Vervangend vervoer tijdens garantieperiode in principe gratis.

De Geschillencommissie




Commissie: Voertuigen    Categorie: Kosten    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: VOE07-0382

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil
 
Het geschil vloeit voort uit een op 30 november 2006 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een gebruikte auto, merk Alfa Romeo, type 156 SW 2.0 JTS TI, d.e.t. januari 2004, kilometerstand 44.153, tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 25.027,60 inclusief accessoires en kosten rijklaar maken. De levering vond plaats op of omstreeks 8 december 2006. De consument heeft op 30 januari 2007 de klacht kennelijk voor het eerst waargenomen en op 3 februari 2007 voorgelegd aan de ondernemer.
 
Standpunt van de consument
 
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. 

Na aankoop van de auto heeft de consument aanspraak gemaakt op garantie. Twee maal zijn reparaties uitgevoerd, waarbij hem vervangend vervoer ter beschikking is gesteld. Daar heeft hij echter voor moeten betalen. Hij is het daar niet mee eens. Volgens de consument betreft het vervangend vervoer een gevolgschade die voor rekening van de ondernemer dient te blijven. In totaal gaat het om een bedrag van € 108,44 exclusief BTW.
 
De ondernemer weigert bovendien in te gaan op een klacht over de lichtmetalen velgen. De lak bladdert daarvan af. Zowel op grond van de garantievoorwaarden, als ook op grond van non-conformiteit dient de ondernemer deze klacht gratis te verhelpen.
 
Ten slotte heeft de ondernemer een probleem aan de luidspreker links voor niet verholpen. Deze valt geregeld uit (wat verholpen kan worden door tijdelijk de radio harder te zetten). Vervanging van de luidspreker door de ondernemer heeft niet geholpen.
 
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Bij de aankoop heb ik het probleem met de velgen niet gezien. Ik heb de auto op een normale manier bekeken. Kennelijk was het probleem toen nog niet van dien aard dat het opviel. De klacht wordt ook steeds erger.
 
Ik heb de auto de eerste keer teruggebracht voor een probleem met een ruit en wat andere kleine dingetjes. De tweede keer heb ik hem gebracht voor de velgen. Toen ik de auto ’s avonds kwam ophalen, bleek dat ze daar niets aan hadden gedaan. Daarom staat op de tweede factuur alleen een lampje. De kosten voor vervangend vervoer heb ik onder protest betaald. Dat is gevolgschade van de garantieklachten en die komt ook voor rekening van de ondernemer.
 
De consument verlangt restitutie van de kosten van het vervangend vervoer, vervanging van de velgen door velgen van hetzelfde type of vaneen door de consument goed te keuren type of een vergoeding van € 150,– per velg, en een oplossing van het probleem met de luidspreker.
 
Standpunt van de ondernemer
 
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument is tevoren medegedeeld dat hem bij reparatie een huurauto tegen vergoeding ter beschikking zou worden gesteld, zowel bij de eerste als bij de tweede reparatie. Hij heeft daarmee ingestemd. De verreden brandstof is hem ook in rekening gebracht. Het vervangen van een lampje dient betaald te worden, omdat het vervangen van een lampje onder normaal onderhoud van aan slijtage onderhavige onderdelen valt en is uitgesloten van garantie. De ondernemer verwijst naar de bepalingen bij het BOVAG-garantiebewijs, die hij als bijlage bij het verweer heeft gevoegd.
 
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Ik vind het niet vanzelfsprekend dat wij gratis vervangend vervoer moeten aanbieden. De post “vervangend vervoer” bedroeg voor mijn bedrijf vorig jaar € 16.000,–. Ik vind dat niet in alle gevallen “passend” vervoer (zoals bedoeld in de BOVAG-voorwaarden) ook “gratis” vervoer betekent.

Bij aankoop is gewezen op een pitje in een ruit. Dat is niet goed hersteld en daarom bleek een nieuwe ruit nodig. Die is er in gezet en daarbij is een deurstrip vervangen en de ruitenwissers. De velgen waren bij de aankoop al aan het bladderen. Wat bij aankoop zichtbaar is, valt niet onder de garantie. Dat moet je bij de aankoop afkaarten en daar staat niets over in het koopcontract. Wij hebben wel aangeboden om de velgen bij te werken.
 
Deskundigenrapport
 
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.
Op drie van de vier velgen is oxidatie zichtbaar. De oorzaak kan tweeërlei zijn. 1e: door het op- en af halen (schroevendraaier er onder) van de dopjes is de coating beschadigd. 2e: door een niet juiste hechting van de opgebrachte coating. Van één van de drie velgen is het fenomeen vele malen erger dan van de andere. Indien men tijdig ‘ingegrepen’ had in het verleden, had één en ander zeer acceptabel bijgewerkt kunnen worden. Dit kan nu ook nog op twee van de drie velgen, maar van één zal het bijwerken meer zichtbaar zijn. Een andere optie is de velgen te de- en monteren, poeder coaten en opnieuw spuiten. Men dient dan wel alle vier de velgen te behandelen, zodat er geen onderling verschil is. Zoals al eerder opgemerkt: ‘De gewraakte beschadigingen zitten er al gedurende geruime tijd op.’ Overigen worden hier ook in het dossier opmerkingen over gemaakt.
 
Voorts is geconstateerd dat de linker voorspeaker niet functioneert. De andere speakers wel, zodat de oorzaak gezocht dient te worden in de bekabeling enzovoort. Een kwetsbare plek is de multistekker in het portier. Bij controle bleek het euvel daar dan ook te zijn. De stekker wat gemodificeerd en de speaker werkt weer. Indien op termijn het euvel zich weer zou voor doen, kan op een simpele manier een “bypass” aangebracht worden.

De klacht ten aanzien van de velgen kan worden verholpen, hetzij door bijwerken (kosten € 100,–) hetzij door poedercoaten en spuiten (kosten € 600,–).
 
Beoordeling van het geschil
 
De commissie heeft het volgende overwogen.
 
De koper van een auto kan zich er niet op beroepen dat de auto niet aan de overeenkomst voldoet, wanneer hij ten tijde van het sluiten van de overeenkomst daarmee bekend was of daarmee redelijkerwijs bekend kon zijn. Dat volgt uit artikel 7:17, lid 5 van het Burgerlijk Wetboek en uit artikel 2 van de garantievoorwaarden. De Bovag-garantie ziet volgens artikel 2 op herstel van gebreken die ten tijde van de koop niet waarneembaar waren en gebreken die tijdens de garantieperiode door normaal gebruik ontstaan.
 
Op grond van het rapport van de deskundige komt de commissie tot de slotsom dat het bladderen van de velgen ten tijde van de aankoop al waarneembaar moet zijn geweest. De deskundige merkt immers op dat de gewraakte beschadigingen er al gedurende geruime tijd op zitten. De klacht is op 30 januari 2007, twee maanden na aankoop, waargenomen. De periode tussen levering en waarneming is zo kort dat de commissie, met inachtneming van hetgeen de deskundige daarover met enige nadruk heeft opgemerkt, van oordeel is dat deze klacht ten tijde van de aankoop waarneembaar is geweest. In dat geval bestaat geen aanspraak op herstel onder de afgegeven garantie. Bovendien moet in dat geval worden geoordeeld dat de consument het gebrek bij totstandkoming van de overeenkomst redelijkerwijs bekend kon zijn, zodat hij zich ook niet kan beroepen op non-conformiteit. Gronden om van de ondernemer te verlangen dat hij de klacht ten aanzien van de velgen gratis herstelt bestaan dus niet.
 
De klacht met betrekking tot het functioneren van een speaker is verholpen, zodat de commissie daar verder niet op in hoeft te gaan.
 
Rest de klacht ten aanzien van het vervangend vervoer. Die klacht acht de commissie ten dele gegrond. Indien de ondernemer op grond van de afgegeven garantie wordt aangesproken tot herstel, schrijft artikel 15 van de BOVAG-voorwaarden voor dat hij op passende wijze in de vervoersbehoefte van de consument voorziet. De commissie is van oordeel dat, wanneer die behoefte beperkt is tot (een deel van) één dag de consument redelijkerwijs mag verlangen dat hem gratis vervangend vervoer ter beschikking wordt gesteld, met dien verstande dat de variabele kosten daarvan (met name brandstof) wel voor zijn rekening komen.
 
De eerste reparatie heeft plaatsgevonden tot herstel van gebreken onder de afgegeven garantie. In dat geval acht de commissie het passend dat vervangend vervoer gratis ter beschikking wordt gesteld. Anders is dat voor het tweede garagebezoek. Eerder is al geoordeeld dat geen gronden bestonden om van de ondernemer te verlangen dat hij onder garantie tot herstel van de velgen zou overgaan. Niet gebleken is dat de auto de tweede keer ook voor herstel onder garantie aan de ondernemer is aangeboden. In dat geval kan de commissie ook niet aannemen dat een grond bestond om de consument gratis vervangend vervoer aan te bieden.
 
Résumerend stelt de commissie vast dat de kosten van vervangend vervoer, zoals gefactureerd op
30 januari 2007 (€ 50,58 inclusief 19% BTW) dienen te worden terugbetaald. Voor het overige is de klacht van de consument ongegrond. In de omstandigheid dat het merendeel van de klachten (en in elk geval het belangrijkste onderdeel daarvan) ongegrond is, vindt de commissie aanleiding om te bepalen dat de ondernemer slechts 50% van het betaalde klachtengeld aan de consument hoeft terug te betalen. Ook de reglementaire bijdrage van de ondernemer in de behandelingskosten van deze zaak zal de commissie matigen tot het minimaal verschuldigde bedrag, € 222,50.
 
Beslissing
 
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 50,58.
 
Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
 
Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.

Het meer of anders door de consument verlangde wordt afgewezen.
 
Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen op 30 augustus 2007.