Commissie: Schilders-, Behangers- en Glaszetbedrijf
Categorie: Schadevergoeding
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
69774
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 22 maart 2011 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verrichten van overeengekomen werkzaamheden conform offerte d.d. 22 maart 2011 tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 4.210,–. De werkzaamheden zijn verricht op of omstreeks januari 2012. De consument heeft op 19 december 2011 telefonisch en op 16 januari 2012 schriftelijk de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer heeft de aangenomen opdracht niet, althans niet juist uitgevoerd. Meer in het bijzonder heeft de consument de navolgende klachten: 1. het buitenschilderwerk aan de nieuwbouw is niet uitgevoerd; 2. het nieuwe houtwerk binnen is niet volgeplamuurd; 3. in de woonkamer is slecht werk geleverd doordat met zijdeglans is gelakt, terwijl hoogglans was verzocht en doordat kitwerk niet deugdelijk is uitgevoerd. De ondernemer heeft vervolgens niet meer op de klachten van de consument gereageerd, waardoor deze maandenlang in onzekerheid heeft verkeerd of het werk afgemaakt zou worden. Al die tijd heeft de consument geen gebruik kunnen maken van de keuken en de woonkamer. Uiteindelijk heeft de consument het werk door een andere schilder laten herstellen. Die heeft daarvoor een bedrag van € 1.646,71 in rekening gebracht. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Het klopt dat wij pas een ingebrekestelling hebben gestuurd nadat het werk al deels door een andere schilder was afgemaakt. Maar daarvoor hadden we ons al beklaagd bij de ondernemer en daar hebben we nooit enige reactie op terug gekregen. Dat bevreemde ons heel erg en bevreemdt ons nog, omdat wij elkaar tevoren al persoonlijk kenden. Het buitenschilderwerk hebben we later nog laten uitvoeren. Dat was een kwestie van gaatjes stoppen, één maal gronden en aflakken en daar is ons € 800,– voor in rekening gebracht. In de keuken is het sausen van de wanden niet uitgevoerd, hoewel dat wel in de offerte was inbegrepen. Dit is inbegrepen in het werk waarvoor ons een bedrag van € 1.646,71 in rekening is gebracht door een ander bedrijf. Die factuur zit bij de stukken. De consument verlangt vergoeding van de gemaakte herstelkosten, € 1.646,71. Standpunt van de ondernemer Van de ondernemer werd geen enkele reactie op de klacht ontvangen. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld. Nieuwbouw Het geschilderde houtwerk betreft twee raamkozijnen, raam- en deurkozijn (tuin), bijkeukendeur en een schuifpui (2-zijdig) naar de woonkamer. Deze onderdelen zijn overgeschilderd door een ander schildersbedrijf. Dit heeft tot gevolg dat de omschreven klacht niet door mij beoordeeld kan worden. Waarneembaar is dat de ondergrond niet vlakvol is geplamuurd. Niet door de ondernemer, maar ook niet door de laatste schilder. Woonkamer Twee raamkozijnen (zijgevel) zijn afgelakt met een hoogglanslak. Dit is uitgevoerd door een ander schildersbedrijf. De oude situatie kon hier dus ook niet beoordeeld worden. Een raamkozijn, het grote raamkozijn (voorgevel), is niet overgeschilderd. In verband met de inspectie door een deskundige van de Geschillencommissie heeft de consument dit raamkozijn niet laten overschilderen, omdat dit de situatie weergeeft zoals het overgeschilderde houtwerk van de bestaande onderdelen (niet van de nieuwbouw) eruit zag. Waarneembaar is dat het raamkozijn met een zijdeglanslak is afgeschilderd en dat de kitwerkzaamheden niet goed zijn uitgevoerd. De zijdeglanslak was ook toegepast op de binnenzijde van de nieuwbouw. De kitwerkzaamheden zijn uitgevoerd na het afschilderen van de raamkozijnen, dus over het afgelakte houtwerk. Bovendien zijn de houtverbindingen slordig afgekit en enkele ruiten zijn met een veel te brede kitrand afgewerkt. Bij een raamkozijn onthecht de kit van de ruit. Herstel is mogelijk. Inmiddels is al houtwerk, met uitzondering van een groot raamkozijn in de woonkamer, al overgeschilderd door een ander schildersbedrijf. Van dit raamkozijn moet de kit worden bijgewerkt. Hierna het houtwerk licht schuren en over lakken. De onderdelen van de nieuwbouw zijn licht afgeschuurd, eventueel bijgewerkt en eenmaal over gelakt met hoogglans lakverf. De deskundige begroot de herstelkosten voor het woonkamerraamkozijn (voorgevel) op € 209,35 inclusief BTW, één en ander als gespecificeerd in zijn rapport. De herstelkosten van de onderdelen die zijn overgeschilderd door een ander schildersbedrijf zijn volgens inventarisatiegegevens € 1.139,50, ook als gespecificeerd in het rapport van de deskundige. Tot slot merkt de deskundige op dat hij de overgeschilderde onderdelen niet heeft kunnen beoordelen op de klachten die de consument hierover had. De enige vergelijking die hij had was het niet geschilderde raamkozijn in de woonkamer. Desondanks heeft hij toch de herstelkosten berekend, voor het geval de commissie mocht beslissen dat deze kosten verrekend moeten worden. Ten aanzien van de kitwerkzaamheden merkt de deskundige nog op dat het niet gebruikelijk is dat de houtverbindingen van raam- en deurkozijnen na het afschilderen worden afgekit. Dit dient voor het afschilderen te gebeuren. Het afkitten van de openingen tussen het glas en het houtwerk na het afschilderen is een keuze. De bedoeling daarbij is dat de kit niet wordt overgeschilderd. De hechting van watergedragen verf op kit kan problemen geven. Maar dan nog kan men beter eerst afkitten en dan beslissen in overleg met de consument of hij de kit overgeschilderd wil hebben of niet. Ten aanzien van het vlakvol plamuren merkt de deskundige tot slot nog op dat in de offerte van de ondernemer staat vermeld dat het houtwerk van de nieuwe kozijnen vol geplamuurd zou worden. Dit is niet als zodanig uitgevoerd. De kozijnen zijn samengesteld uit Meranti. Dat is enigszins grofporig. Het schilderwerk staat er keurig en strak bij. Vol plamuren is wel omschreven in de offerte maar naar de mening van de deskundige niet zo bedoeld om echt als vlakvol plamuren te worden uitgevoerd. As de aanneemsom wordt ontleed, lijkt het de deskundige ook onwaarschijnlijk dat dit ook is berekend. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Op grond van hetgeen door de consument is aangevoerd en door de ondernemer niet is weersproken, alsmede op grond van de bevindingen en conclusies van de deskundige komt de commissie tot het oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat de ondernemer het aangenomen werk niet juist en niet volledig heeft uitgevoerd. Voorts is niet betwist hetgeen de consument heeft verwoord in een e-mail van 1 maart 2012, te weten; dat de ondernemer zelf heeft aangegeven niet verder te gaan met het werk. Door die uitlating is hij in verzuim geraakt. De ondernemer heeft het werk aangenomen voor een bedrag van € 4.210,–. De consument heeft op factuur een bedrag van € 3.180,– voldaan, zodat hij in beginsel nog € 1.030,– aan de ondernemer verschuldigd is. Echter, voldoende is gebleken dat de ondernemer het aangenomen werk niet volledig heeft uitgevoerd. Meer in het bijzonder is het buitenschilderwerk niet gedaan en het sauswerk van de wanden van de keuken. Dit werk dient dan ook als minderwerk op de aanneemsom in mindering te worden gebracht. De kosten voor het buitenschilderwerk begroot de commissie op € 800,–, zijnde het bedrag dat de consument hiervoor aan een ander bedrijf heeft moeten betalen. De kosten voor het sausen van de wanden van de keuken moet de commissie schatten. Zij begroot die op vier uren werk (tegen € 40,– per uur exclusief BTW) en € 20,– materiaal, tezamen € 180,– exclusief BTW, € 190,80 inclusief 6% BTW. Het totaal aan minderwerk bedraagt derhalve € 990,80, welk bedrag op de aanneemsom in mindering moet worden gebracht. Voor het uitgevoerde werk kan het aan de ondernemer toekomende bedrag dan worden vastgesteld op € 3.219,20. Dat betekent dat de consument in beginsel wegens het uitgevoerde werk nog een bedrag van € 39,20 aan de ondernemer dient te betalen. Hiervoor is al overwogen dat ook is komen vast te staan dat de ondernemer het uitgevoerde werk niet deugdelijk heeft uitgevoerd en dat hij om die reden in verzuim is geraakt. In dat geval heeft de consument aanspraak op vergoeding van de schade die dientengevolge is ontstaan. Die schade bestaat uit de kosten die hij heeft moeten maken om het schilderwerk te laten herstellen. Daartoe heeft hij een ander bedrijf ingeschakeld, dat het binnenschilderwerk grotendeels heeft overgedaan. Daarvoor is de consument een bedrag in rekening gebracht van € 1.646,71. De commissie zal dat bedrag als uitgangspunt nemen voor de vaststelling van de schade als gevolg van een ondeugdelijke uitvoering van het werk. Dat bedrag omvat echter niet alleen herstelwerk, maar ook werk dat door de ondernemer niet was uitgevoerd, te weten: het sausen van de wanden in de keuken. Dat bedrag is hiervoor op de oorspronkelijke aanneemsom in mindering gebracht, waarmee de kosten om dit alsnog te laten doen op het aan de ondernemer te betalen bedrag in mindering zijn gebracht. Zouden deze kosten nu als “schade” nogmaals berekend worden, dan zou de consument een dubbele vergoeding krijgen voor het uitvoeren van hetzelfde werk. Om die reden moet het bedrag van € 1.646,71 verminderd worden met het bedrag dat de commissie heeft begroot als kosten voor het sausen van de wanden, € 190,80. Na aftrek resteert dan een schadepost wegens herstelwerk van € 1.455,91. Bij de uitvoering van het herstelwerk is één kozijn niet meegenomen om de deskundige de gelegenheid te bieden de klacht te beoordelen. Dat kozijn moet nog worden afgewerkt en de daarmee gemoeide kosten, door de deskundige begroot op € 209,35, moeten dus nog gemaakt worden. Opgeteld bij het hiervoor berekende subtotaal leidt dat tot een totaal aan herstelkosten van € 1.665,26. De slotsom is dat de consument voor het uitgevoerde werk aan de ondernemer nog een bedrag verschuldigd is van € 39,20. Daar staat tegenover dat de ondernemer aan de consument wegens (gemaakte) herstelkosten een bedrag verschuldigd is geworden van € 1.665,26. Na verrekening van deze bedragen resteert een door de ondernemer aan de consument te betalen bedrag van € 1.626,06. Op grond van het voorgaande zal dan ook worden beslist als na te melden. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 1.626,06. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 100,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 685,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Schilders-, Behangers- en Glaszetbedrijf op 26 oktober 2012.