Verwijdering uit accomodatie.

De Geschillencommissie




Commissie: Recreatie    Categorie: Algemene voorwaarden    Jaartal: 2011
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 49012

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil heeft betrekking op een van de ondernemer gehuurde vakantiebungalow in de periode van 26 juli 2010 tot 2 augustus 2010 voor een bedrag van € 1.161,02.   De consument heeft op 31 juli 2010 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   We moesten ’s avonds op 26 juli 2010 noodgedwongen naar huis in verband met ernstige familieomstandigheden. Omdat mijn kinderen en hun vrienden die ik bij me had redelijk zelfstandig zijn mochten ze van mij in de bungalow blijven. In de plaats van mij en mijn echtgenoot zijn twee andere jongens gekomen. Op 31 juli 2010 trof ik mijn zoon thuis aan met de mededeling dat hij ’s nachts uit de bungalow was gezet. Mijn zoon vertelde me dat de jongens ’s avonds op 26 juli 2010 door de bewaking van de ondernemer zijn aangesproken en in totaal € 400,– borg moesten betalen. Volgens de bewaking was er nu niets aan de hand. Als er wel wat aan de hand zou zijn zouden de jongens eerst twee waarschuwingen krijgen, waarna ze het park zouden moeten verlaten. Het is de hele tijd goed gedaan tot op 30 juli 2010 om 24.00 uur twee bewakers langskwamen. De jongens zaten ‘risk’ te spelen en waren niet luidruchtig of zo. De bewakers vertelden dat de burgemeester van Renesse had besloten dat iedereen een bandje om moest van het park. De jongens hebben bandjes gekregen. De bewakers inspecteerden ook de bungalow, die er gewoon schoon uitzag, op de badkamer na. Zonder toestemming te vragen heeft een bewaker een foto gemaakt van de badkamer. Hij zei dat de badkamer binnen een uur opgeruimd moest zijn en dat het dan prima was. Toen de bewaker terug kwam was de badkamer opgeruimd. De bewaker zei toen dat de parkmanager aan de hand van de foto had besloten dat de jongens het park moesten verlaten. De jongens hebben aangegeven dat ze de hele week nog geen enkele waarschuwing hadden gehad, waarop de bewaker zei dat hij dan ter plekke twee waarschuwingen zou verzinnen. De bewaking dreigde de politie te bellen, als ze niet vrijwillig de bungalow zouden verlaten. Daarop zijn de jongens vertrokken en stonden ze om 01.00 uur in het donker en in de kou op straat. Omdat de jongens niet volgens het overlastprotocol en artikel 7g van de algemene voorwaarden van de ondernemer vooraf schriftelijk zijn gewaarschuwd en de jongens een heel ander verhaal hebben over de gebeurtenissen op 30 juli 2010 zijn zij ten onrechte van het park verwijderd.    Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   In de groep zaten jongens in de leeftijd van 16 tot 30 jaar. De ondernemer heeft de groep ten onrechte aangemerkt als een groep alleenreizende jongeren. Hij heeft daarom ten onrechte een extra borg van € 400,– in rekening gebracht.    De consument verlangt dat de ondernemer de volledige huursom alsmede de borg in verband met de schoonmaak en de extra borg van € 400,– terugbetaalt dan wel dat de ondernemer gratis een bungalow aanbiedt voor 8 personen.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument is direct op de eerste dag vertrokken. Toen vervolgens in de plaats van de consument en haar echtgenoot twee jongeren zijn gekomen verbleven er acht jongeren zonder toezicht in de bungalow. De consument heeft ons daarover niet ingelicht. Op 26 juli 2010 ontving de parkbeveiliging klachten over geluidsoverlast in een nabijgelegen bungalow.   Naast de huurders van die bungalow trof de parkbeveiliging ook de groep jongeren aan uit de door de consument gehuurde bungalow. Alle aanwezigen kregen een waarschuwing voor het veroorzaken van geluidsoverlast. Daarbij ontvingen de jongeren uit de door de consument geboekte bungalow ook het overlastprotocol, dat door één van de jongeren is ondertekend. Omdat uit het verhaal van de jongeren bleek dat er geen volwassen toezichthouder aanwezig was in de bungalow, hebben zij overeenkomstig het overlastprotocol € 50,– borg per persoon betaald. ’s Avonds op 30 juli 2010 passeerde de parkbeveiliging de door de consument gehuurde bungalow. Zelfs vanaf buiten viel daarbij direct de enorme chaos in de bungalow op. Om deze reden heeft de parkbeveiliging de bungalow geïnspecteerd. Aangezien de rommel en verontreiniging in de bungalow alle normale proporties te buiten gingen, heeft de parkbeveiliging de jongeren, ondanks het feit dat al een tweede overtreding van de parkregels was geconstateerd, de kans gegeven om op te ruimen en schoon te maken. Toen de parkbeveiliging later die avond terugkwam bleek dat de jongeren hiertoe niet bereid waren. Nadat de groep hierop werd aangesproken werd bijzonder recalcitrant gereageerd en ontstond een grimmige sfeer, waarbij ook een grote mate van alcoholgebruik werd geconstateerd. Daarop is, in overleg met de parkmanager, besloten de groep van het park te verwijderen.   De groep die in de bungalow achterbleef is terecht aangemerkt als een groep alleenreizende jongeren. In principe wordt een dergelijke groep niet op ons park toegelaten. Indien een dergelijke groep toch op het park aanwezig is hanteren we een strikte overlast- en schadeprocedure. Anders dan de consument stelt, zijn er wel degelijk twee waarschuwingen gegeven, alvorens de groep is verwijderd. Er is door ons conform het overlastprotocol gehandeld. Het gedrag van de groep op 30 juli 2010 was zodanig dat er ook overigens voldoende grond was voor tussentijdse opzegging van de overeenkomst. Van terugbetaling van de borg kan daarom geen sprake zijn. Ook van het terugbetalen van de volledige huursom kan geen sprake zijn, reeds omdat de groep gedurende ruim 4 nachten gebruik heeft gemaakt van de bungalow. De borg in verband met de schoonmaak betalen we evenmin terug, want het is aan de consument zelf te wijten dat zij geen gelegenheid heeft gehad de bungalow schoon op te leveren.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Ons verhaal over de gebeurtenissen op 30 juli 2010 wordt ondersteund door een e-mailbericht van 12 augustus 2010 van een medewerker van de parkbeveiliging.    Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De commissie stelt voorop dat de consument een verwijt valt te maken van het feit dat zij de ondernemer noch vooraf noch achteraf heeft ingelicht over het feit dat zij genoodzaakt was de bungalow voortijds te verlaten en dat in haar plaats en die van haar echtgenoot twee nieuwe gasten zouden komen, waarna in de bungalow een groep van acht personen zou verblijven. De ondernemer heeft er immers gerechtvaardigd belang bij te weten wie in een bungalow verblijven. In dit geval geldt dat nog te meer nu het om een groep gaat die de ondernemer in redelijkheid heeft kunnen aanmerken als een groep alleenreizende jongeren, die reizen zonder ouders of begeleiders. Dat de groep naar de consument heeft gesteld ook bestond uit personen boven de 21 jaar maakt dit niet anders, nu gesteld noch gebleken is dat deze personen als begeleiders kunnen worden aangemerkt.   De ondernemer heeft daarom terecht, conform het overlastprotocol, bij ieder van de leden van de groep € 50,– in rekening gebracht als borg.   De commissie ziet zich vervolgens gesteld voor de vraag of er voor de ondernemer voldoende aanleiding was de overeenkomst met de consument tussentijds op te zeggen. Het ligt op de weg van de ondernemer om daartoe voldoende feiten en omstandigheden te stellen en die bij gemotiveerde betwisting door de consument aannemelijk te maken. De commissie is van oordeel dat de feiten, die de ondernemer aan de tussentijdse opzegging ten grondslag heeft gelegd, door de consument onvoldoende gemotiveerd zijn weersproken. In de eerste plaats acht de commissie het niet aannemelijk dat, zoals de consument heeft gesteld, de parkbeveiliging om 24.00 uur langs is gekomen om bandjes uit te delen. Een dergelijk tijdstip ligt daarvoor bepaald niet voor de hand. Ook acht de commissie het niet aannemelijk dat, zoals de consument heeft gesteld, de groep is gesommeerd de bungalow en het park te verlaten, ondanks dat volgens de consument de groep had voldaan aan het eerdere verzoek van de parkbeveiliging om de bungalow op te ruimen. Niet valt immers in te zien welk belang de ondernemer nog had bij verwijdering van de groep, terwijl aan het door de parkbeveiliging verlangde zou zijn voldaan.   Ook overigens hebben de consument en de jongeren die ter zitting aanwezig waren de commissie er niet van kunnen overtuigen dat hetgeen de ondernemer aan de tussentijdse opzegging ten grondslag heeft gelegd, feitelijk onjuist of onaannemelijk is. Dit geldt nog te meer nu de vertegenwoordiger van de ondernemer ter zitting een e-mailbericht van 12 augustus 2010, dus daterend van kort na de gebeurtenissen, van een medewerker van de parkbeveiliging heeft overgelegd, dat de beschrijving door de ondernemer van de gebeurtenissen op de avond van 30 juli 2010 ondersteunt.   Dat, zoals de consument heeft gesteld, de groep niet conform het overlastprotocol voorafgaand tweemaal is gewaarschuwd is niet aannemelijk geworden. De commissie ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de stelling van de ondernemer dat de groep voor het eerst op 26 juli 2010 is gewaarschuwd, toen sprake was van geluidsoverlast bij een nabijgelegen bungalow, waar ook de groep aanwezig was. Evenmin bestaat aanleiding te twijfelen aan de juistheid van de stelling van de ondernemer dat de groep ook ’s avonds op 30 juli 2010 gewaarschuwd is naar aanleiding van de toestand van de bungalow, zoals de parkbeveiliging die aantrof op die avond. Er was na die twee waarschuwingen en de grimmige sfeer die volgens de ondernemer vervolgens ontstond voldoende aanleiding om tot tussentijdse opzegging van de overeenkomst en ontruiming over te gaan. Dat de ondernemer geen brief heeft overhandigd, zoals artikel 7 g van de algemene voorwaarden van de ondernemer voorschrijft, waarin de tussentijdse opzegging en ontruiming wordt meegedeeld, kan de consument niet baten. Gesteld noch gebleken is immers dat de consument hierdoor in haar belangen is geschaad.   Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen heeft de ondernemer terecht geen aanleiding gezien de extra borg van € 400,– terug te betalen. Dat geldt ook voor de borg in verband met de schoonmaak van de bungalow. Dat de bungalow bij vertrek niet schoon kon worden opgeleverd is immers een gevolg van een omstandigheid, die voor rekening van de consument komt.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie op 2 mei 2011.