
Commissie: Reizen
Categorie: Totstandkoming
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REI04-3063
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 30 december 2003 via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor tien personen naar Kreta in Griekenland, met verblijf in [naam hotel] te Aghios Nikolaos op basis van half pension in de periode van 20 augustus tot en met 3 september 2004, voor de som van € 11.250,–.
Standpunt van klager
Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.
Op 21 juli 2004 is de reis voor één persoon geannuleerd. Deze annulering viel niet onder de voorwaarden van de annuleringsverzekering omdat het om een verbroken relatie ging. Tegelijkertijd heeft één deelnemer een upgrade gehad van een tweepersoonskamer voor gebruik met twee personen naar een tweepersoonskamer voor alleengebruik, tegen een meerprijs van € 664,-. Door de reisorganisator zijn naast de genoemde meerprijs annuleringskosten in rekening gebracht ten bedrage van € 472,15, zijnde 35% van de reissom voor één persoon minus de vroegboekkorting. Onder verwijzing naar het gestelde in artikel 9 lid 4 van de ANVR Reisvoorwaarden heb ik in een schrijven van 28 juli 2004 (ruim voor vertrek) aangetoond dat de reisorganisator geen dan wel een lagere schade heeft geleden dan het aan mij in rekening gebrachte bedrag van € 472,15. De hotelkamer was namelijk tegen meerprijs afgekocht en in het vliegtuig had de reisorganisator, zo heeft het boekingskantoor voor mij gecheckt, geen enkele stoel meer beschikbaar op de data van de geplande heen- en terugreis. De reisorganisator heeft op mijn klacht slechts gereageerd met de stelling dat een en ander volgens de ANVR Reisvoorwaarden is afgehandeld en is in geen enkele instantie ingegaan op mijn argumenten. Ik blijf dan ook van mening dat aan mij ten onrechte een bedrag van € 472,15 aan annuleringskosten in rekening is gebracht.
Klager verlangt een vergoeding van € 532,15 voor ten onrechte betaalde annuleringskosten alsmede het betaalde klachtengeld.
Standpunt van de reisorganisator
Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.
Voorzover klager zich beroept op artikel 8 van de ANVR Reisvoorwaarden, zijn wij van mening dat er van “in de plaats stelling” geen sprake is geweest. Immers, op 21 juli 2004 werd door klager opdracht gegeven om de reservering van één persoon te annuleren. Door klager is geen andere reiziger aangemeld die dezelfde reis in plaats van deze persoon zou maken.
In artikel 9 van de ANVR Reisvoorwaarden staat vermeld welk percentage van de reissom bij annulering door de reiziger is verschuldigd. Aangezien de reis op 21 juli 2004 werd opgezegd is er sprake van een annulering vanaf de 42ste dag tot de 28ste dag. Mitsdien hebben wij conform lid 2, sub b 35% kosten in rekening gebracht.
Artikel 9 lid 4 van de ANVR Reisvoorwaarden vermeldt dat wij eraan gehouden zijn om lagere dan in rekening gebrachte kosten te berekenen indien klager gemotiveerd aangeeft waarom onze schade lager is uitgevallen. Hoewel wij niet van oordeel zijn dat klager daadwerkelijk heeft aangetoond dat onze kosten lager zijn uitgevallen, vermelden wij hierover het volgende. Allereerst merken wij op dat bij annulering voor iedere reisorganisator kosten ontstaan vanwege administratieve handelingen tengevolge van het verwerken van de annulering. Ten tweede zijn wij het boekingskantoor commissie verschuldigd over de in rekening gebrachte annuleringskosten. Het in rekening brengen van een éénpersoonskamer hield rechtstreeks verband met de annulering voor één persoon, aangezien wij de geboekte tweepersoonskamer moesten aanhouden voor alleengebruik. Deze situatie heeft ons geen voordeel opgeleverd. Essentieel achten wij in de gegeven situatie daarentegen de vermelding van klager dat door het boekingskantoor zou zijn geconstateerd dat het vliegtuig op 20 augustus zonder open plaatsen is vertrokken. Nog afgezien van het feit dat deze vaststelling op geen enkele wijze wordt aangetoond, blijkt deze strijdig met de realiteit. Het toestel van [naam vliegtuigmaatschappij] was volledig door ons ingehuurd. Op 20 augustus 2004 is [naam vlucht] met 24 open plaatsen vertrokken. Wij verwijzen naar de verklaring van [naam vliegtuigmaatschappij] hierover. Wij achten hiermee aangetoond dat de door klager geannuleerde stoel niet opnieuw door ons is verkocht. Bovendien had klager op 20 augustus in één oogopslag kunnen zien dat het toestel niet voor 100% bezet was. Wij zijn derhalve van mening dat de juiste annuleringskosten in rekening zijn gebracht.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De vraag of terecht annuleringskosten in rekening zijn gebracht, en zo ja of klager eventueel recht kan doen gelden op een matiging van de annuleringskosten moet worden beoordeeld in het licht van de artikelen 8 en 9 van de ANVR Reisvoorwaarden.
De annulering vond plaats op de 21 juli 2004, 29 dagen voor vertrek. De annuleringskosten bedroegen derhalve, conform artikel 9 lid 2 onder b, 35%.
De stelling van klager dat door annulering van een deelnemer en de “upgrade” van een tweepersoonskamer voor gebruik door twee personen naar een tweepersoonskamer voor alleengebruik een soort in de plaatsstelling in de zin van artikel 8 van de Reisvoorwaarden zou ontstaan, volgt de commissie niet. Er is immers geen andere reiziger aangemeld. De commissie is derhalve van oordeel dat in het gegeven geval een situatie als beschreven in artikel 9 lid 6 van de Reisvoorwaarden is ontstaan. Daarin wordt bepaald dat het annuleren van een overeenkomst door een reiziger die met een aantal andere reizigers gezamenlijk een verblijf heeft geboekt als annulering van de totale overeenkomst geldt. Indien echter de overblijvende reizigers dat willen en de gewenste groepsgrootte voorkomt in de prijstabel van de accommodatie, blijft de overeenkomst in stand. Deze reizigers zullen dan de reissom moeten betalen, zoals deze voor het resterende aantal reizigers in de prijstabel vermeld staat. Indien de overblijvende reizigers een nieuwe reisovereenkomst voor hetzelfde tijdvak en dezelfde accommodatie aangaan, worden de voor de overblijvende reizigers ontvangen annuleringsgelden in mindering gebracht op de nieuwe reissom. Het totaalbedrag van de nieuwe boeking zal het totaalbedrag van de oorspronkelijke boeking evenwel nooit te boven gaan.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de reisorganisator terecht een bedrag aan klager in rekening heeft gebracht voor het alleengebruik van de tweepersoonskamer. Tevens komt hiermee het totaalbedrag van de nieuwe boeking niet boven het bedrag van de oorspronkelijke boeking uit.
Op basis van artikel 9 lid 4 beroept klager zich erop dat de schade van de reisorganisator lager is uitgevallen dan de in rekening gebrachte annuleringskosten. De commissie merkt in dat kader het volgende op. Vooropgesteld wordt dat de reisovereenkomst als een pakket moet worden beschouwd. Derhalve dient te worden bekeken of de schade tengevolge van het annuleren van het totale pakket lager uitvalt dan de in rekening gebrachte annuleringskosten. Daarnaast is de commissie van oordeel dat de reisorganisator met de verklaring van de luchtvaartmaatschappij dat het volledig door de reisorganisator gecharterde vliegtuig met lege stoelen is vertrokken, heeft aangetoond dat de vliegtuigstoel niet nogmaals is verkocht. In dat kader is het van belang dat volgens artikel 9 lid 4, naast het geleden verlies eveneens de gederfde winst van belang wordt geacht. En tenslotte acht de commissie aannemelijk dat voor de reisorganisator kosten zijn verbonden aan een annulering (communicatiekosten, administratiekosten, commissiekosten, kosten in verband met de wijziging van de reservering cq annulering bij de accommodatieverschaffer).
Gelet op het voorgaande is de commissie van oordeel dat op de juiste wijze annuleringskosten in rekening zijn gebracht en tevens dat op de juiste wijze een herberekening van de kamerprijs heeft plaatsgevonden en tenslotte dat niet door klager is aangetoond dat de schade voor de reisorganisator lager was dan het bedrag dat als annuleringskosten in rekening is gebracht.
De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door klager verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, op 21 maart 2005.