Commissie: Energie
Categorie: Overeenkomst
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
36511
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft de totstandkoming van een leveringsovereenkomst. De consument heeft een bedrag van € 211,37 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. De consument heeft in oktober 2008 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument stelt dat de ondernemer tegen zijn wil en in strijd met de afspraken gemaakt in het telefonisch verkoopgesprek een leveringsovereenkomst aanneemt. Er zou slechts een informatiepakket worden opgestuurd. Toen hij terug kwam uit het buitenland lag er ineens een overeenkomst. Er is geen handtekening gevraagd en het contract is ook niet ingeschreven bij de kamer van koophandel. De consument heeft diverse keren tevergeefs gereclameerd. Uiteindelijk kreeg hij een voice-log van een andere consument opgestuurd. Verder stelt de consument dat de toezegging van de ondernemer dat zij de goedkoopste zijn ook misleidend is. Ter zitting heeft hij onder overlegging van de factuur van de ondernemer en de factuur van zijn huidige leverancier gesteld dat de huidige leverancier goedkoper is. De consument vordert betaling door de ondernemer van een bedrag van € 350,- (€ 200,- die hij reeds heeft betaald, € 100,- eigen risico betaald aan de rechtsbijstandverlener en € 50,- wegens teveel berekende tarieven). Daarnaast wenst hij dat het depotbedrag aan hem wordt terugbetaald. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Blijkens de bandopname is de consument onvoorwaardelijk akkoord gegaan met het sluiten van een leveringsovereenkomst met ons. De consument beantwoordde alle vragen bevestigend. Hij is daarbij en in het hem op 12 september toegestuurde welkomstpakket gewezen op de mogelijkheid de overeenkomst binnen 7 werkdagen na ontvangst van dat pakket te annuleren. Ter controle is de vraag gesteld of hij zich ervan bewust is dat hij overstapt naar een andere leverancier. Ook op deze vraag antwoordt de consument duidelijk bevestigend. De termijn van 7 werkdagen is op 22 september 2008 verstreken. Binnen die termijn is geen annulering ontvangen en op 23 september 2008 is een schriftelijke bevestiging van de overeenkomst gestuurd. Eerst op 17 oktober 2008, en derhalve te laat, ontving de ondernemer het eerste bericht van de consument dat hij geen overeenkomst wenste. De ondernemer heeft op 2 november 2008 de levering overgenomen. Per 11 december 2008 is de consument weer overgestapt naar een andere leverancier. Alle gefactureerde termijnnota’s zijn voldaan. In de eindafrekening is een opzegvergoeding van € 250,- wegens voortijdige opzegging opgenomen. Er staat nog een bedrag van € 99,99 open. Ten aanzien van de laagste prijs garantie merkt de ondernemer nog op dat de overgelegde nota van de huidige leverancier geen bewijs is van het feit dat deze goedkoper zou zijn, nu die nota ziet op de periode na 11 december 2008 en de energieprijzen ieder half jaar wijzigen. Een voor de zitting gedaan schikkingsvoorstel is door de consument afgewezen. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie heeft ter zitting de bandopname afgeluisterd en komt op basis daarvan met de ondernemer tot de slotsom dat de consument inderdaad onvoorwaardelijk heeft ingestemd met het sluiten van een leveringsovereenkomst met en overstap naar de ondernemer als energieleverancier. Hij is duidelijk gewezen op deze consequentie en heeft ja gezegd. Hij is ook duidelijk gewezen op het toe te sturen welkomstpakket en de mogelijkheid om na ontvangst daarvan binnen 7 werkdagen te annuleren. Hij heeft van die mogelijkheid geen gebruik gemaakt. Dat de consument in het buitenland verbleef komt, gelet op de duidelijke informatie verstrekt tijdens het verkoopgesprek, voor zijn risico. De commissie is voorts van oordeel dat vergelijking van de overgelegde factuur van de opvolgend leverancier met de betwiste eindafrekening van de ondernemer geen bewijs is van het feit dat de ondernemer de toezegging van de laagste prijs niet is nagekomen. Het betreft hier immers een factuur van de opvolgende verbruiksperiode en de energietarieven veranderen ieder half jaar inderdaad . De commissie moet dan ook concluderen dat de klacht moet worden afgewezen. Nu nog € 99,99 openstaat zal dit deel van het depotbedrag aan de ondernemer worden betaald. Het resterende bedrag zal worden teruggestort naar de consument. Beslissing De commissie wijst de klacht af. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Een bedrag van 99,99 wordt betaald aan de ondernemer en het resterende bedrag wordt teruggestort aan de consument. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 4 juni 2010.