Commissie: Telecommunicatiediensten
Categorie: Ontbinding, opzegging en tussentijdse beëindiging
Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
112954
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft een internetaansluiting.
De consument heeft een bedrag niet aan de ondernemer betaald. Een bedrag van € 37,69 heeft de consument bij de commissie gedeponeerd.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Op 19 april 2017 heeft de ondernemer een overeenkomst bevestigd: een internetverbinding voor € 24,– per maand gedurende 2 jaar. Op 12 juli 2017 werd de internetverbinding geactiveerd. Enkele dagen na de activatie, bij het instellen van “mijnonline-account”, merkte de consument dat er een eerste nota was met een prijs van € 28,50 per maand. Op 20 juli 2017 heeft de consument via het online klachtenformulier verzocht deze nota te corrigeren. De klacht werd bevestigd, maar de consument kreeg geen antwoord. Op 3 augustus 2017 heeft de consument daarom per aangetekende brief een klacht ingediend over de eenzijdige wijziging van de contractvoorwaarden. De wijziging was in het nadeel van de consument, dus had de consument hiervan 1 maand vóór de wijziging in kennis moeten worden gesteld, zodat hij de overeenkomst kon annuleren. Het voorstel van de consument was om de overeenkomst zonder de aangepaste prijs te laten voortduren. Er kwam geen antwoord of oplossing van de ondernemer. Daarom heeft de consument op 22 augustus 2017 de overeenkomst ontbonden en gevraagd dit voor 7 september te bevestigen en de internetlijn dan ook beschikbaar te stellen voor overname door een andere telecommunicatieaanbieder. De consument verlangt ontbinding van de overeenkomst vanaf 12 juli 2017 en vergoeding vanaf 7 september 2017, toen de levering van de internetdienst is gestopt, van € 1,– per dag en van gemaakte kosten van € 16,70 voor aangetekende brieven.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument heeft op 19 april 2017 een aanvraag gedaan voor een internetverbinding gedurende 24 maanden voor de prijs van € 24,– per maand met een gewenste opleverdatum van 12 juli 2017. Op deze aanvraag is niet te zien dat de ondernemer per 1 juni 2017 een prijswijziging zou doorvoeren. Of dit komt door de late opleverdatum of door een fout in het systeem weet de ondernemer niet, maar feit is dat de ondernemer dit niet tijdig heeft gecommuniceerd aan de consument. Op 20 juli 2017 heeft de consument de ondernemer door middel van het klachtenformulier op de hoogte gesteld van de fout van de ondernemer en de kans geboden om het alsnog op te lossen. De consument heeft in zijn brief van 4 augustus 2017 aangegeven dat hij niets heeft gehoord van de ondernemer en geeft aan dat hij zijn abonnement zonder de prijswijziging voort wil zetten en anders wil hij zijn abonnement kosteloos beëindigen. Op 20 augustus heeft de ondernemer hierop gereageerd dat het niet mogelijk is om de oude prijzen te herstellen en de consument daardoor kosteloos kan opzeggen. De ondernemer vraagt aan de consument om aan te geven per welke datum de opzegging door moet worden gevoerd, zodat de consument niet zonder internet komt te zitten. De ondernemer beseft dat hij hier niet de schoonheidsprijs verdient. De oorzaak voor de ontstane situatie ligt echter niet volledig aan de kant van de ondernemer. De consument heeft gebruik gemaakt van de verbinding en het is dus niet terecht dat de abonnementskosten nooit zijn betaald. Doordat de consument niet akkoord is gegaan met de voorstellen was er voor de ondernemer geen reden om het reguliere financiële incassoproces te stoppen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Tussen partijen staat het volgende vast. De consument en de ondernemer zijn op 19 april 2017 een internetovereenkomst aangegaan voor 2 jaar voor een prijs van € 24,– per maand. In juni 2017 heeft de ondernemer de maandprijs gewijzigd van € 24,– naar € 28,50 en dit is niet gecommuniceerd aan de consument. De internetdienst is aan de consument opgeleverd op 12 juli 2017. Op 20 juli 2017 heeft de consument door middel van een klachtformulier de ondernemer bericht met het verzoek de overeenkomst na te komen conform de maandprijs van € 24,–. De ondernemer kan de overeenkomst alleen nakomen conform een maandprijs van € 28,50.
Op grond van deze vaststaande feiten is de commissie van oordeel dat de consument het recht heeft het abonnement kosteloos te beëindigen per 12 juli 2017, de datum dat de internetdienst is geactiveerd, omdat de ondernemer in strijd heeft gehandeld met artikel 7.2 van de Telecommunicatiewet. De ondernemer heeft de consument niet één maand voor het doorvoeren van de prijsverhoging hiervan in kennis gesteld en de consument de mogelijkheid geboden om zijn abonnement op grond daarvan kosteloos te beëindigen.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
Een vergoeding van € 50,– ter compensatie (inclusief vergoeding van de aangetekende brieven) acht de commissie in dit geval redelijk. De consument heeft terecht aangevoerd dat hij in onzekerheid is geweest om een nieuwe overeenkomst met een andere provider aan te gaan omdat dit tot dubbele abonnementskosten zou kunnen leiden nu er nog geen duidelijkheid was over dit geschil.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De overeenkomst die partijen op 19 april 2017 hebben gesloten wordt met ingang van 12 juli 2017 ontbonden verklaard. Dit betekent dat de consument niets aan de ondernemer verschuldigd is.
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 50,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Aangezien de ondernemer geen aanspraak kan maken op een betaling door de consument, wordt het depotbedrag teruggestort naar de consument.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Telecommunicatiediensten op 14 november 2017.