Vergoeding reparatie volgens Nederlands prijspeil, niet volgens buitenlandse prijzen

De Geschillencommissie




Commissie: Voertuigen    Categorie: Non conformiteit / Schade / Vergoeding    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 189351/193200

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument kocht een gebruikte auto bij de ondernemer. Het voertuig werd tot camper omgebouwd. In verband met de duur van de werkzaamheden aan het voertuig, is besloten de garantie te verlengen tot 12 maanden. In Noorwegen is het voertuig gerepareerd. In het geschil is dan ook of het daadwerkelijk betaalde bedrag vergoed moet worden, of dat de vergoeding omlaag bijgesteld moet worden naar Nederlandse prijzen. De ondernemer doet een beroep op artikel 15 van de BOVAG-voorwaarden. Ook vraagt de ondernemer om verwijdering van de negatieve berichten die de consument op internet heeft geplaatst. De commissie heeft besloten dat de vergoeding volgens het Nederlandse prijspeil wordt bijgesteld.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Voertuigen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken

De behandeling van het geschil heeft tijdens een (digitale) zitting op 18 januari 2023 te Utrecht plaatsgevonden.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Partijen hebben ter zitting hun standpunt nader toegelicht.

De ondernemer werd ter zitting vertegenwoordigd door de heer [naam].

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 11 augustus 2021 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een gebruikte [bedrijfswagen], tegen een door de consument te betalen prijs van € 20.207,–.

De overeenkomst is op 10 september 2021 uitgevoerd.

De consument heeft de klacht op 27 augustus 2022 voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Alvorens tot de aanschaf van het voertuig over te gaan liet de consument bij een andere garage een aankoopkeuring uitvoering. Op de lijst met gebreken staat onder andere vermeld dat de remblokken en de remschijven moeten worden vervangen en dat daarbij waarschijnlijk zal blijken dat ook de wiellagers vervangen moeten worden. Met de ondernemer is de afspraak gemaakt dat de werkzaamheden zoals vermeld op de lijst zullen worden uitgevoerd en dat BOVAG-garantie van twaalf maanden wordt verleend, omdat duidelijk was dat het voertuig tot camper zou worden omgebouwd en daarmee wel zeven maanden gemoeid zou zijn. Bij de aflevering werd aangegeven dat de wiellagers niet waren vervangen omdat dit niet nodig was.

Binnen 3.000 kilometer na de aflevering, tijdens een vakantie in Noorwegen, bleek dat de wiellager linksvoor totaal was versleten en vervangen moest worden. Met de in Noorwegen uitgevoerde reparatie was een bedrag gemoeid van € 772,61. De ondernemer wil dit bedrag niet volledig vergoeden, maar slechts tot een bedrag van € 412,67 zijnde het Nederlandse prijspeil van de betreffende reparatie. De ondernemer beroept zich op artikel 15 van de BOVAG-voorwaarden. De consument is van mening dat sprake is van non-conformiteit, zodat deze beperking niet geldt.

De consument heeft meteen na terugkomst uit Noorwegen contact met de ondernemer opgenomen. De vervangen onderdelen zijn niet bewaard.

De consument verlangt volledige vergoeding van de in Noorwegen gemaakte kosten.

Ter zitting heeft de consument verder nog in hoofdzaak het volgende aangevoerd.
De consument blijft bij het beroep op non-conformiteit. De consument hoorde al wel wat geluiden, maar in Noorwegen werd het heel erg. Hij dacht er niet aan om de ondernemer direct op de hoogte te stellen en de onderdelen te bewaren.

De consument blijft bij zijn uitingen op internet en trekt deze niet in.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer deelt het standpunt van de consument niet. De ondernemer heeft in overeenstemming met de BOVAG-garantie aangeboden om de normale in Nederland geldende kosten van het vervangen van het wiellager volledig te vergoeden. De reparatie is zonder overleg met de ondernemer uitgevoerd en de vervangen onderdelen heeft de ondernemer niet kunnen beoordelen. De ondernemer wijst daartoe op artikel 15 van de BOVAG-voorwaarden.

De consument vond het niet nodig om de beslissing van de commissie af te wachten en heeft zich op meerdere sociale media negatief over de ondernemer uitgelaten. De ondernemer verzoekt de consument diens uitingen te verwijderen.

Ter zitting heeft de ondernemer in hoofdzaak het volgende aangevoerd.

De ondernemer blijft zijn voorstel gestand doen.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

In het onderhavige geschil klaagt de consument over de hoogte van de door de ondernemer aangeboden vergoeding van de kosten van de in Noorwegen uitgevoerde reparatie waarbij een wiellager is vervangen.

De consument stelt dat het betreffende wiellager al bij de aankoop had moeten worden vervangen.

De ondernemer voert gemotiveerd verweer.

De commissie stelt voorop dat het in de rede had gelegen dat de consument meteen na het intreden van het gebrek contact had gezocht met de ondernemer om te overleggen over de uit te voeren reparatie. Ook lag het in de rede dat de consument de vervangen onderdelen zou bewaren en aan de ondernemer ter controle zou tonen. Beide zaken zijn door de consument nagelaten.

Gelet hierop, en de tussen partijen overeengekomen 12 maanden BOVAG-garantie, is het standpunt van de ondernemer dat hij op grond van artikel 15 van de BOVAG-voorwaarden slechts gehouden is om de kosten naar het Nederlandse prijspeil te vergoeden, redelijk en daarmee in overeenstemming en zal de commissie dat standpunt dan ook overnemen. De consument heeft de kostenopgave van de ondernemer als zodanig niet betwist, zodat de commissie van de juistheid van het bedrag van € 412,67 zal uitgaan.

Dit brengt mee dat de klacht van de consument weliswaar gegrond is, nu het gebrek, binnen de overeengekomen garantietermijn is ontstaan en de ondernemer uit dien hoofde in beginsel verplicht is de kosten van herstel te vergoeden, maar zal met toepassing van het bepaalde in artikel 21 lid 1 onder b. van het Reglement van de commissie aan de ondernemer geen behandelingskosten in rekening worden gebracht en behoeft hij het door de consument betaalde klachtengeld niet te vergoeden.

De kwestie van de uitingen op sociale media vormt geen onderdeel van het onderhavige geschil en dient dan ook verder buiten beschouwing te blijven.

Derhalve wordt beslist als volgt.

Beslissing
De ondernemer betaalt een vergoeding van € 412,67 aan de consument. De betaling dient binnen 14 dagen na de verzendatum van dit bindend advies plaats te vinden.

De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen, bestaande uit de heer mr. F.C. Schirmeister, voorzitter, A.M. Velberg en mr. P.B. Vos, leden, op 18 januari 2023.