Toeristiek maakt geen deel uit van de reisovereenkomst

De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: Informatie schriftelijk    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 45465

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 6 februari 2010 via een boekingskantoor met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor drie personen naar El Arenal op Mallorca (Spanje) op basis van all inclusive voor de periode van 19 mei 2010 t/m 26 mei 2010 voor de som van € 1.265,–.   Standpunt van klager   Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.   Door een overboeking konden wij niet in het door ons geboekte hotel terecht. Wij moesten toen naar een ander hotel. De volgende dag zijn we met onze koffers toch naar het door ons geboekte hotel gegaan om te kijken of we daar alsnog een kamer konden krijgen. We konden echter niet in het hoofdgebouw terecht, waardoor wij werden ondergebracht in een bijgebouw dat twee niveaus hoger lag. De reisorganisator beroept zich erop dat in de folder staat dat het hotel te bereiken is via een hellende weg. Het hoogteverschil betreft echter het binnenterrein van het hotel. Daar onder­vonden we hinder van. Er is overigens absoluut geen rekening gehouden met onze leeftijd en onze gezondheidstoestand. Pas de tweede dag konden we in het door ons geboekte hotel terecht, zij het in het bijgebouw. Dat betekent dus dat we een kwart van onze vakantie als verloren beschouwen.   Klager verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen.   Standpunt van de reisorganisator   Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.   Klager heeft gelijk wanneer hij stelt dat hij ongemak heeft ondervonden van het feit dat het door hem geboekte hotel de eerste nacht overboekt was. Wij zijn het evenwel niet met klager eens dat dit gelijk staat aan een kwart van zijn vakantie.   Klager heeft de dag na aankomst aangegeven dat hij, gezien de gezondheidsproblemen van hem en zijn reisgenoten, niet tevreden was over de hem toegewezen kamers. De hostess heeft hierop aangegeven dat er geen bijzonderheden met betrekking tot de gezondheidssituatie van klager en zijn reisgenoten bekend was bij onze organisatie en dat de organisatie er dus ook geen rekening mee heeft kunnen houden.   Met betrekking tot de accommodatie merken wij nog op dat wij onze klanten in onze algemene voorwaarden verwijzen naar de Toeristiek voor wat betreft aanvullende informatie over de ligging. In die beschrijving staat vermeld dat er verspreid over het terrein van de accommodatie niveauverschillen zijn, die te overbruggen zijn door maximaal 12 treden of hellende paden. Voorts zijn wij van mening dat uit de beschrijving in onze brochure voldoende duidelijk blijkt dat de accommodatie bestaat uit meerdere gebouwen. Klager had er dan ook nooit vanuit mogen gaan dat hij zou verblijven in het hoofdgebouw.   Wij hebben klager voor het ondervonden ongemak als gevolg van de overboeking gedurende de eerste nacht een compensatie aangeboden. Voor een hogere vergoeding zien wij geen aanleiding.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft als volgt overwogen.   Niet weersproken is dat de door klager geboekte accommodatie de eerste nacht overboekt was en dat klager ten gevolge hiervan ongerief heeft ondervonden. Toen van die overboeking bleek, kreeg hij een andere accommodatie toegewezen, waarvandaan hij na die eerste nacht weer is vertrokken naar de door hem geboekte accommodatie. Daar kreeg hij weliswaar een kamer toegewezen, maar die kamer bevond zich in een van de bijgebouwen. Dat was op zich geen onoverkomelijk bezwaar, ware het niet dat er een behoorlijk niveauverschil zat tussen het hoofdgebouw en het betreffende bijgebouw. Dit leverde voor klager problemen op gelet op de gezondheidstoestand van hem en zijn medereizigers.   Klager heeft aangevoerd dat hij niet op de hoogte kon zijn van die niveauverschillen binnen het complex, daar er in de brochure slechts werd meegedeeld dat het door hem geboekte complex via een licht hellende weg vanaf het centrum van El Arenal te bereiken was. De commissie deelt de visie van klager dat hij er op grond van de brochure geen rekening mee had hoeven houden dat er binnen het complex sprake was van niveauverschillen.   De reisorganisator heeft in dit verband nog opgemerkt dat in de Algemene Voorwaarden wordt verwezen naar de Toeristiek, en dat klager daarin aanvullende informatie over het complex had kunnen lezen, waaronder informatie betreffende de niveauverschillen binnen het complex. Hij had dus volgens de reisorganisator kunnen weten van die niveauverschillen. Vaste lijn van de commissie is dat de Toeristiek geen deel uitmaakt van de reisovereenkomst die tussen partijen tot stand is gekomen. Reeds om die reden snijdt de opmerking van de reisorganisator geen hout. Bovendien staat de opmerking van de reisorganisator haaks op een ander deel van de Algemene Voorwaarden, te weten de volgende tekst onder het kopje ‘plaatsinformatie en omgeving’.   [De reisorganisator] aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor hotelbeschrijvingen die in andere publicaties, zoals de Toeristiek, staan.   Deze zinsnede is dus geheel in lijn met het door de commissie ingenomen standpunt dat de Toeristiek geen deel uitmaakt van de reisovereenkomst.   Op grond van het voorgaande, en alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aanmerking nemende, is de commissie van oordeel dat de reisorganisator bij het uitvoeren van het overeengekomene zodanig tekort is geschoten en klager daardoor zodanig ongerief heeft onder­vonden, dat de reisorganisator klager een vergoeding verschuldigd is. De commissie stelt deze vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op het hierna te noemen bedrag.   Ingevolge het reglement van de commissie dient de reisorganisator aan de commissie de hierna te noemen bijdrage in de kosten van de behandeling van het geschil te voldoen.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De commissie verklaart de klacht gegrond.   De reisorganisator dient aan klager in totaal een bedrag van € 250,– te voldoen. Betaling dient plaats te vinden binnen één maand na verzenddatum van dit bindend advies.   Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie een bedrag verschuldigd van € 205,– als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 4 november 2010.