Commissie: Reizen
Categorie: Totstandkoming
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
45749
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 2 januari 2010 met het boekingskantoor tot stand gekomen overeenkomst van opdracht. Het boekingskantoor heeft zich daarbij verplicht tot het reserveren van een vlucht bij [naam luchtvaartmaatschappij] van Amsterdam naar Paramaribo, met heenreis op 4 mei 2010 en terugreis op 23 mei 2010 voor 3 personen, voor de som van € 2.206,56. Klager heeft op 10 april 2010 de klacht voorgelegd aan het boekingskantoor. Standpunt van klager Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt. Op advies van het boekingskantoor heb ik een annuleringsverzekering afgesloten. Op 10 april 2010 heb ik verzocht om annulering van het ticket van mijn neefje en om restitutie van de kosten van het desbetreffende ticket. Dit omdat mijn neefje geen visum kon krijgen, aangezien zijn moeder weigerde daarvoor toestemming te geven. Op 9 juni 2010 heb ik, onder verwijzing naar artikel 2 punt 11 van de polisvoorwaarden van de annuleringsverzekering, opnieuw om restitutie verzocht. In de reactie van het boekingskantoor staat dat het om een ‘unrefundable’ ticket gaat en dat wijziging of annulering daarom niet mogelijk is. Hier was ik niet van op de hoogte. Het boekingskantoor heeft mij dus een annuleringsverzekering geadviseerd en verkocht, terwijl men wist of behoorde te weten dat ik hier niets aan had. Dit riekt naar oplichterij en op z’n minst is sprake van misleiding. Aangezien het boekingskantoor mij een annuleringsverzekering heeft verkocht, ben ik van mening dat zij en niet de verzekeringsmaatschappij de kosten van het ongebruikte ticket dienen te vergoeden. Als het boekingskantoor de kosten niet hoeft te vergoeden, verwacht ik in ieder geval dat het boekingskantoor de betaalde annuleringsverzekering en het klachtengeld aan mij vergoedt, aangevuld met een vergoeding voor de door mij ondervonden ergernis en het ongemak. Verder ben ik niet tevreden over de wijze waarop het boekingskantoor mijn klacht heeft behandeld. Er is op mijn voicemail ingesproken zonder een telefoonnummer achter te laten. Ik heb vervolgens expliciet moeten vragen om een schriftelijke reactie en heb aangegeven dat ik geen genoegen nam met telefonische afhandeling van de klacht. Verder meldde het boekingskantoor dat er geen aanleiding was de zaak bij de commissie aanhangig te maken. Waar ik dan wel terecht kon met mijn klacht werd niet vermeld. Klager verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen. Standpunt van het boekingskantoor Het standpunt van het boekingskantoor luidt in hoofdzaak als volgt. We hebben bij de boeking aan klager bekend gemaakt dat het hier om een ‘unrefundable’ ticket gaat. Op de boekingsbevestiging staat ook vermeld dat de annuleringsvoorwaarden van dit ticket 100% van de kosten bedraagt. Op ons advies heeft klager een annuleringsverzekering afgesloten. Toen klager verzocht om annulering van het ticket voor haar neefje, hebben we contact opgenomen met de verzekeringsmaatschappij, waar de annuleringsverzekering van klager is ondergebracht. De verzekeringsmaatschappij heeft ons gemeld dat de reden van annulering niet valt onder artikel 2 punt 11 van de polisvoorwaarden. De verzekeringsmaatschappij was dan ook niet bereid de kosten van het ticket te vergoeden. Wij hebben hier verder geen invloed op. Ook kunnen we niet verantwoordelijk worden gesteld voor de reden van het niet verkrijgen van een visum voor het neefje van klager. Onze reisadviseur heeft meerdere malen geprobeerd telefonisch contact op te nemen met klager. Helaas is dat niet gelukt. Wel heeft hij een bericht kunnen inspreken met het verzoek om terug te bellen. Dat heeft klager op 3 mei 2010 gedaan. Vervolgens hebben we op 6 mei 2010 schriftelijk uitleg aan klager gegeven. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Op de boekingsbevestiging staat bij opmerkingen onder meer vermeld: “Annuleringsvoorwaarden 100 procent kosten”. Klager kon daaruit opmaken dat bij het annuleren van een dergelijk ticket (in de reiswereld ook aangeduid met ‘unrefundable ticket’) de kosten daarvan niet vergoed zouden worden. Bij een dergelijk ticket is het begrijpelijk en ook juist dat het boekingskantoor klager heeft geadviseerd een annuleringsverzekering af te sluiten. Dat volgens de verzekeringsmaatschappij de reden voor het annuleren van het ticket geen verzekerde gebeurtenis is, die recht geeft op een schade-uitkering, kan klager het boekingskantoor niet tegenwerpen. Dat is een kwestie tussen klager en de verzekeringsmaatschappij, waar het boekingskantoor buiten staat. Klager is er door het boekingskantoor in een brief van 16 juni 2010 ook op gewezen dat, indien zij meer informatie wil hebben, zij contact dient op te nemen met de verzekeringsmaatschappij. Ter zitting heeft klager desgevraagd aangegeven dat (nog) niet te hebben gedaan. In zoverre kan dan ook niet worden gezegd dat het boekingskantoor bij het uitvoeren van zijn werkzaamheden de zorg van een goed opdrachtnemer niet in acht heeft genomen. Voorts is de commissie niet gebleken dat het boekingskantoor bij de afhandeling van de klacht tekort is geschoten. Zowel op 6 mei 2010 als op 19 juni 2010 heeft het boekingskantoor schriftelijk uitleg aan klager gegeven. Daarbij is klager er op gewezen dat in feite sprake is van een verzekeringskwestie en dat klager contact kan opnemen met de verzekeringsmaatschappij. De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door klager verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 3 december 2010.