Commissie: Energie
Categorie: Warmte
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
119186
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de volgens de consument onterechte verhoging van de kosten van Warmtelevering door de ondernemer met BTW (omdat die volgens de consument al in het maandbedrag verdisconteerd zijn).
De consument heeft op 22 mei 2018 de klacht aan de ondernemer voorgelegd.
De consument heeft een bedrag van € 32,04 bij de commissie in depot gestort.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Op 10 april 2018 kreeg ik de mededeling dat de ondernemer de Warmtelevering per 1 mei 2018 zou overnemen van mijn vorige leverancier en dat de ondernemer dezelfde warmtetarieven zou hanteren als mijn vorige leverancier.
Op 4 mei 2018 werd dat door de ondernemer nogmaals bevestigd.
Op 18 mei 2018 kreeg ik van de ondernemer echter facturen waarin het maandbedrag met 21 % BTW was verhoogd.
Dat is ten onrechte gebeurd omdat het maandbedrag dat ik aan mijn vorige leverancier betaalde al inclusief BTW was.
Ik verzoek dan ook dat de ondernemer wordt gesommeerd om die onterechte verhoging te schrappen.
Bij bericht van 16 november 2018 geeft de consument aan een e-mail van de ondernemer te hebben ontvangen (van dezelfde datum) waarin kortgezegd is aangegeven dat de consument gelijk heeft en het geschil in feite uit de wereld is en de consument verwacht dat dat door de commissie zal worden bevestigd.
De consument verzoekt om het door hem betaalde klachtengeld te vergoeden.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
In zijn verweerschrift geeft de ondernemer het volgende aan:
Per 1 mei 2018 heeft de ondernemer de Warmtelevering aan onder meer de consument overgenomen van zijn vorige leverancier.
Er bestond onduidelijkheid over de vraag of de vorige leverancier wel of geen BTW heffing in rekening heeft gebracht.
Dat moet eerst goed onderzocht worden. In afwachting van de uitkomst van dat onderzoek wordt de Facturatie gehandhaafd op het niveau van voor de overname.
Bij e-mail van 16 november 2018 aan de consument geeft de ondernemer aan dat uit het onderzoek is gebleken dat de vorige leverancier inderdaad wel BTW in rekening heeft gebracht. Het tarief wat de consument voor de overname al betaalde was en is dus het juiste tarief. Dat bedrag is inclusief BTW
maar werd niet door de vorige leverancier apart op de facturen vermeld hetgeen tot onduidelijkheid en verwarring en eerder onjuiste mededelingen heeft geleid). Er is en zal dus geen sprake zijn van een tariefverhoging of aanpassing van de tarieven.
De ondernemer biedt zijn excuses aan voor de gang van zaken.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De klacht van de consument is gegrond. De ondernemer heeft dat ook in zijn (laatste) reactie aan de consument bevestigd. Er is en zal dus geen sprake zijn van een tariefverhoging of aanpassing omdat de BTW al in het maandbedrag verdisconteerd zat en zit zoals de consument van meet af heeft aangegeven.
Omdat de klacht van de consument terecht en gegrond was is de ondernemer gehouden om het door de consument betaalde klachtengeld te vergoeden.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De klacht is gegrond.
Het in depot gestorte bedrag van € 32,04 wordt aan de consument teruggestort.
De ondernemer dient overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de geschillencommissie Energie, bestaande uit
mr. J. Visser, voorzitter,
mr. D.E. Valle Robles-Roomer en E.J.C. van Lier, leden, op 22 november 2018.