
Commissie: Reizen
Categorie: Vervoer
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REI02-0974
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 2 januari 2002 met het boekingskantoor totstandgekomen overeenkomst, waarbij de boekingskantoor zich verplicht heeft tot het leveren van vliegtickets voor
3 personen naar Mombassa in Kenia voor de som van € 2511,03.
Standpunt van klager
Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.
Op het boekingsformulier staat tot viermaal toe als terugreisdatum 21 februari 2002 vermeld. De retourvlucht bleek echter op 20 februari 2002 te zijn.
Er was geen contactadres van de vliegmaatschappij in Mombassa, waardoor confirmatie onmogelijk bleek.
Als gevolg van bovenstaande hebben wij onze retourvlucht gemist en werden wij genoodzaakt drie nieuwe tickets te kopen.
Klager verlangt een vergoeding van € 825,– per persoon.
Standpunt van het boekingskantoor
Het standpunt van het boekingskantoor luidt in hoofdzaak als volgt.
Op onze factuur is abusievelijk de terugvlucht op 21 februari 2002 gezet. Klager heeft de tickets na ontvangst blijkbaar niet gecontroleerd. Ook in Mombassa heeft klager zijn tickets niet meer geraadpleegd.
Op het vliegveld ontdekte klager op de avond van 20 februari dat de vlucht vroeg in de ochtend (00.40) op 20 februari was vertrokken. Klager heeft dus niet getracht zijn terugvlucht tussen
72 en 24 uur voor vertrek te confirmeren, maar is gewoon op de avond van 20 februari naar de luchthaven gegaan. Daar ontdekte hij het probleem pas bij zijn poging in te checken.
Wij wijzen klager op een aantal eigen verantwoordelijkheden, te weten het controleren van de data op onze factuur, het raadplegen van de officiële reispapieren, zowel voor de heen- als terugreis. (De tickets zijn de officiële documenten. Hierop staat duidelijk retour 20 februari 2002 om 00.40 uur), op tijd informeren naar datum en tijd bij de luchtvaartmaatschappij i.v.m. herbevestiging.
Voorts wijzen wij nog op enkele ANVR-reisvoorwaarden.
Wij stellen klager volledig aansprakelijk voor alle onkosten die voortvloeien uit het feit dat hij geen van voornoemde verantwoordelijkheden genomen heeft, hij zijn terugreis niet of veel te laat heeft willen herbevestigen en op eigen initiatief, zonder ons in kennis te stellen, KLM-vluchten heeft geboekt.
Juridisch kader
Ingevolge artikel 5.5 van de Boekingsvoorwaarden van de vereniging van ANVR-reisagenten (hierna: de Boekingsvoorwaarden) is de aansprakelijkheid van de reisagent, voorzover de reisagent zelf toerekenbaar tekortschiet en de reiziger daardoor schade lijdt (daaronder begrepen schade wegens gederfd vakantiegenot), beperkt tot maximaal 25% van de gefactureerde diensten.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Niet in geschil is dat het boekingskantoor als terugreisdatum 21 februari 2002 heeft vermeld op de factuur, terwijl de feitelijke terugreisdatum 20 februari 2002 was.
Naar het oordeel van de commissie had het op de weg van het boekingskantoor gelegen om – alvorens de tickets aan klager door te sturen – deze zelf te vergelijken met de data op de factuur. Indien zulks zou zijn gebeurd, had men op het boekingskantoor zondermeer ontdekt dat er een fout was gemaakt op de factuur en had men klager daarop kunnen attenderen. Het nalaten van deze controle is het boekingskantoor aan te rekenen. In het licht hiervan is het boekingskantoor ingevolge artikel 5.5 van de Boekingsvoorwaarden in beginsel aansprakelijk voor maximaal 25% van de gefactureerde diensten.
Daar staat echter tegenover dat ook klager op verschillende momenten heeft kunnen onderkennen dat de terugreisdatum niet 21 maar 20 februari 2002 was. Allereerst bij ontvangst van de tickets, maar ook indien hij tijdig de retourvlucht zou hebben geconfirmeerd, althans tijdig daartoe pogingen zou hebben ondernomen. Met name bij tijdige confirmatie zou zijn gebleken dat de terugreisdatum een dag eerder lag dan de dag die klager op grond van de factuur in gedachten had. Hierin heeft de commissie aanleiding gezien om de door het boekingskantoor in beginsel te betalen vergoeding te matigen tot de helft van het in artikel 5.5 van de Boekingsvoorwaarden genoemde percentage.
Op grond van het voorgaande, en alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aanmerking nemende, is de commissie van oordeel dat het boekingskantoor bij het uitvoeren van het overeengekomene zodanig tekort is geschoten en klager daardoor zodanig ongerief heeft ondervonden, dat het boekingskantoor klager een vergoeding verschuldigd is. De commissie stelt deze vergoeding met inachtneming van het voorgaande vast op het hierna te noemen bedrag.
Tevens dient het boekingskantoor het door klager betaalde klachtengeld aan hem te vergoeden.
Ingevolge het reglement van de commissie moet het boekingskantoor aan de commissie de hierna te noemen bijdrage in de kosten van de behandeling van het geschil voldoen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht gegrond.
Het boekingskantoor betaalt aan klager een vergoeding van € 313,87. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 16 oktober 2002.