Commissie: Openbaar Vervoer
Categorie: Vertraging
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
40594
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de treinreis van Amsterdam-Lelylaan naar Brussel op 20 december 2009 met vertrektijd 8.51 uur. De consument heeft op 30 december 2009 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Wij, mijn partner en ik, zijn op 20 december 2009 vanuit Amsterdam om 8.51 uur vertrokken om voldoende tijd te hebben om onze vakantievlucht vanuit Brussel naar Malaga met vertrektijd 16.50 uur ruimschoots te halen. Wij zouden volgens de dienstregeling om 11.42 uur in Brussel aankomen. Bij station Hollands Spoor te Den Haag kwam de trein stil te staan door bevroren wissels. De wisselverwarming was door [het onderhoudsbedrijf] op 17 december 2009 uitgezet. We werden van 10.00 tot 12.00 uur geheel in het ongewisse gelaten of de trein nog wel of niet ging doorrijden. Pas na twee uur werd ons medegedeeld dat alle treinen wegens de weersomstandigheden uit dienst waren genomen. Onze vakantie is hierdoor in het water gevallen. Er was geen negatief reisadvies van de kant van [de ondernemer]. De schade is de prijs van twee niet gebruikte tickets en de annuleringskoten van het hotel in Malaga. De totale kosten bedragen € 707,32. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Op het moment dat wij uit Amsterdam vertrokken, was er pertinent geen negatief reisadvies van [de ondernemer]. Men liet ons immers instappen. De consument verlangt vergoeding van de kosten ad € 707,32. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Door de extreme weersomstandigheden was het niet mogelijk om voor veel treinen tegelijk omroepberichten te plaatsen. [Het onderhoudsbedrijf] kon in deze omstandigheden enkel een algemeen bericht laten omroepen, die de strekking had dat vanwege de weersomstandigheden de treinen niet volgens de dienstregeling konden rijden. Wij zijn niet aansprakelijk voor vervolgschade bij vertraging. Dat blijkt uit onze algemene voorwaarden, alsmede uit de inhoud van artikel 8:108 BW. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De vertraging is ontstaan vanwege de stilstand van de trein als gevolg van wisselbevriezing. De ondernemer is niet voor vervolgschade aansprakelijk op grond van de inhoud van artikel 8:108 BW. Vaststaat dat de ondernemer gedurende ongeveer twee uur geen informatie heeft verschaft aan de consument, die in afwachting van berichten geen stappen heeft ondernomen. De ondernemer treft in dat verband een verwijt. Immers, had de ondernemer direct na de stilstand van de trein aan de consument laten weten dat voortzetting van de treinreis niet viel te verwachten, dan had de consument nog maatregelen kunnen treffen, bijvoorbeeld een familielid kunnen vragen haar en haar partner naar Brussel te rijden of een taxi te nemen. Aan de andere kant heeft de consument te lang gewacht alvorens de trein te verlaten. Kortom, beide partijen hebben steken laten vallen. Van de kant van de ondernemer kan niet worden verlangd dat zij alle niet-voorzienbare schades vergoedt. Dat zou betekenen dat dure vliegreizen naar wereldwijde bestemmingen met eventuele verdere kosten van derving van vakantie vergoed zouden moeten worden. De commissie legt de bovengrens bij € 500,–. Dat betekent dat, nu beide partijen een verwijt valt temaken, de commissie de helft van het genoemde bedrag toewijst. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 250,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Aldus beslist door de Geschillencommissie Openbaar Vervoer 30 september 2010.