Vaststaat dat door de ondernemer aan de consument terug te betalen bedrag niet tijdig aan de consument is terugbetaald; recht op schadevergoeding.

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Betaling    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 62538

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de terugbetaling door de ondernemer aan de consument van de teveel betaalde bedragen wegens het verbruik van gas en elektriciteit.  De consument heeft op 1 juni 2011 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De ondernemer heeft op voor de consument onverklaarbare redenen een correctie van de meterstanden aangevraagd in verband met een negatief verbruik van gas. Het teveel in rekening gebrachte bedrag had aan de consument dan wel zijn huidige leverancier moeten worden uitbetaald. Hiermee is de ondernemer in gebreke gebleven. Het betreft een bedrag van € 1.983,27. Uiteindelijk heeft de consument op 14 september 2011 een schriftelijke bevestiging ontvangen dat het bedrag binnen 20 dagen zal worden uitgekeerd. Ook hieraan heeft de ondernemer zich niet gehouden. De consument is van de correctieaanvraag niet door de ondernemer op de hoogte gesteld, maar is daar zelf achter gekomen door een bericht van de netbeheerder. De consument heeft tweemaal het hoofdkantoor van de ondernemer bezocht en daarvoor vrij moeten nemen. Hij verlangt de betaling van het bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment dat de correctie was uitgevoerd. Ook dienen de in rekening gebrachte aanmaan- en incassokosten te worden vergoed. Ook heeft de consument hoge telefoonkosten gemaakt.    Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Inmiddels bijna drie jaar na de uitgevoerde correctie heeft de ondernemer het bedrag van € 1.933,27 terugbetaald. De consument is niet akkoord gegaan met een door de ondernemer aangeboden schikking aangezien de in rekening gebrachte herinneringskosten en aanmaankosten onterecht zijn geweest. De betaalde incassokosten heeft de consument terugontvangen. Die hadden betrekking op een door de ondernemer tegen de consument aanhangig gemaakte procedure met betrekking tot het adres Bredaseweg dat in dit geschil geen rol speelt. Die procedure is later geroyeerd. De correctienota werd niet uitbetaald wegens een vermeende achterstand in de betaling van de voorschotten. De voorschotbedragen waren veel te hoog. De consument is bij zijn nieuwe leverancier in de problemen gekomen omdat deze voortborduurde op de te lage beginstand en dat tot een te hoog verbruik leidde. De rechter heeft die leverancier toegestaan van die meterstand uit te gaan. Uiteindelijk is de consument in de schuldsanering beland.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   In verband met de overstap van de consument naar een andere leverancier heeft de ondernemer op 18 november 2009 een eindafrekening gestuurd. Het tegoed van € 726,36 is verrekend met niet betaalde voorschotbedragen. De consument heeft bezwaar gemaakt tegen de eindafrekening, maar de ondernemer heeft geen meterstanden ontvangen.   Op 24 juli 2009 heeft de ondernemer bij de netbeheerder een correctieverzoek ingediend. Dit wordt afgewezen omdat de beginstanden die door de consument zijn opgegeven niet plausibel zijn. Op 24 augustus 2011 wordt opnieuw een correctieverzoek ingediend. Op basis van de reactie van de netbeheerder wordt op 14 september 2011 een correctienota opgemaakt. De consument dient een bedrag van € 1.983,27 te ontvangen. Dit bedrag wordt op 10 november 2011 overgemaakt aan de consument.   De ondernemer heeft aanmaankosten in rekening gebracht omdat de consument niet tijdig betaalde.   De procedure met betrekking tot een ander adres van de consument is geroyeerd en heeft dus geen kosten voor de consument met zich mee gebracht. Uit coulance is de ondernemer bereid de aanmaankosten te crediteren en het klachtengeld te vergoeden. Ook heeft de ondernemer de opzegkosten van € 250,– onverplicht gecrediteerd.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Het doorvoeren van de correctie heeft lang geduurd omdat de ondernemer aanvankelijk de verkeerde EAN-codes had ontvangen. Uiteindelijk werd duidelijk dat het correctieverzoek al in 2009 was goedgekeurd.   Op de zaak met betrekking tot de Bredaseweg komt de ondernemer niet meer terug.   Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.   In het onderhavige geschil staat vast dat het door de ondernemer aan de consument terug te betalen bedrag niet tijdig aan de consument is terugbetaald. De consument heeft meerdere vergeefse pogingen ondernomen om dit bedrag terug te krijgen, maar de ondernemer heeft dit bedrag eerst na het indienen van de klacht bij de commissie aan de consument betaald. Het is de commissie niet duidelijk geworden waarom een en ander zo lang heeft geduurd aangezien het de ondernemer reeds geruime tijd bekend had kunnen zijn dat er een correctie diende te worden uitgevoerd.   Naar het oordeel van de commissie heeft de ondernemer dan ook onzorgvuldig jegens de consument gehandeld en is de ondernemer gehouden de als gevolg daarvan door de consument geleden schade te vergoeden. Naar billijkheid wordt deze schade door de commissie begroot op  een bedrag van € 250,–.    Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 250,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 25,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 26 januari 2012.