Uit opdrachtbevestiging blijkt geen voorbehoud ten aanzien van de omvang van het herstel.

De Geschillencommissie




Commissie: Schilders-, Behangers- en Glaszetbedrijf    Categorie: Offerte    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 67262

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 5 november 2011 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het vervangen/restaureren van de red cedar rabatdelen van de woning van de consument tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 2.650,–. De werkzaamheden zijn verricht op of omstreeks 26 januari 2012.   De consument heeft een bedrag van € 1.325,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.   De consument heeft op 7 februari 2012 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Vanaf de start van de werkzaamheden is aan de ondernemer kenbaar gemaakt dat de opdracht niet geheel is uitgevoerd. Met de ondernemer is overeengekomen dat de red cedar rabatdelen aan de gehele voorgevel van de woning vervangen zouden worden. Dat is in meerdere gesprekken met de ondernemer benoemd en in de overeenkomst vastgelegd. De ondernemer heeft maar een gedeelte vervangen. De nog niet vervangen delen wil de ondernemer alleen tegen een meerprijs vervangen.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De aanleiding was het rapport van de verzekeraar en het oplossen van de oorzaak. Met de ondernemer is de gehele buitengevel bekeken. Loslatende planken aan de onderzijde en verroeste spijkers waren toen ook zichtbaar. De offerte is door de ondernemer opgesteld en in de woning van de consument doorgelopen, waarna partijen de overeenkomst hebben getekend.   De consument verlangt dat de ondernemer tevens het onderste gedeelte van de gevel vervangt.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De aanleiding voor het uitvoeren van de werkzaamheden was een waterschade. Daardoor moesten de bovenste twee kozijnen en het daarachter liggende folie worden vervangen. De verzekeraar noch de aannemer wilden de daaraan verbonden kosten vergoeden. Daarom is ervoor gekozen alleen de oorzaak ter plaatse van de overlast te herstellen. Op de foto is de oude situatie te zien. Daaruit blijkt dat het slechte gedeelte boven het probleem was. Het onderste deel ziet er goed uit.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De ondernemer had de focus gericht op het houtrot. De onderkant van de gevel is daarbij nooit overwogen. Achteraf is de ondernemer van mening dat een aantal zaken, bijvoorbeeld de goede delen van de gevel, in de offerte uitgesloten had kunnen worden. Volgens de ondernemer zou herstel van het onderste deel van de gevel € 2.000,– bedragen.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De kern van het geschil tussen de consument en de ondernemer betreft de omvang van het door de ondernemer te verrichten herstelwerk aan de gevel. De consument stelt met de ondernemer te zijn overeengekomen de hele gevel te vervangen, de ondernemer stelt dat overeengekomen is alleen het bovenste gedeelte van de gevel te herstellen, omdat zich daar houtrot als gevolg van indringend vocht had geopenbaard.   De commissie overweegt in de eerste plaats dat het doen van een aanbod en de aanvaarding daarvan tussen partijen een overeenkomst doet ontstaan. Vaststaat dat de ondernemer aan de consument een aanbod heeft gedaan tot vervanging van rabatdelen welk aanbod door de consument is aanvaard. Op 5 september 2011 hebben partijen immers een opdrachtbevestiging getekend. De opdrachtbevestiging betreft "vervangen rabat voorgevel". Voorts is in de opdrachtbevestiging opgenomen: "Het betreft een opdrachtbevestiging voor het leveren en plaatsen van red cedar rabat aan de voorzijde van de woning aan de [adresgegevens woning]." Vervolgens wordt een gespecificeerd overzicht gegeven van de uit te voeren werkzaamheden. Aan het slot van de opdrachtbevestiging is nog het volgende opgenomen: "[naam ondernemer] is niet verantwoordelijk voor de bestaande binnenwanden en de isolatie aan de binnenzijde achter het bestaande rabat dit zal wel worden bekeken en in overleg met de bewoner van de [adresgegevens woning] worden vervangen tegen een meerprijs." Tenslotte is in de opdrachtbevestiging bepaald dat het totaal van werkzaamheden uitgevoerd kan worden voor € 2.650,–.   De commissie is op grond van de door partijen getekende opdrachtbevestiging van oordeel dat de consument in beginsel aanspraak kan maken op vervanging van de rabatdelen van de gehele voorgevel van het pand aan de [adresgegevens woning] te [plaatsnaam]. De opdrachtbevestiging zelve is in dit opzicht niet voor een andere uitleg vatbaar, te meer daar in de opdrachtbevestiging niet is gebleken van enig voorbehoud ten aanzien van de omvang van het uit te voeren herstel. Met name is niet bepaald dat de rabatdelen onder de onderste kozijnen van de woning van herstel zijn uitgezonderd. Dat betekent derhalve dat de consument er in beginsel op had mogen vertrouwen dat de gehele gevel, inclusief het onderste gedeelte daarvan, van nieuwe folie en rabatdelen zou worden voorzien. Dit zou slechts anders zijn indien de consument op grond van de specifieke omstandigheden van het geval of uit mededelingen of gedragingen van de ondernemer had moeten begrijpen dat het aanbod van de ondernemer slechts betrekking kon hebben op het uitsluitend vervangen van de rabatdelen van het bovenste gedeelte van de voorgevel en dat door aanvaarding van dat aanbod de ondernemer slechts gehouden was tot partieel herstel.   De commissie is van oordeel dat met betrekking tot het laatst overwogene niet is komen vast te staan dat de consument uit het schriftelijke aanbod van de ondernemer redelijkerwijs had moeten begrijpen dat de omvang van het herstel uitsluitend de bovenste rabatdelen zou betreffen. De commissie grondt haar oordeel onder meer op het feit dat onweersproken is gesteld dat de consument met de ondernemer de gehele gevel heeft bekeken en dat toen zichtbaar was dat de onderste rabatdelen loszaten en dat spijkers roestig waren. Voorts is van belang dat de consument onbetwist heeft gesteld dat de ondernemer de offerte met de consument heeft doorgesproken en dat – zo begrijpt de commissie het standpunt van de consument – de ondernemer toen niet heeft aangegeven dat slechts het bovenste gedeelte van de gevel zou worden hersteld. Het moge wellicht zo zijn dat de aandacht van de ondernemer zich daarop vooral richtte, doch van een dergelijke beperking is niet gebleken uit de door de ondernemer opgestelde offerte. In dit verband overweegt de commissie nog dat artikel 3 lid 3 van toepasselijke algemene voorwaarden bepaalt dat het aanbod van de ondernemer een omschrijving omvat van de te verrichten werkzaamheden en de te leveren materialen die voldoende gedetailleerd is om een goede beoordeling van het aanbod door de consument mogelijk te maken. Aan de eisen van dit artikel voldeed het aanbod van de ondernemer, zodat er voor de consument geen aanleiding was om met betrekking tot de omvang van het aangeboden herstel vragen aan de ondernemer te stellen. Tenslotte is niet gesteld noch gebleken dat de consument uit zichzelf reeds had moeten begrijpen dat de met de ondernemer overeengekomen prijs zodanig laag was dat het haar zonder meer duidelijk had moeten zijn dat herstel van het onderste deel van de gevel daarin niet kon zijn begrepen.   De slotsom van al het voorgaande is dat een redelijke uitleg van de tussen partijen gesloten overeenkomst met zich brengt dat de ondernemer zich heeft verbonden tot vervanging van de rabatdelen van ook het onderste gedeelte van de voorgevel en, nu de ondernemer zulks (nog) niet heeft gedaan, zij in zoverre jegens de consument toerekenbaar te kort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer is gehouden te handelen overeenkomstig de tussen partijen gesloten overeenkomst van 5 september 2011, door ook de nog niet vervangen red cedar rabatdelen aan de voorgevel van de woning van de consument op overeenkomstige wijze te vervangen, zonder daarvoor aan de consument kosten in rekening te brengen.   Partijen dienen elkaar over en weer in de gelegenheid te stellen aan hun verplichtingen uit dit bindend advies te voldoen.   Een en ander dient te geschieden binnen een termijn van 2 maanden na de verzenddatum van dit bindend advies.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 100,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 685,–.   Zodra de commissie van beide partijen het bericht heeft ontvangen dat een en ander overeenkomstig de beslissing is geschied, zal het depotbedrag als volgt worden verrekend. Het depotbedrag wordt aan de ondernemer uitgekeerd.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Schilders-, Behangers- en Glaszetbedrijf, op 27 juli 2012.