Commissie: Makelaardij
Categorie: Schadevergoeding
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
62334
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de gevolgen van de intrekking van een opdracht tot bemiddeling bij verkoop. De consument heeft een bedrag van € 957,95 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. De consument heeft in september 2011 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. In april 2011 heb ik mijn woning bij de ondernemer in verkoop gegeven. Mij werd gezegd dat een opbrengst van € 190.000,– reëel zou zijn, en als het niet binnen zes weken zou lukken de woning voor die waarde te verkopen zou ik de opdracht kosteloos kunnen intrekken. In mijn omgeving heb ik vervolgens eens geïnformeerd wat een goede vraagprijs zou zijn en mij werd geadviseerd hoog in te steken, op € 218.500,–, om te voorkomen dat de woning voor een te lage prijs verkocht zou worden en ik met een restschuld zou blijven zitten. De ondernemer adviseerde mij een vraagprijs van € 199.000,– om ineens zoveel mogelijk kijkers te trekken zodat de prijs opgedreven kon worden. Ik heb mijn ideeën uiteen gezet en uiteindelijk hebben wij besloten de vraagprijs op € 215.000,– te zetten. Mocht dat niet lukken, dan zouden we zakken tot € 199.000,–. Mij werd gezegd dat ik na bezichtigingen altijd meteen teruggebeld zou worden maar tot twee maal toe is dat niet gebeurd en moest ik er zelf achteraan. Uit evaluatiegesprekken werd duidelijk dat kopers de woonkamer klein vonden en dat de keuken en vloer aan vervanging toe waren. De ondernemer adviseerde mij de woning aan te bieden met een verbouwingsbon, dan wel tijdelijk vrij op naam aan te bieden. Ook adviseerde hij mij mee te doen met een open huizen route, maar vanwege mijn vakantie was dat onmogelijk. Ik heb de ondernemer gevraagd of het een idee zou zijn om een aannemer te laten kijken en dat vond hij een goed idee; hij heeft een aannemer gebeld en een afspraak gemaakt. Een vergelijkbare woning in de buurt werd toen via een open inschrijving aangeboden en ik heb gevraagd of dat ook voor mij een goed idee zou zijn, maar de ondernemer ried mij dat af. Een week later was die andere woning toch verkocht. Ik heb besloten om de vraagprijs te verlagen tot € 199.000,–. Ik heb aan de ondernemer gevraagd voor hoeveel dat andere pand in de buurt was verkocht maar hij kon mij daarop geen antwoord geven. Ook heb ik gezegd dat ik nog geen offerte van de aannemer had ontvangen. Begin juli is die andere woning formeel verkocht; er was nog steeds geen offerte van de aannemer. Tot medio augustus had ik echter niets van de ondernemer gehoord en daarop heb ik een emailbericht van 13 augustus 2011 gestuurd, waarin ik aandrong op verbetering. Ik ontving daarop een reactie van 15 augustus 2011 die mij zozeer in het verkeerde keelgat is geschoten, dat mijn vertrouwen in de ondernemer verdwenen was zodat ik mij genoopt heb gezien de opdracht in te trekken. Ik heb bovendien aanspraak gemaakt op rapportages waarvoor ik had betaald. Na lange tijd heb ik die gekregen. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De woning is inmiddels verkocht. De consument verlangt dat de commissie zal bepalen dat zij geen bedrag verschuldigd is. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Anders dan de consument stelt is niet afgesproken dat bij intrekking binnen zes weken er kosteloos ingetrokken kon worden. Ik verwijs naar de opdracht, waarin intrekkingskosten zijn overeen gekomen. Het is juist dat wij twee maal verzuimd hebben na een bezichtiging tijdig terug te koppelen. In zoverre waren de klachten van de consument terecht. En ook hebben wij niet tijdig de consument op de hoogte gebracht van de verkoop van de andere woning in de buurt. Doordat de opdracht echter is ingetrokken, hebben wij ook geen kans gehad om onze inspanningen in zoverre te verbeteren. De consument heeft onze adviezen inzake de verkoopprijs genegeerd. Overeenkomstig de afspraak hebben wij een aannemer aangezocht. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De ondernemer is tot twee maal toe aantoonbaar een afspraak niet nagekomen. Ofschoon dit geen schoonheidsprijs verdient, is van enig nadeel dat daardoor geleden zou zijn niet gebleken. Bovendien heeft de ondernemer als gevolg van de intrekking feitelijk geen kans meer gekregen zich in zoverre te verbeteren. Deze tekortkomingen rechtvaardigen geenszins de ontbinding van de overeenkomst. Wat de prijzen betreft: uit de stellingen van beide partijen blijkt dat de consument tegen de adviezen van de ondernemer in een eigen koers is gaan varen. De gevolgen daarvan komen voor haar eigen rekening. De ondernemer heeft toegezegd een aannemer te zullen aanzoeken. Dat heeft de ondernemer ook gedaan. Dat vervolgens de aannemer, naar de zin van de consument, niet snel genoeg reageert, kan de ondernemer niet worden verweten. Evenmin is gebleken van een tekortkoming ten aanzien van de inspanningen van de ondernemer om de verkoopprijs van het in de buurt verkochte pand te achterhalen. Op 13 augustus 2011 heeft de consument de ondernemer een e-mail gezonden. Terecht maakt zij hierin bezwaar tegen het tot twee maal toe niet nakomen van afspraken omtrent terugbellen en verklaart zij dienaangaande verbetering te verwachten. Vervolgens heeft zij ontbinding in het vooruitzicht gesteld indien niet aan haar wensen zou worden voldaan. Enerzijds is het niet onjuist om bij gebleken tekortkomingen de wederpartij op de hoogte te stellen van de mogelijke gevolgen, anderzijds diende de consument zich te realiseren dat een relatie tussen een makelaar en een klant een vertrouwensrelatie is, welke door deze aankondiging in een grotere mate op scherp werd gesteld dan veelal wenselijk lijkt. De ondernemer heeft hierop gereageerd bij e-mail van 15 augustus 2011. De consument stelt dat dit bericht haar in het verkeerde keelgat is geschoten, doch de reactie van de ondernemer blijft naar het oordeel van de commissie geheel binnen de grenzen van wat in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk en aanvaardbaar is.
De ondernemer eindigt met de volgende tekst: Kort gezegd had ik geen vervelend gevoel over de verkoop zover en lijkt het mij verstandig even samen te komen of er inderdaad nog wel een basis om verder te werken [bestaat] aangezien er van beiden kanten vertrouwen in een goede afloop moet zijn. Als uit dit gesprek blijkt dat er geen basis is voor een verdere samenwerking kunt u altijd van de overeenkomst afzien, echter is dit niet kosteloos zoals u stelt in uw schrijven. Ik verneem graag van u wanneer het schikt dat we even bij elkaar komen, de locatie maakt mij niet uit. Ik hoop op snelle reactie zodat wij dit probleem op kunnen lossen. Naar het oordeel van de commissie heeft de ondernemer hiermee niets miszegd. Hij heeft alle ruimte geboden voor continuering van de relatie, nadat eventuele plooien zouden zijn gladgestreken. Dat de consument hieruit de consequentie heeft getrokken dat zij geen prijs stelde op voortzetting van de relatie is haar goed recht, doch dient te worden beschouwd als een intrekking met alle gevolgen welke de overeenkomst daaraan verbindt. Van een tekortkoming welke de ontbinding rechtvaardigt is geen sprake. De verschuldigdheid van de door de ondernemer gevorderde posten volgt uit het getekende opdrachtformulier. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Het depotbedrag ad € 957,95 wordt uitbetaald aan de ondernemer. Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij, op 16 januari 2012.