Commissie: Energie
Categorie: Verhuizing
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
49493
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft de jaarafrekening d.d. 8 juli 2010 over 2009-2010, waarbij volgens de consument onjuiste beginstanden zijn gehanteerd betreffende de levering van gas en elektriciteit door de ondernemer op het aansluitadres van de consument. De consument heeft bij brief van 15 juli 2010 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. De consument heeft een bedrag van € 692,42 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument is op 27 juli 2009 verhuisd naar het adres [adresgegevens]. Op 27 juli 2009 heeft consument een contract voor de levering van gas en elektra gesloten met de ondernemer. Op 8 juli 2010 ontving consument van ondernemer de jaarafrekening 2009-2010 met daarop als beginstand 47.596 voor groene stroom en 10.441 voor groen gas. De juiste beginstanden waren blijkens het door de consument ingevulde inspectierapport van de woningbouwvereniging [naam woningbouwvereniging] van 24 juni 2009 echter 50.610 voor elektra en 11.110 voor gas. De consument stelt de juiste beginstanden aan de ondernemer te hebben doorgegeven voor de eerste maal tijdens het afsluiten van het energiecontract op 27 juli 2009. Binnen 15 dagen nadien heeft de consument de meterstanden nogmaals doorgegeven, middels het meterstandenformulier. Na contact met [naam netwerkbeheerder] is de consument gebleken dat de door [naam netwerkbeheerder] gehanteerde beginstanden vermeld in de jaarafrekening een schatting waren. De consument is van mening dat de ondernemer in gebreke is gebleven met het verwerken van de door de consument doorgegeven beginstanden. De consument vernam dat de laatst bekende opgenomen meterstand voor zijn verhuizing die van 20 februari 2008 is geweest. Kennelijk is er een verschil aanwezig tussen de eindstanden van de vorige eigenaar/huurder en de beginstanden zoals geregistreerd door de consument op 27 juli 2009. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De consument is er niet zeker van dat hij reeds op 27 juli 2009 een contract met de ondernemer heeft afgesloten. Mogelijk is dat iets later geweest. Hij heeft op de dag van het afsluiten van het contract de beginstanden telefonisch doorgeven. De consument weet niet meer op welke dag dat telefoongesprek door hem werd gevoerd en met wie hij toen gesproken heeft. Hij heeft dat gesprek niet schriftelijk aan de ondernemer bevestigd. Hij heeft enige tijd later de meterstanden doorgegeven aan de ondernemer middels het hem toegezonden meterstandenformulier. Hij weet niet meer precies wanneer hij dat gedaan heeft. Hij heeft dat formulier niet met een begeleidende brief aan de ondernemer toegezonden. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om schriftelijk te reageren op de klacht van de consument. Ook is de ondernemer niet ter zitting van de commissie verschenen om een en ander nader toe te lichten. Wel bevindt zich in het dossier een brief d.d. 24 augustus 2010 van de ondernemer aan de consument, waarin de ondernemer heeft medegedeeld dat uit het dossier niet blijkt dat de meterstanden door de consument zijn doorgegeven. Om die reden zijn de beginstanden dan ook geschat door de netwerkbeheerder, [naam netwerkbeheerder]. De ondernemer is gebonden aan de door [naam netwerkbeheerder] vastgestelde meterstanden. Op het verzoek van de ondernemer aan [naam netwerkbeheerder]om de meterstanden aan te passen, heeft [naam netwerkbeheerder]negatief gereageerd. Volgens de ondernemer zou [naam netwerkbeheerder]de standen op basis van landelijke afspraken wel moeten aanpassen, omdat de afwijking gelijk aan of groter is dan 50% van het geschatte jaarverbruik, maar [naam netwerkbeheerder]wil dat niet doen. De ondernemer kan de meterstanden alleen aanpassen als de netwerkbeheerder dit ook doet. Beoordeling van het geschil De commissie overweegt het volgende. In het dossier bevindt zich een brief van de ondernemer van 28 juli 2009 aan de consument waarin de aanmelding door de consument wordt bevestigd. In die brief staat dat de ondernemer met ingang van 27 juli 2009 groene energie aan de consument gaat leveren. De commissie gaat er dan ook vanuit dat die laatste datum, de datum is geweest waarop het contract tussen partijen tot stand kwam. Bovendien staat in die brief vermeld dat indien de consument de meterstanden nog niet had doorgegeven hij vriendelijk verzocht werd deze binnen twee dagen na de sleuteloverdracht door te geven middels het bijgevoegde meterstandenformulier. Ter zitting van de commissie heeft de consument verklaard dat hij de sleutels op 24 juli 2009 overhandigd kreeg en dat hij op 27 juli 2009 is verhuisd. De consument heeft ter zitting verklaard dat hij niet meer precies weet wanneer hij dat formulier heeft ingevuld en aan de ondernemer heeft geretourneerd. Een kopie van het meterstandenformulier bevindt zich in het dossier. Hierop is slechts ingevuld de meterstand elektriciteit, de naam van de consument en diens geboortedatum en handtekening. De ondernemer heeft uitdrukkelijk betwist dat de meterstanden door de consument aan de ondernemer werden doorgeven. Naar het oordeel van de commissie heeft de consument – gelet op hetgeen hiervoor is overwogen – onvoldoende kunnen aantonen dat hij de beginstanden daadwerkelijk aan de ondernemer heeft doorgegeven. Gelet daarop is het in strijd met de redelijkheid en billijkheid dat de meterstanden, zoals door de consument opgegeven, door de ondernemer dan wel [naam netwerkbeheerder] alsnog zouden moeten worden overgenomen. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. De commissie bepaalt dat het depotbedrag van € 692,42 aan de ondernemer wordt uitbetaald. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water op 3 februari 2011.