Vermissing mobiele telefoon; invoerbepalingen niet geheel bekend bij ondernemer; vergoeding naar redelijkheid en billijkheid

  • Home >>
  • Post >>
De Geschillencommissie




Commissie: Post    Categorie: Postzending - vermissing    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 64173

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft een postpakket.   De consument heeft in juni 2011 de klacht voorgelegd aan PostNL.   Standpunt van de consument.   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument heeft omstreeks mei 2011 een pakket naar een geadresseerde in [het buitenland] verzonden. In het pakket zat een mobiele telefoon, doch is nooit aan de geadresseerde afgeleverd. De medewerker van het postagentschap heeft de consument niet medegedeeld dat een mobiele telefoon behoort tot de goederen die niet per post in [het buitenland] mogen worden ingevoerd. Als de medewerker aan de consument had verteld dat een mobiele telefoon tot de verboden goederen behoorde, dan had de consument wel een andere vervoerder ingeschakeld. De telefoon was de voormalige telefoon van de consument. Hij schat de waarde op € 250,–.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De consument verklaart dat hij ongeveer 20 jaar in Nederland woont. Hij beheerst de Nederlandse taal slecht. Hij heeft wel een computer. Hij heeft de medewerker van het postagentschap verteld dat het pakket een mobiele telefoon bevatte. De medewerker heeft hem toen aangeraden het pakket verzekerd te verzenden. Dit is door de consument gedaan. De consument heeft de medewerker niet specifiek er naar gevraagd of een mobiele telefoon (mogelijk) op de lijst van verboden goederen stond. [De telefoon] was ongeveer 2 jaar oud.   De consument verlangt vergoeding van de schade ad € 250,–.   Standpunt van PostNL   Het standpunt van PostNL luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument heeft op 27 mei 2011 in een aangetekend pakket een mobiele telefoon naar een geadresseerde in [het buitenland] verzonden. De zending heeft de geadresseerde niet bereikt, maar blijkt door de douane in beslag te zijn genomen. Uit het buitenland verstuurde mobiele telefoons worden door de douane in [het buitenland] als verboden goederen aangemerkt. De aansprakelijkheid van PostNL voor schade is in dit geval vastgelegd in artikel 29 van de Postwet 2009 en nader uitgewerkt in artikel 9 van de Algemene Voorwaarden voor de universele Postdienst (hierna: AVP). De door de consument verzonden mobiele telefoon is door de douane in Vietnam in beslag genomen. Ten aanzien van dergelijk overheidshandelen waar PostNL geen invloed op heeft, of betrokkenheid bij heeft, is in de AVP artikel 9.6 lid 1 bepaald dat de afzender geen recht op schadevergoeding heeft indien de schade is ontstaan door “aanhouding of in beslagname op last van daartoe bevoegd gezag”. Voorts staat in artikel 13.5 lid 3 AVP dat “afzenders zichzelf op de hoogte dienen te stellen van de geldende invoerbepalingen in het land van bestemming”. Bij [het bestemmingsland] staat dat mobiele telefoons als verboden goederen worden aangemerkt. PostNL stelt dat daarom de vordering van de consument moet worden afgewezen.   Ter zitting heeft TNT Post verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   PostNL kent van ieder land niet alle invoer bepalingen. Men loopt met de lijsten vaak achter de feiten aan. Van de medewerker van het postagentschap kan de consument niet veel verwachten. De medewerker beschikt op zijn werkplek alleen over een kasregister, niet over een internetverbinding. Hij kan dan ook niet controleren wat de lijst van “verboden” goederen voor een bepaald land zijn. Daarom kan de consument de verantwoordelijkheid voor het verlies van de telefoon niet bij PostNL neerleggen. Op de achterzijde van het verzendbewijs wordt verwezen naar de AVP.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Vaststaat dat het pakket met telefoon niet aan de geadresseerde is afgeleverd. Ook is onbetwist dat de telefoon op grond van in Vietnam geldende regels in beslag is genomen. Uit het verzendbewijs blijkt de commissie dat het pakket als “aangetekend” is verzonden en niet met verzekerservice, zoals de consument stelt. De commissie gaat er vanuit dat de consument zich dienaangaande heeft vergist.   PostNL betwist niet gemotiveerd de stelling van de consument dat hij aan de loketmedewerker heeft verteld dat in het pakket een mobiele telefoon aanwezig was en dat die de consument heeft aangeraden het pakket aangetekend te verzenden. PostNL heeft gesteld dat zij van ieder land niet alle invoer bepalingen kent en dat zij met de lijsten vaak achter de feiten aanloopt. Ook kan de consument volgens niet veel van de medewerker van het postagentschap verwachten. Naar het oordeel van de commissie houdt “niet veel” wel in dat de medewerker op grond van haar professionaliteit het advies om de telefoon aangetekend te verzenden aanvult met de vraag of de consument zich op de hoogte heeft gesteld van de invoerbepalingen van [het buitenland]. Dat de medewerker slechts beschikt over een kasregister doet daaraan niet af. Vaststaat dat de medewerker de vraag niet heeft gesteld. Aan de andere kant is de commissie van oordeel dat het (ook) op de weg van de consument had gelegen zich op de hoogte te stellen van de invoerbepalingen van [het buitenland].   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.   Gelet op hetgeen de commissie hiervoor heeft overwogen is zij van oordeel dat PostNL op grond van redelijkheid en billijkheid een deel van de gestelde schade, zijnde de helft van de geschatte waarde van de telefoon ad € 125,–, aan de consument moet betalen.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   PostNL betaalt aan de consument een vergoeding van € 125,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt PostNL bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Bovendien dient PostNL overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Post op 28 maart 2012.