Verschuldigdheid intrekkingskosten.

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Makelaardij    Categorie: Kosten    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: MAK09-0088

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de vraag of de consument de in de eindfactuur opgenomen urenvergoeding van de ondernemer verschuldigd is.   De consument heeft een bedrag van € 1.489,50 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.   De consument heeft in maart 2009 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument heeft in februari 2008 aan de ondernemer de opdracht verstrekt tot bemiddeling bij verkoop van een woning aan de “(…)” te Z. (hierna: de woning). De vraagprijs van de woning was bepaald op € 315.000,–. Het betreft een jaren 30 woning, gelegen in een geliefde buurt en naar de mening van de makelaar was de woning goed verkoopbaar. Desondanks blijkt dat, ondanks voldoende kijkers en het tot tweemaal toe zakken met de prijs tot uiteindelijk € 285.000,–, de woning begin 2009 nog steeds niet is verkocht. Kennelijk is de ondernemer niet in staat een goede prijs voor de woning te bepalen en is het een probleem dat de makelaar kantoor houdt in Heerde en niet in Zwolle, waardoor er weinig reacties komen uit Zwolle. Begin 2009 heeft de consument daarom besloten de woning te verhuren en de opdracht tot bemiddeling bij verkoop ingetrokken.   Bij de eindafrekening zijn aan de consument 15 uren à € 75,– inclusief BTW in rekening gebracht, naast de advertentiekosten van totaal € 306,– exclusief BTW. De consument kan zich niet verenigen met de bij haar in rekening gebrachte uren aangezien dit bij het sluiten van de overeenkomst niet is toegelicht. Bovendien heeft de ondernemer op deze manier belang bij een langdurig verkooptraject, hetgeen niet de bedoeling kan zijn. Zij is dan ook niet bereid tot betaling van die kosten. De consument is wel bereid om de advertentiekosten te betalen echter de ondernemer kan zich hiermee niet verenigen.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De ondernemer wijst allereerst op het feit dat de eindfactuur is gebaseerd op hetgeen partijen zijn overeengekomen, te weten dat bij intrekking van de opdracht de advertentiekosten verschuldigd zijn alsmede een bedrag van € 75,– inclusief BTW voor ieder arbeidsuur.   De ondernemer erkent dat naar zijn oordeel de woning goed verkoopbaar was, omdat in de buurt verschillende vergelijkbare panden waren verkocht. Deze panden waren echter gerenoveerd en de woning van de consument niet. De consument is hier verschillende keren op gewezen en uiteindelijk heeft er tot tweemaal toe een prijsverlaging plaatsgevonden. Dat de woning desondanks niet werd verkocht kan niet worden toegerekend aan de ondernemer maar is veeleer het gevolg van de recessie en de dalende woningprijzen. De ondernemer betwist dat het feit dat zijn kantoor in Heerde is gevestigd de reistijd en de contacten in Z. nadelig heeft beïnvloed. Ook wordt weersproken dat de ondernemer belang zou hebben bij een langdurig verkooptraject. De gefactureerde uren vormen immers slechts een deel van de daadwerkelijk gemaakte uren en overheadkosten. De ondernemer handhaaft dan ook zijn aanspraak op betaling van de volledige eindfactuur ten bedrage van € 1489,50.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Op grond van artikel 16 van de toepasselijke Algemene Consumentenvoorwaarden van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen en Vastgoeddeskundigen NVM, heeft de ondernemer bij intrekking van de opdracht recht op vergoeding van de reeds gemaakte kosten. Ten aanzien daarvan dient de ondernemer tevoren met de consument overleg te plegen en afspraken daaromtrent vast te leggen.   In dit kader is in de tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst tot opdracht van dienstverlening is onder meer het volgende bepaald: “4. met betrekking tot het intrekken van de opdracht door de opdrachtgever zijn partijen het volgende overeengekomen: Bij intrekking van de opdracht is de opdrachtgever de volgende vergoedingen verschuldigd: – een vergoeding van € 75,– inclusief BTW voor ieder arbeidsuur dat gemaakt is; – de werkelijk gemaakte advertentiekosten conform hetgeen onder 1c bepaald;”   Naar het oordeel van de commissie is deze bepaling duidelijk en ondubbelzinnig en behoeft om die reden geen nadere uitleg. De stelling van de consument dat deze bepaling bij het sluiten van de overeenkomst niet is toegelicht, wordt daarom slechts opgevat als een constatering zonder dat daaraan gevolgen verbonden hoeven te worden.   Het aantal in rekening gebrachte uren is door de consument niet betwist. Voor zover de consument heeft bedoeld te stellen dat deze uren hoger zijn vanwege de langere reistijd omdat de ondernemer vanuit Heerde de bezichtigingen moest doen, is dit door de ondernemer gemotiveerd weersproken. Ook overigens is de commissie van oordeel dat gezien de door de ondernemer verrichte werkzaamheden en de urenspecificatie, niet gesteld kan worden dat door de ondernemer teveel uren in rekening zijn gebracht en wordt de urenvergoeding aangemerkt als redelijk. De consument dient deze vergoeding dan ook aan de ondernemer te voldoen.   Nu ook overigens niet kan worden vastgesteld dat de ondernemer is tekortgeschoten in zijn verplichtingen jegens de consument, is de klacht ongegrond.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag van € 1.489,50 doorbetaald aan de ondernemer.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij, op 9 oktober 2009.