Commissie: Post
Categorie: Informatie
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
POS10.140
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Onderwerp van het geschil is het volgens geadresseerde niet ontvangen van een postzending door consument.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak.
Op 20 oktober 2000 verzond ik op het postkantoor in Zwolle een pakket naar een postorderbedrijf in Terneuzen. Hoe dit pakket precies was geadresseerd en gefrankeerd kan ik niet aangeven. Van beperking van aansprakelijkheid door PTT Post en van mogelijkheid tot verzekering was ik niet op de hoogte. Ik kreeg een streepjescode. Toen ik van het postorderbedrijf begreep dat het pakket niet was ontvangen, heb ik middels die streepjescode navraag gedaan. PTT post kon niet aantonen dat het pakket bij geadresseerde was aangekomen en kon het pakket elders niet terugvinden.
PTT heeft de vervoersopdracht niet behoorlijk uitgevoerd en dient mij schade te vergoeden. PTT kan zich niet beroepen op uitsluiting van de aansprakelijkheid. Het is de vraag of de Algemene Voorwaarden deel uitmaken van de overeenkomst. Het is in strijd met de redelijkheid en billijkheid dat PTT consument niet heeft gewezen op de aansprakelijkheidsregeling en op de mogelijkheid van verzekeren. Er rust een informatieplicht op PTT zeker waar het betreft verzending van elektronische artikelen die regelmatig wegraken.
De consument verlangt schadevergoeding ad € 429,73 en vergoeding rechtshulp ad € 56,72.
Standpunt van PTT
Het standpunt van PTT luidt in hoofdzaak.
PTT kan niet aantonen dat de zending door geadresseerde is ontvangen; dat is niet mogelijk bij een zending zonder aanvullende diensten. PTT Post heeft getracht te achterhalen waar het pakket zich zou kunnen bevinden; dat is echter niet gelukt.
De aansprakelijkheid van PTT Post voor schade die voortvloeit uit behandeling van postzendingen is vastgelegd in artikel 7 van de Postwet en nader uitgewerkt in artikel 8 van de Algemene Voorwaarden voor opgedragen Postvervoer. Het komt er in hoofdzaak op neer dat PTT Post slechts dan aansprakelijkheid aanvaardt voor schade aan binnenlandse postzendingen als die worden verzonden met de aanvullende dienst ‘aantekenen’, ‘aantekenen met verzekerd vervoer’ of ‘aantekenen met waarde-aangifte’. De zending van de klager valt evenals alle andere postzendingen buiten deze categorieën.
Bovengenoemde beperkingen zijn opgenomen in de Algemene Voorwaarden voor opgedragen postvervoer. Deze zijn gratis verkrijgbaar op alle postkantoren. De klager had derhalve voldoende gelegenheid om kennis te nemen van de voorwaarden waaronder hij de vervoersovereenkomst mogelijk is aangegaan.
De aansprakelijkheid van PTT Post is wettelijk beperkt omdat PTT Post dagelijks circa 23 miljoen postzendingen vervoert. Bij een dergelijke omvang van de bedrijfsvoering zijn de risico’s zonder aansprakelijkheidsbeperking niet meer goed te overzien. Hierdoor zou het gevaar ontstaan dat de tarieven zeer hoog zouden worden, hetgeen de wetgever maatschappelijk gezien ongewenst acht.
Ten aanzien van de opmerkingen van de klager dat PTT Post volledig aansprakelijk is voor het zoek raken van zijn zending, omdat hij aan het loket er niet op gewezen is dat indien hij prijs stelde op een ‘verzekering’ van de inhoud, hij het pakket op een andere wijze (tarief) moest verzenden, merkt PTT Post op dat de eigen keuze en verantwoordelijkheid voor die keuze bij de afzender voorop staat. Het is aan hem te bepalen hoe hij zijn zending verstuurt. Daartoe kan hij kennis nemen van de tariefbrochure. Hoe de communicatie aan het loket tussen de consument en de loketmedewerk(st)er is verlopen, valt ook niet te achterhalen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Vaststaat dat consument een pakket heeft verzonden op het postkantoor te Zwolle, zonder aanvullende dienst; hij heeft een streepjescode ontvangen.
PTT Post kan niet aantonen dat dit pakket is ontvangen door een postorderbedrijf in Terneuzen.
Op basis van de Postwet en de Algemene Voorwaarden – die ruim zijn verspreid en op de postkantoren (gratis) verkrijgbaar zijn – is PTT post in een geval als het onderhavige niet aansprakelijk voor schade.
Een algemene informatieplicht betreffende mogelijke verzekeringen vloeit niet voort uit de wet. Het kan ook niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid worden geacht indien bij aanbieding van een postpakket niet wordt gewezen op deze mogelijkheid. Het is aan de consument te beoordelen of – onder meer in verband met de (waarde van de) inhoud van een pakket ten opzichte van de kosten en voorwaarden van verzekeren – hij deze aanvullende dienst verlangt.
De consument heeft derhalve geen recht op schadevergoeding.
Terzijde merkt de commissie op dat retourzendingen aan postorderbedrijven, mits voldoend aan hun voorwaarden, veelal vallen onder de verantwoordelijkheid van het betreffende postorderbedrijf.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is en dat als volgt dient te worden beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Post, op 15 februari 2002