Commissie: Energie
Categorie: Overeenkomst
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
169603/186008
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument betwist het in rekening gebrachte energieverbruik en maakt bezwaar tegen de facturen die hij heeft ontvangen. De ondernemer geeft aan dat de jaarnota’s zijn gemaakt aan de hand van de verbruikte energie. De ondernemer geeft wel aan dat er energie is verbruikt in een relatief dure periode. Aangezien de meterstanden niet door de consument zijn betwist, gaat de commissie uit van de juistheid ervan. De stellingen van de consument zijn niet voldoende gemotiveerd. De klacht is ongegrond.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de door de ondernemer aan de consument in rekening gebrachte bedragen voor het verbruik van gas en stroom.
De klaagster heeft de klacht op 13 april 2022 aan de ondernemer voorgelegd.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument is enige tijd klant van de ondernemer geweest. Hij had een contract voor één jaar. In dat jaar was hij 4 maanden afwezig, terwijl hij bij de jaarnota een bedrag van € 363,- moest bijbetalen. Na het eerste jaar was sprake van een contract met variabele tarieven. Op de eindnota moest de consument een bedrag van € 563,- bijbetalen, voor het verbruik van energie van slechts één maand. De afrekeningen kloppen niet want de ondernemer had aangegeven dat de consument geld zou terugkrijgen.
Ter zitting heeft de consument voor zover van belang nog het volgende aangevoerd.
De door de ondernemer gehanteerde prijzen kloppen niet. De consument wil weten hoeveel hij in totaal heeft verbruikt. Hij was 4 maanden naar Kaapverdië. De consument betwist de meterstanden niet, maar wel het verbruik en de tarieven. Hij vraagt zich af waarom de ondernemer niet ter zitting is verschenen.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De klacht van de consument betreft de hoogte van de jaarnota van 11 februari 2022 en van de eindnota van 15 maart 2022. Beide nota’s zijn opgemaakt aan de hand van de werkelijke meterstanden, er is sprake van slimme, op afstand af te lezen meters, en de gehanteerde tarieven zijn ook juist. De ondernemer heeft vanaf 1 februari 2021 tot 10 maart 2022 energie aan de consument geleverd.
De enige reden waarom de consument bij moet betalen is dat de nota over een relatief dure periode gaat, zowel qua gebruik als qua tarief en er in de periode tussen februari en 10 maart ’22 slechts één termijnbetaling is gedaan.
Voor het geval de consument twijfelt aan de juiste werking van de meter dient hij een ijking bij de netbeheerder aan te vragen. Mocht blijken dat de meter inderdaad niet goed functioneert dan vindt een correctie plaats. Tot aan dat moment moet het geregistreerde verbruik als het werkelijke verbruik worden aangehouden.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
In het onderhavige geschil klaagt de consument over de hoogte van de jaarnota en de hoogte van de eindnota. Hij stelt dat het verbruik en de gehanteerde tarieven te hoog zijn.
De ondernemer voert gemotiveerd verweer.
De commissie volgt het standpunt van de ondernemer.
De commissie stelt voorop dat nu de geregistreerde meterstanden niet, althans niet gemotiveerd, door de consument zijn betwist, zij van de juistheid van het geregistreerde verbruik dient uit te gaan. Te meer nu niet gebleken is dat de consument geen ijking heeft laten uitvoeren en evenmin het voornemen heeft geuit om dat alsnog te laten doen.
Voor wat betreft de gehanteerde tarieven stelt de consument dat deze te hoog zijn. De consument laat echter achterwege deze stelling nader toe te lichten, bijvoorbeeld door een vergelijking te maken tussen de overeengekomen tarieven en de gehanteerde tarieven, zodat het voor de commissie niet mogelijk is om de juistheid van deze stelling, tegenover het verweer van de ondernemer dat de gehanteerde tarieven juist, te beoordelen.
Het stond de ondernemer vrij om niet ter zitting te verschijnen.
Op grond van het bovenstaande is de klacht van de consument ongegrond.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist en vastgelegd door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit mr. F.C. Schirmeister, voorzitter, mr. W.H. van Oorspronk en mr. E.J.P.J.M. Kneepkens, leden, op 6 december 2022.