De commissie zal dienovereenkomstig beslissen.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De commissie verklaart de klacht gegrond.   De ondernemer betaalt aan de consument binnen veertien dagen na de verzending van dit bindend advies al hetgeen de consument in mindering op de nota van 17 juli 2009 heeft voldaan terug.   De commissie wijst het anders of meer verzochte af.   De ondernemer dient overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij, op 17 februari 2010.