Vernietiging gaat niet verder dan partiële ongeldigheid van de overeenkomst met betrekking tot het toestelgedeelte.

De Geschillencommissie




Commissie: Telecommunicatiediensten    Categorie: Ontbinding, opzegging en tussentijdse beëindiging    Jaartal: 2017
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 104624

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft een abonnement inclusief een mobiele telefoon.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Op 28 april 2014 heb ik een overeenkomst gesloten met een ’gratis’ toestel. Ingevolge het arrest van de Hoge Raad kan de overeenkomst worden bestempeld als een kredietovereenkomst, omdat geen aparte prijs voor het toestel is vermeld. De overeenkomst is nietig. Ik wens mijn geld terug en wil desgewenst het toestel retourneren met nummerbehoud.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Wij hebben in lijn met de uitspraak van de Hoge Raad restitutie van de toestelwaarde van € 308,– aangeboden. Conform de uitspraak van de Hoge Raad dient de consument daarbij het toestel te retourneren. Indien hij het toestel wenst te behouden kan de restitutie worden verminderd met de huidige restwaarde.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

In geschil is welke gevolgen in het onderhavige geval verbonden moeten worden aan het arrest van de Hoge Raad. De consument stelt zich op het standpunt dat hij de gehele overeenkomst kan vernietigen, terwijl volgens de ondernemer de vernietiging niet verder gaat dan partiële ongeldigheid van de overeenkomst.
Naar het oordeel van de commissie ziet het arrest van de Hoge Raad in zijn algemeenheid slechts op het ’toestelgedeelte’, nu op grond van artikel 3:41 BW bij nietigheid kan worden geconcludeerd dat de overeenkomst slechts partieel nietig is, hetgeen ook kan gelden voor krachteloosheid ex artikel 7A;1576 BW. De consument heeft naar het oordeel van de commissie onvoldoende argumenten aangevoerd op grond waarvan aangenomen zou moeten worden dat het geldige en nietige deel van de overeenkomst met elkaar in onverbrekelijk verband staan, hetgeen een vereiste is voor vernietiging van de gehele overeenkomst. Naar het oordeel van de commissie is het aanbod van de ondernemer derhalve adequaat. Hetgeen partijen overigens hebben aangevoerd, kan niet tot een andere beslissing leiden en behoeft derhalve geen afzonderlijke bespreking.

De commissie acht het aanbod dat de ondernemer heeft gedaan, nadat het geschil bij de commissie aanhangig is gemaakt, redelijk. De ondernemer is gehouden te handelen overeenkomstig zijn aanbod.

De commissie acht de klacht derhalve gegrond.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

De ondernemer is gehouden te handelen overeenkomstig zijn aanbod, indien en voorzover daaraan nog niet is voldaan.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Telecommunicatiediensten op 14 oktober 2016.