Commissie: Installerende bedrijven
Categorie: Herstel
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
55302
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een medio september 2010 tussen partijen gesloten overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren en installeren van een cv-ketel met tapwatervoorziening ten behoeve van een douchegarnituur met zijdouches en het installeren van de leidingen en douchekranen tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 2.800,–. De levering vond plaats begin november 2010. De werkzaamheden zijn opgeleverd op of omstreeks 17 november 2010. De consument heeft een bedrag van € 320,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument stelt dat de ketel door hem is aangeschaft in overleg met de ondernemer. De ketel heeft echter onvoldoende capaciteit, waardoor de waterdruk niet voldoende was én de temperatuur van het water al na tien minuten met 10 graden daalt. De ondernemer heeft het probleem van de waterdruk verholpen door het leveren en plaatsen van een opvoerpomp waarvoor de ondernemer een bedrag van € 320,– inclusief BTW in rekening heeft gebracht. De ondernemer heeft aangeboden het probleem van de temperatuur te verhelpen door het installeren van een boiler voor € 700,–. De ondernemer heeft toegegeven dat hij een te kleine ketel heeft geplaatst. Dat de ondernemer een te kleine ketel heeft geplaatst blijkt ook uit de in het dossier aanwezige adviezen van de fabrikant van de ketel en van een andere leverancier. De consument heeft naar aanleiding van het deskundigenrapport het navolgende aangevoerd. De ketel is niet goed opgehangen door de ondernemer. De ondernemer heeft de warmwater hoeveelheden die in de brochure staan niet uitgelegd. De ondernemer heeft gezegd dat er met de huidige installatie meer dan genoeg warm water zou zijn. De ondernemer was op de hoogte van het totaal verbruik van de liters water. De deskundige bestempelt het leidingwerk wat naar de douche loopt in de vloer van de bijkeuken als levensgevaarlijk. De deskundige heeft aangegeven maar niet in het rapport vermeld dat de radiator in de bijkeuken ongelukkig is opgehangen. Volgens de fabrikant van de ketel mag aan de ketel absoluut geen aparte boiler gehangen worden. Dit blijkt uit een email van de fabrikant. Hoe kan het zijn dat als er circa 16 liter water per minuut de ketel binnenkomt de ketel 35 liter water per minuut kan verwerken. De enige oplossing is het plaatsen van een andere ketel met voldoende capaciteit plus een boiler van 120 liter. Is de ondernemer wel voldoende deskundig om de herstelwerkzaamheden uit te voeren? Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De ondernemer wist voor aanvang van de installatie van de ketel wat voor soort douche en ketel ik ging kopen. Ik heb hem alle technische specificaties van de douche overhandigd. De ondernemer heeft de verkeerde douche geadviseerd. Ik wil langer dan 10 minuten kunnen douchen vanwege de last die ik heb van mijn spieren. De ondernemer, met wie ik bevriend was, was hiervan op de hoogte. Inmiddels is onze verstandhouding dermate verstoord, dat ik een vervangende schadevergoeding prefereer boven het door de ondernemer laten uitvoeren van de noodzakelijke herstelwerkzaamheden. De consument verlangt – thans – een vervangende schadevergoeding. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De consument heeft gevraagd de geïnstalleerde ketel te leveren. Indien de consument de brochure goed zou hebben gelezen, zou hij hebben geweten dat na circa 10 minuten de capaciteit afneemt van 22 liter naar 16 liter per minuut (40 graden). De wens om gelijktijdig de hoofddouche en de zij-jets tegelijk te gebruiken is toen niet ter sprake gekomen. Ik heb duidelijk gezegd dat deze ketel speciaal ontworpen is om de eerste 10 minuten vollast te douchen. Zie folder. De consument wilde de hoofdleiding niet verzwaren vanwege eventuele lekkage van grondwater. Daarom is een opvoerpomp gemonteerd die voldoet. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport van 1 augustus 2011, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld. De consument woont in een redelijk afgelegen vrijstaande woning met opstallen aan [de voet van de dijk]. De consument en de ondernemer zijn vrienden/kennissen van elkaar die tot voor kort regelmatig bij elkaar over de vloer kwamen en geregeld samen gingen uit eten. Ook de rest van de familie broers en zussen van de consument gingen met ondernemer om en waren klant bij de ondernemer. De consument heeft kunststofvloeren bedrijf met nogal wat personeel in dienst. Het maken van deze kunststofvloeren vergt nogal wat zware arbeid, waardoor de consument last heeft van schouder, reden voor hem om een royale douchemogelijkheid te maken omdat hij daar veel baat bij heeft. Deze douche bestaat uit [een grote hoofddouche en zes zijdouchekoppen]. Deze zijn zo gemonteerd dat de zijdouches gelijktijdig met de hoofddouche water geven. Het sanitair is destijds door de consument zelf gekocht maar is wel door de ondernemer gemonteerd. Op een gegeven moment tijdens een verbouwing moest de bestaande CV-ketel vervangen worden. Hierover hebben de consument en de ondernemer gesproken waarna de ondernemer een folder van [de leverancier] overhandigde aan de consument met hierin aangekruist [type ketel]. Dit toestel levert maximaal 13ltr/min van 60°C (∆T= 50°C). Bij een douchetemperatuur van 40°C (∆T=30°C) kan deze combinatie 22 liter voor de eerste 10 minuten leveren. Hierna wordt er slechts 16 liter per minuut continu geleverd. De consument zegt volledig vertrouwd te hebben op de ondernemer omdat deze gezegd zou hebben dat dit de meest ideale ketel zou zijn voor hem. En ging daarom in op deze aanwijzing. De douchecombinatie met de hoofddouche van ± 8 liter per minuut en de 6 zijdouches van ieder 4,5 liter per minuut heeft een totaal verbruik van 35 liter per minuut. Bij gelijktijdige afname van hoofddouche en zijdouches zakt de temperatuur binnen 10 minuten meer dan 10 °C. Dit is onacceptabel voor de consument die zegt er juist baat bij te hebben om lang warm te douchen en hier ook expliciet ook om te hebben gevraagd. De ondernemer ontkent dat en vindt het belachelijk dat er meer dan 10 minuten gedoucht wordt. Het toestel kan deze warmwatervraag niet aan. Een alternatief zou [een ander type] kunnen zijn (dus zonder 40 liter boiler) met een grote boiler, ik denk dan aan een 300 liter boiler ernaast. Hier is wel een berekening voor te maken wat de exacte warmwatervraag zou zijn. Tijdens verbouwing is het toestel in de hal bij de achter ingang geplaatst waar vervolgens een kast omheen is gebouwd, die na opgave van de uitwendige maten van de cv-ketel ook nog eens enkele centimeter te klein was. Dit zou met wat ingrepen in de deur opgelost kunnen worden. In de kelder onder deze hal zou in principe ruimte zijn om zo’n boiler te kunnen zetten, maar deze kan er met geen mogelijkheid in, omdat de opening daar te klein voor is. Door de ondernemer is er een tapwaterpomp geadviseerd en geplaatst voor € 320,– (is laag te noemen voor deze pomp met arbeidsloon et cetra). Deze pomp kan de druk wel opvoeren maar niet de liters warmwater. De hoeveelheid warm water raakt hiermee enkel eerder op. Wat ik niet gecontroleerd heb, is de druk die er nodig is voor deze zijdouches en hoofddouche. Hier zijn ook geen klachten over geuit. Een nog grotere ketel 40 KW zoals geopperd is niet wenselijk omdat stooktechnisch gezien deze geplaatste ketel 30 KW al te groot is voor deze woning en dan wordt het warmwater wel erg duur. Vervolgens adviseert de ondernemer een 120 liter boiler die volgens hem wel door het keldergat zou kunnen (vraagprijs ondernemer € 700,– met plaatsen ook laag te noemen). Maar ook deze boiler zal niet voldoen aan de warmwatervraag. Een alternatief zou kunnen zijn om twee boilers naast elkaar te plaatsen in de kelder. Of dit kan qua plaats weet ik niet, omdat ik dat niet heb gezien. Een tweede alternatief zou kunnen zijn om in de schuur zo`n 10 à 15 meter vanaf het huis een grote boiler te plaatsen en dan met geïsoleerde grondleidingen weer aan te sluiten op het leidingsysteem in huis. Maar men spreekt dan over CV-leidingen, warm, koud en recirculatie leidingen over deze afstand. Hiervoor zou dan wel het al aangebrachte tapwaterpompje gebruikt kunnen worden voor de circulatie leiding. De laatste mogelijkheid is om de hal te verbouwen en er grote kast/technische ruimte in te maken waar de CV ketel en boiler in passen. Door de afgelegen plaats van deze woning is deze ook niet voorzien van een gasleiding en is de genoemde CV-ketel combinatie omgebouwd op propaan, dit is uitgevoerd door [de ketelfabrikant]. Technisch herstel is mogelijk. Hiervoor is aangegeven welke drie mogelijkheden er zijn. De meest voor de hand liggende technische oplossing voor de onderhavige klacht is parallel plaatsen van twee boilers in de kelder en aan te sluiten op de tapwaterinstallatie, ervan uitgaand dat deze wel door het keldergat kunnen. De geschatte kosten hiervoor bedragen € 3.510,50 inclusief BTW bestaande uit € 1.750,– aan materiaal, € 1.200,– aan arbeidsloon en € 560,50 aan BTW. Voor de andere alternatieven zullen wat prijzen opgevraagd moeten worden omdat deze toch wel ingrijpend zijn en diverse andere disciplines bevatten, zoals bouwkundig- en of graaf- c.q. bestratingwerk etc. Als uurtarief heb ik € 50,– per uur aangehouden exclusief BTW. Ik heb geen rekening gehouden met reis en verblijfskosten, kilometervergoedingen en andere directe of indirecte kosten. Had van meet af aan voor een van deze alternatieven gekozen, dan was de aanneemsom ook hoger geweest. Ook heb ik geen rekening gehouden met een teruggave voor het verwijderen of laten vervallen van het met de ketel meegeleverde warmwater tapboilertje van 40 liter wat bij [de ketel] in de combinatie ernaast hangt. Het is een gebruikt toestel, nu een klein jaar oud. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie is van oordeel dat voldoende vast is komen te staan dat de ondernemer op het moment dat hij de consument adviseerde de onderhavige ketel met warmwater boiler aan te schaffen op de hoogte was van de wensen van de consument met betrekking tot (de duur van) het douchen en van de technische specificaties van de door de consument elders aangeschafte douche. De ondernemer heeft dit in het verweerschrift ook niet expliciet betwist. De consument heeft zijn stellingen op dit punt ter zitting herhaald. De omstandigheid dat de ondernemer deze ter zitting niet heeft kunnen weerspreken, omdat hij niet ter zitting is verschenen, dient voor rekening en risico van de ondernemer te blijven. Anderzijds is niet aannemelijk geworden dat de ondernemer duidelijk zou hebben gezegd dat deze ketel speciaal ontworpen is om de eerste 10 minuten vollast te douchen. De consument betwist dat de ondernemer dit heeft gezegd. In een geval als deze waarin de ondernemer op de hoogte is van de specifieke wensen van de consument met betrekking tot (de duur van) het douchen, heeft de ondernemer niet kunnen volstaan met een verwijzing naar de folder. Het lag op de weg van de ondernemer om de consument expliciet te wijzen om de terugval in temperatuur na 10 minuten. Bovendien is de commissie van oordeel dat, gelet op de bij de ondernemer bekende fysieke klachten van de consument, het verwachtingspatroon van langer dan 10 minuten kunnen douchen niet onredelijk is. Dit geldt ook voor het gelijktijdig gebruik van de hoofddouche en de zijjets. Op grond van het vorenstaande is de commissie van oordeel dat de ondernemer tekortgeschoten is in het adviseren van de juiste ketel. Op basis van dit onjuiste advies heeft de consument een niet voor het door hem beoogde gebruik geschikte ketel aangeschaft en door de ondernemer laten installeren. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. De commissie acht de door de deskundige voorgestelde oplossing in dit geval niet realiseerbaar. Door de voorgestelde ontmanteling van de CV-ketel en de boiler zal de garantie op de installatie vervallen en ontstaan bovendien verzekeringtechnische risico’s. De commissie heeft kennis genomen van de overweging van de deskundige dat indien van meet af aan gekozen was voor een van de denkbare alternatieven de aanneemsom hoger zou zijn geweest. De commissie deelt deze inschatting van de deskundige. De ondernemer dient bij de te kiezen oplossing niet in een slechtere, maar ook niet in een betere situatie te geraken dan wanneer de ondernemer een geschikte CV-ketel zou hebben geadviseerd en geïnstalleerd. De commissie is van mening dat de meest redelijke oplossing voor het geschil is de overeenkomst tussen partijen te ontbinden. Het gevolg hiervan is dat de door de ondernemer geïnstalleerde CV-ketel inclusief boiler en de opvoerpomp gedemonteerd dienen te worden en aan de ondernemer teruggegeven moeten worden en dat de consument op zijn beurt aanspraak heeft op terugbetaling van de door hem aan de ondernemer betaalde bedragen. Gelet op de verstoorde verstandverhouding tussen partijen zal de commissie de ondernemer niet in staat stellen deze demontage zelf uit te voeren, maar kan de consument dit op kosten van de ondernemer laten uitvoeren door de leverancier bij wie hij de nieuwe ketel aanschaft. De commissie gaat er vanuit dat de installatie van de nieuwe ketel plaatsvindt binnen drie maanden na de verzenddatum van dit bindend advies. De commissie begroot de met de demontage verbonden kosten op € 100,– inclusief BTW. De ondernemer dient dit bedrag aan de consument te vergoeden. Het vorenstaande leidt tot de volgende financiële afwikkeling. De ondernemer is verplicht om binnen 14 dagen nadat de consument de huidige CV-ketel inclusief boiler en opvoerpomp aan de ondernemer heeft doen teruggeven, aan de consument terug te betalen het bedrag van de door de consument betaalde aanneemsom van € 2.800,– inclusief BTW te vermeerderen met de begrote kosten van de demontage van € 100,– inclusief BTW; in totaal derhalve € 2.900,– inclusief BTW. Tevens dient de ondernemer de factuur van 25 februari 2011 van € 320,– inclusief BTW te crediteren. De consument heeft dit bedrag niet aan de ondernemer betaald maar bij de commissie gedeponeerd. Derhalve zal de commissie bepalen dat dit depotbedrag aan de consument moet worden terugbetaald. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De overeenkomst tussen partijen wordt ontbonden. De consument dient de door de ondernemer geïnstalleerde CV-ketel met boiler en opvoerpomp binnen drie maanden na de verzenddatum van dit bindend advies aan de ondernemer terug te geven. De ondernemer dient binnen 14 dagen nadat de consument de installatie zoals hiervoor omschreven heeft teruggeven aan de consument een bedrag van € 2.900,– inclusief BTW te voldoen door overmaking op een door de consument op te geven bankrekeningnummer. De ondernemer dient tevens de factuur van 25 februari 2011 van € 320,– inclusief BTW crediteren. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 125,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 160,–. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Het depotbedrag van € 320,– wordt terugbetaald aan de consument. Aldus beslist door de Geschillencommissie Installerende Bedrijven op 7 december 2011.