
Commissie: Schilders-, Behangers- en Glaszetbedrijf
Categorie: Ondeugdelijk werk (non conformiteit)
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
117413
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op of omstreeks 5 oktober 2017 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verrichten van overeengekomen werkzaamheden conform prijsopgaaf van 5 oktober 2017 tegen de daarvoor aan de consument in rekening gebrachte prijs van in totaal € 16.515,59. De werkzaamheden zijn verricht in of omstreeks november 2017. De consument heeft in december 2017 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Het door de ondernemer aangenomen stuukwerk is niet goed uitgevoerd, want het is niet vlak. Het verfwerk op de gestukte delen laat los. Er is niet goed of onvoldoende geschuurd. De afwerking is slecht uitgevoerd.
De consument verlangt een beoordeling van het geleverde werk door een onafhankelijk bedrijf.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Als het schilderwerk is conform de uitgebrachte offerte uitgevoerd. Er is kwalitatief voldoende werk geleverd. Het pand betreft een monumentale woning en daar kun je geen nieuwe woning van maken.
Naar aanleiding van het rapport van de deskundige heeft de ondernemer nog het navolgende opgemerkt.
Hechtproeven wijzen niet uit dat sprake is van een slechte hechting. Op diverse posities wordt gesproken over verf die los komt en een witte ondergrond die zichtbaar wordt, maar dat die verf los komt wordt veroorzaakt door mechanische beschadigingen.
In de woonkamer is een hechtingsproef uitgevoerd om de hechting van de latex op de wanden te testen. Pas bij een vierde proef met genormaliseerde tape kwam de latex los. Bij de andere drie testen bleef de latex gewoon zitten.
Het sterk poederende karakter van de stuclaag in de slaapkamer aan de achterzijde kan ook niet aan de ondernemer worden verweten. In dat vertrek heeft de ondernemer geen stuukwerk uitgevoerd. De wanden waren al voorzien van sauswerk uit het verleden en de ondernemer heeft daar overheen moeten werken. De oude lagen konden niet gefixeerd worden, omdat een primer niet doordringt tot aan de stuclaag.
Het schuurwerk is afdoende uitgevoerd. Alles is met een schuurmachine intensief geschuurd. De kaal geschuurde delen zijn bijgegrond. Er is dus weldegelijk grondverf gebruikt.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Het werk is uitgevoerd in een oud middeleeuws pand in de binnenstad van [plaatsnaam], waar al vele onderhoudsbeurten in waren uitgevoerd. De ondernemer heeft geschilderd in twee lagen. Eerst is een grondlaag aangebracht. Daar is twee maal overheen geschilderd, want één laag dekte niet voldoende. De houten delen zijn met een grondlaag en een afdeklaag behandeld.
De plinten zijn de eerste onderdelen waarvan het schilderwerk schade oploopt. Denk bijvoorbeeld aan stoten met een stofzuiger. De consument heeft ook een fiets in de gang staan. Ook dat kan snel tot beschadigingen leiden. Vanaf de laatste streek met een kwast begint de degradatie van het werk al. Dat blijft niet door de jaren heen als nieuw. Nu, twee jaar na de uitvoering van het schilderwerk, is het logisch dat er mechanische beschadigingen zijn ontstaan.
Met betrekking tot het sauswerk van de muren merkt de ondernemer op dat bij de wandcontactdoos met veel geweld een nieuw gat in de muur is geboord. Dan krijg je schade aan de verffilm.
Met betrekking tot het rapport van de deskundige kan de ondernemer zich vinden in de door hem voorgestelde optie 2, maar de vraag blijft of de ondernemer wel aansprakelijk is voor herstel. Wij zijn altijd bereid tot een goede nazorg. Dit is de eerste keer dat de ondernemer een procedure als deze meemaakt.
De eerste hechtingsproef is uitgevoerd met ducttape. Dat is daarvoor geen deugdelijk middel voor een hechtingsproef. Later is de vader van de ondernemer nog eens komen kijken. Die heeft de consument gewezen op het bestaan van de commissie, want hij heeft er alle vertrouwen in dat het werk goed is uitgevoerd.
De onderlaag op het hout was alkydverf. Maar daar heeft de ondernemer ook een emulsie op toegepast. Als de ondergrond versteend is, kunnen spanningsverschillen ontstaan die tot hechtingsproblemen leiden. Maar de ondernemer is ervan overtuigd dat zijn voorbewerking goed is geweest, waarbij de ondernemer wel kan erkennen dat het stuk rondom de nieuwe wandcontactdoos onvoldoende is gedekt met fixeer. Maar dat is een plaatselijk probleem. De consument doet het nu voorkomen alsof de ondernemer de hele wand onvoldoende met fixeer hebben behandeld. Dat is niet zo.
De relatie met de consument is nu dusdanig verstoord dat de ondernemer daar liever niet meer aan het werk gaan.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.
Hal(gang) en entree
De deuren en deurkozijnen zijn over het algemeen goed geschilderd. Wel komen er incidenteel kleine beschadigingen voor rond de scharnieren en bij een enkele deur aan de onderzijde. De vrijkomende ondergrond is daarbij wit.
De vloerplinten en de aftimmerlat boven de lambrisering vertonen meer mechanische beschadigingen, waarbij eveneens een witte ondergrond zichtbaar wordt. De vloerplinten in de hal vertonen enkele oneffenheden en vuilinsluitingen.
De muren van de entree zijn deels uitgevoerd met plaatmateriaal. In de hal zijn boven de lambrisering waarschijnlijk gipsplaten toegepast. Op een enkele plaats zijn er mechanische beschadigingen in het schilderwerk zichtbaar. Het stucwerk vertoont geen hinderlijke oneffenheden. De plafonds van beide ruimten zijn dekkend en egaal geschilderd. In het muurschilderwerk zijn geen zichtbare gebreken aangetroffen.
Woonkamer
Het schilderwerk van de kasten en trapbetimmering is dekkend en egaal geschilderd. Aan de binnenzijde van de kast komt een enkele beschadiging voor waarbij een witte ondergrond zichtbaar is.
De vloerplinten zijn volgens de consument al een keer overgeschilderd, omdat daar veel beschadigingen in voorkwamen. Op een enkele plaats zijn er nog kleine beschadigingen zichtbaar. Met name bij geringe belasting onthecht het verfsysteem volgens de consument. Een hechtproef met genormaliseerd tape zonder insnijding geeft geen onthechting.
Volgens de consument is er een spanplafond in de woonkamer toegepast dat is geschilderd. De deskundige heeft niet kunnen vaststellen of er een PVC- of een polyesterdoek is toegepast. Het schilderwerk vertoont enkele oneffenheden die versterkt worden door binnenkomend strijklicht. Rond de schouw zien we enkele aanzetten/oneffenheden in het stucwerk. Bij strijklicht zien we dat de ondergrond van de muren niet overal even vlak is. Hanteren we de norm voor het beoordelen van stucwerk (2 meter afstand) dan beoordelen we deze als voldoende.
Het schilderwerk op de gestucte wanden vertoont geen zichtbare gebreken. Omdat de opdrachtgever aangeeft dat de verflagen onvoldoende hechten is er in overleg een hechtproef op een wandgedeelte (achter een schilderij) uitgevoerd. Met behulp van genormaliseerd hechtingstape worden de toplagen gemakkelijk losgetrokken van de onderliggende stuclaag. De vrijkomende stuclaag heeft een poederend karakter.
Slaapkamer achterzijde
Het schilderwerk van de vloerplinten, kastdeur en kozijn, inbouwkast, omlijsting kast is naar behoren uitgevoerd. Een wand van de slaapkamer is in hout uitgevoerd en eveneens geschilderd. Dit onderdeel staat echter niet genoemd in de offerte. Het schilderwerk van de plinten vertoont incidenteel enkele mechanische beschadigingen.
Het plafond en wanden is dekkend en egaal geschilderd. Rond een plek waar een elektricien werkzaamheden heeft uitgevoerd is een groot deel van de verf losgetrokken van de stuclaag. De vrijkomende stuclaag heeft een sterk poederend karakter. Omdat er geen stucwerkzaamheden voor deze kamer in de offerte zijn opgenomen, is het niet duidelijk of hier een plaatselijke reparatie en/of stucwerk is uitgevoerd. Het metselwerk van de oude schoorsteen is eveneens geschilderd, maar vertoont geen zichtbare gebreken. Het schilderwerk van het plafond is dekkend en egaal uitgevoerd.
Overloop/trapgat
Het schilderwerk aan de deuren, deurkozijnen, trapbetimmering, trapbomen en spil is naar behoren uitgevoerd. De vloerplinten en het aftimmerlatje boven de lambrisering vertonen incidenteel enkele mechanische beschadigingen.
Het stucwerk is hier voldoende strak uitgevoerd, ook het schilderwerk vertoont hier geen zichtbare oneffenheden.
Slaapkamer voor
Het schilderwerk aan de wanden en plafond vertoont geen zichtbare gebreken. Volgens de offerte zijn hier geen stucwerkzaamheden uitgevoerd.
De vloerplinten vertonen incidenteel enkele mechanische beschadigingen, volgens de consument onthecht de verf bij geringe belasting. Het schilderwerk aan de gordijnkoof vertoont geen zichtbare gebreken en/of oneffenheden.
De kozijnen en ramen zijn weliswaar bijgewerkt maar later door derden in hun geheel overgeschilderd.
Het stucwerk in de diverse ruimten is over het algemeen goed uitgevoerd. Alleen bij invallend strijklicht zijn oneffenheden in de ondergrond zichtbaar. Incidenteel komen er kleine oneffenheden voor maar deze zijn naar oordeel van de deskundige acceptabel.
De zuigende en poederende ondergrond, zoals die is vastgesteld bij de hechtproef in de woonkamer en bij de plaatselijke onthechting in de achterslaapkamer, wijst op onvoldoende fixering van de stuclaag. Mogelijk is er geen impregneerlaag toegepast en is de muurverf direct op de stuclagen aangebracht. Hierdoor is de aanhechting van het verfsysteem niet optimaal. Bij mechanische belasting kan de verflaag loskomen van de ondergrond. Tijdens de beoordeling is er echter geen spontane onthechting van het verfsysteem aangetroffen.
De oneffenheden in het schilderwerk van het spanplafond kunnen een gevolg zijn van het niet goed matchen van de ondergrond (PVC of polyester) en het verfsysteem. Omdat de deskundige niet heeft kunnen vaststellen om welk type doek het gaat, kan hij daar geen oordeel over geven.
Voor wat betreft het schilderwerk op de houten ondergronden zien we met name bij de vloerplinten en op de aftimmerlatjes op de lambriseringen enkele onthechtingen die waarschijnlijk veroorzaakt zijn door geringe mechanische belasting. Een hechtproef, met genormaliseerd tape (zonder insnijding), geeft geen onthechting. Naar het oordeel van de deskundige zijn deze onderdelen mogelijk minder goed gereinigd en geschuurd. Vooral watergedragen verfproducten vragen een intensievere voorbehandeling wanneer deze op oude synthetische verflagen worden aangebracht. De overige geschilderde houten onderdelen vertonen geen of minimale beschadigingen.
Naar oordeel van de deskundige is herstel op onderdelen mogelijk.
Het schilderwerk op de gestucte wanden vertoont geen spontane onthechting. Door het mogelijk ontbreken van een impregneerlaag is de hechting niet optimaal en kan de verflaag bij geringe mechanische belasting loslaten. Ook kan er bij vervolgonderhoud, waarbij een nieuwe verflaag wordt aangebracht, mogelijk onthechting optreden. Om die reden geeft de deskundige twee herstel mogelijkheden waarbij enerzijds de aanhechting van het verfsysteem aanvullend wordt beoordeeld en anderzijds de bestaande beschadigingen eenvoudig worden bijgewerkt. Voor het schilderwerk op voor de vloerplinten en aftimmerlatjes op de lambriseringen stelt de deskundige eveneens twee herstel mogelijkheden voor.
Herstel optie 1
De deskundige stelt voor om voorafgaande aan de herstelwerkzaamheden per wand vast te stellen, of er sprake is van onvoldoende of slechte hechting van het verfsysteem. Daartoe dienen destructieve hechtproeven te worden uitgevoerd met behulp van genormaliseerd hechtingstape. Daarbij moeten geen insnijdingen worden uitgevoerd.
Wanden waarbij het verfsysteem onvoldoende hecht zullen opnieuw behandeld moeten worden volgens het navolgende systeem. Bestaande lagen open schuren met behulp van een schuurmachine met goede stofafzuiging. Het geheel impregneren met een geschikte impregneergrond. Het geheel dekkend en egaal afschilderen met twee lagen matte muurverf zoals eerder is toegepast.
De vloerplinten en aftimmerlatjes van de lambriseringen van alle ruimten controleren op hechting.
Delen met onvoldoende hechting zullen opnieuw moeten worden geschilderd volgens het navolgende systeem. Bestaande lagen intensief schuren, minder goed hechtende verflagen verwijderen.
Geheel gronden met een geschikte watergedragen grondverf en vervolgens dekkend en egaal afschilderen met watergedragen lakverf zoals eerder is toegepast.
Herstel optie 2
Muurwerk met mechanische beschadigingen en onthechting in afgeronde delen opnieuw schilderen. Plaatselijk schuren, impregneren en dekkend en egaal afschilderen met twee lagen matte muurverf zoals eerder is toegepast.
De vloerplinten en aftimmerlatten met mechanische beschadigingen in afgeronde delen opnieuw schilderen. De bestaande verflagen intensief schuren, plaatselijk gronden en geheel dekkend en egaal afschilderen met watergedragen lakverf zoals eerder is toegepast.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De bevindingen en conclusies van de deskundige zijn door de consument niet weersproken. De ondernemer neemt weliswaar het standpunt in dat hij deugdelijk werk heeft geleverd, maar naar het oordeel van de commissie kan niet worden uitgesloten dat de wanden wellicht in onvoldoende mate met fixeer zijn behandeld. Overigens heeft de deskundige niet geconstateerd dat dit tot spontane onthechting van de verf op de wanden heeft geleid. Maar de wanden zijn wel kwetsbaarder voor mechanische beschadigingen dan normaliter mag worden verwacht.
Ten aanzien van uitgevoerd stucwerk kan de commissie in het rapport van de deskundige geen gronden vinden voor een oordeel dat dit niet goed zou zijn uitgevoerd.
Ten aanzien van de beschadigingen op plinten en ander houtwerk blijft onduidelijk in hoeverre deze door inwerking van geweld van buitenaf zijn ontstaan dan wel of deze het gevolg zijn van ondeugdelijk schilderwerk. Dat laatste is overigens niet direct aannemelijk geworden, omdat hechtingsproeven op het houtwerk geen aanleiding geven om te oordelen dat de hechting onvoldoende zou zijn.
De commissie is van oordeel dat met name met betrekking tot het behandelen van de wanden vraagtekens blijven bestaan ten aanzien van de vraag of deze deugdelijk zijn voorbewerkt of niet. In elk geval heeft de ondernemer erkend dat dit rondom de plaats waar de nieuwe wandcontactdoos is geboord waarschijnlijk niet het geval is geweest. De commissie zal – al het voorgaande in overweging nemend – aan de consument billijkheidshalve een vergoeding toekennen ter dekking van mogelijk herstelwerk. De commissie zal deze vergoeding vaststellen op de helft van de door de deskundige geschatte herstelkosten bij toepassing van optie 2. Dat komt neer op een bedrag van € 675,–. De commissie is van oordeel dat niet is gebleken van gronden om een hoger bedrag als vergoeding toe te kennen. Daarom zal worden beslist als na te melden. Daarbij acht de commissie termen aanwezig om te bepalen dat de door de ondernemer te betalen bijdrage aan de behandelingskosten zal worden beperkt tot 50% van het gebruikelijk te hanteren tarief.
Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 675,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
Het door de consument meer of anders verlangde wordt afgewezen.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 102,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie een bijdrage in de behandelingskosten van het geschil verschuldigd, met dien verstande dat deze wordt gematigd tot 50% van het gebruikelijk in rekening te brengen bedrag.
Aldus beslist op 1 maart 2019 door de Geschillencommissie Schilders-, Behangers- en Glaszetbedrijf, bestaande uit mr. R.J.M. Cremers, voorzitter, mevrouw mr. W. van den Berg en de heer J. Hania, leden.