Commissie: Groen
Categorie: Prijs
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
GRO09-0024
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 1 mei 2009 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het uitgraven van een voortuin en het aanleggen van straatwerk en een grindvak. De ondernemer heeft de consument daarvoor een bedrag van € 773,50 in rekening gebracht. De werkzaamheden zijn uitgevoerd in mei 2009. De consument heeft een bedrag van € 182,52 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. De consument heeft op 13 juni 2009 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer heeft te veel arbeidsuren in rekening gebracht en bovendien onnodige werkzaamheden uitgevoerd zoals het te diep uitgraven van de grond om deze daarna op te vullen met Ardenner split. Ook het in rekening gebrachte bedrag voor het afvoeren van het zand is te hoog. De nota zou er als volgt moeten uitzien: Vijf uren arbeid à € 38,– : € 226,10 1,5 m³ Ardenner split: € 136,85 Gronddoek: € 11,90 Afvoer grond [volgens opgave van de firma] € 60,– Totaal: € 434,85 Dit bedrag heb ik aan de ondernemer overgemaakt. De ondernemer heeft de nota verlaagd tot € 617,37, maar dat is nog steeds te hoog. De consument verlangt dat de nota wordt verminderd met een door de commissie naar redelijkheid en billijkheid vast stellen bedrag. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer heeft een specificatie verstrekt van het aantal gewerkte uren, 7¾ in totaal, waarvan hij er 7½ in rekening heeft gebracht. Kortheidshalve verwijst de commissie daarnaar. Tevens voert de ondernemer aan dat de uurprijs € 38,40 is exclusief BTW en niet inclusief BTW, zoals de consument meent. Voor de afvoer van het zand is de ondernemer door [de firma] € 107,25 exclusief BTW in rekening gebracht. Hij heeft aan de consument € 125,– exclusief BTW doorberekend. De ondernemer heeft zijn twijfels over de door de consument gestelde opgave van [de firma]. Bij navraag bleek deze firma van niets te weten, aldus de ondernemer. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Partijen zijn verdeeld over het aantal in rekening gebrachte uren, de uurprijs en de in rekening gebrachte kosten voor de afvoer van het zand. De Ardenner split en het gronddoek zijn niet in discussie, nu de consument daarvoor een hoger bedrag opvoert dan de ondernemer. Het probleem doet zich hier voor dat tevoren geen begroting van het werk is gemaakt, dat geen uurprijs is afgesproken en dat de ondernemer geen urenbriefjes door de consument heeft laten tekenen, terwijl hij pas met een urenspecificatie is gekomen nadat de consument een geschil bij de commissie aanhangig had gemaakt. Hiervoor is in hoofdzaak de ondernemer verantwoordelijk. Gezien de geringe omvang van het werk (2,5 m³) acht de commissie zes arbeidsuren reëel. De door de ondernemer genoemde uurprijs (€ 38,40 exclusief BTW) komt de commissie redelijk voor. Voor de afvoer van het zand neemt de commissie € 107,25 exclusief BTW in aanmerking. Enerzijds is niet gebleken dat partijen de door de ondernemer in rekening gebrachte opslag zijn overeengekomen, anderzijds heeft de consument niet aannemelijk gemaakt dat de kosten volgens opgave van [de firma] slechts € 60,– inclusief BTW zouden hebben bedragen. De nota zou er dan als volgt moeten uitzien: Arbeidsloon zes uren à € 38,40: € 230,40 Ardenner split (niet in discussie): € 95,80 Gronddoek (idem): € 10,– Afvoer grond: € 107,25 Subtotaal: € 443,45 19% BTW: € 84,26 Totaal: € 527,71 Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is. De commissie zal het klachtengeld tussen partijen 50-50 verdelen en de door de ondernemer te betalen bijdrage in de behandelingskosten halveren. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De consument dient de ondernemer nog € 92,86 te betalen (€ 527,71 – € 434,85). De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 57,50. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag van € 182,52 als volgt verrekend. Aan de ondernemer wordt € 92,86 overgemaakt. Aan de consument wordt het restant van € 89,66 geretourneerd. Aldus beslist door de Geschillencommissie Groen op 15 december 2009.