Commissie: Recreatie
Categorie: Overlast
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
61336
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de (tussentijdse) verwijdering van een groep jongeren uit een van de ondernemer gehuurde vakantiebungalow. Feiten Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende weersproken voor zover thans van belang – het volgende vast: a. De consument heeft op 14 januari 2011 via internet voor 10 personen, te weten voor hemzelf en voor 9 meisjes (vriendinnen van 16 à 17 jaar, waaronder zijn dochter [naam dochter]), een vakantiebungalow van de ondernemer gehuurd voor de periode van 12 augustus 2011 tot 19 augustus 2011 voor een bedrag van € 1.959,40. b. Het park van de ondernemer maakt deel uit van de [naam recreatieonderneming] parken (hierna: [naam recreatieonderneming]). c. Op de overeenkomst zijn onder meer de algemene voorwaarden van [naam recreatieonderneming] van toepassing. In artikel 1 (definities) van de algemene voorwaarden wordt onder Recreant verstaan degene die met de ondernemer de overeenkomst betreffende de accommodatie aangaat. d. Als bijlage 1 bij de algemene voorwaarden is het “Reglement groepen en/of specifieke gevallen” opgenomen. Dit reglement luidt onder meer als volgt: “ Geachte gast, U heeft geboekt op één van de parken van [naam recreatieonderneming]. Om het verblijf voor alle gasten aangenaam te maken, hebben wij dit reglement opgesteld, conform onze Algemene Voorwaarden. De aanleiding voor dit reglement is het feit dat het helaas wel eens voorkomt dat er sprake is van overlast. Onze ervaring leert helaas dat overlast en schade in de meeste gevallen veroorzaakt wordt door (leden van) Groepen. Daarom geldt dit reglement standaard voor Groepen en slechts bij gebleken overlast en/of niet naleving van onze regels ook voor Gezinnen. Deze regeling is uitsluitend bedoeld ter voorkoming van overlast en schade van ons en onze Gasten. Wij hechten eraan op te merken dat het verblijf van het grootste deel van onze Gasten doorgaans probleemloos verloopt en voor die gevallen dit Reglement overbodig is. Algemeen (…) 2. Naast het onderhavige Reglement gelden ook het Parkreglement en de Algemene Voorwaarden voor alle aanwezigen in het Park. Alle reglementen en voorwaarden zijn op verzoek verkrijgbaar bij de parkreceptie dan wel te raadplegen en te downloaden via de website (naam website recreatieonderneming]). 3. De Recreant is te allen tijde verantwoordelijk en aansprakelijk voor de gehele groep. De Recreant dient ervoor te zorgen dat alle leden van zijn gezelschap bekend zijn met de inhoud van de geldende reglementen en voorwaarden (…) Alleen reizende jongeren 24. Indien blijkt dat sprake is van alleenreizende jongeren (personen die de leeftijd van 21 jaar nog niet bereikt hebben en reizen zonder hun ouders en/of verzorgers dan wel andere begeleiders die ouder zijn dan 21 jaar), terwijl de boeking is verricht door een derde die ouder is dan 21 jaar, behoudt de Ondernemer zich het recht voor om de overeenkomst op te zeggen met onmiddellijke ingang, zonder restitutie van de Totaalprijs. 25. De Recreant die boekt terwijl alle Mederecreanten jonger zijn dan 21 jaar, dient te allen tijde de groep te vergezellen. Zodra wordt vastgesteld dat deze Recreant niet is gearriveerd of eerder is vertrokken, om welke reden dan ook, dan wordt de Groep beschouwd als "alleenreizende jongeren" en zal deze als zodanig behandeld worden conform de algemene voorwaarden en het onderhavige Reglement. Gevolgen van het overtreden van de regels en/of het niet opvolgen van aanwijzingen 26. In geval van overtreding van dit Reglement dan wel de regels zoals omschreven in het Park- reglement en/of de Algemene Voorwaarden, zal in principe eerst een waarschuwing gegeven worden waarbij, als dat nog niet bij aankomst in het park is gebeurd, een extra waarborgsom betaald dient te worden van € 50,00 per persoon. Bij deze eerste waarschuwing zal een gele kaart worden uitgereikt (…)” e. Op vrijdag 12 augustus 2011 is de consument met zijn mederecreanten op het park aangekomen. f. In de nacht van zaterdag 13 augustus op zondag 14 augustus, om ongeveer 00.10 uur, heeft de parkbeveiliging van de ondernemer de op dat moment in de bungalow aanwezige 10 meisjes na klachten aangesproken op geluidsoverlast. Hen is, conform het overlastprotocol (artikel 26 van het Reglement groepen en/of specifieke gevallen) een gele kaart uitgereikt, onder de mededeling dat zij de volgende ochtend, zondag 14 augustus vóór 12.00 uur, een extra waarborgsom van € 50,– per persoon, derhalve € 500,– in totaal, dienden te betalen. g. De meisjes hebben zondag 14 augustus, nadat zij zich gemeld hadden bij de parkreceptie en een gesprek hadden gehad met de parkdirecteur, de heer [naam parkdirecteur], tijdig de extra borg betaald. In dat gesprek heeft de parkdirecteur hen onder meer verteld dat het absoluut niet de bedoeling was dat zij zonder ouders of andere volwassen begeleider op het park aanwezig waren. h. In de nacht van zondag 14 augustus op maandag 15 augustus is de groep meisjes vroeg in de ochtend (omstreeks 05.42 uur) teruggekeerd van een bezoek aan de plaatselijke discotheek. Bij thuiskomst is aan de parkbeveiliging van de ondernemer gemeld dat er in hun bungalow ingebroken was. De parkbeveiliging heeft de melding doorgegeven aan de parkdirecteur en die is ’s ochtends om 9.00 uur naar de bungalow gegaan om poolshoogte te nemen. De parkdirecteur heeft vervolgens besloten om de meisjes van het park te verwijderen. i. Na door de meisjes op de hoogte te zijn gesteld van hun verwijdering, is de consument diezelfde ochtend meteen naar het park gegaan en heeft hij in een gesprek met de parkdirecteur geprobeerd om deze zijn beslissing te laten herzien. De parkdirecteur is echter bij zijn beslissing tot verwijdering gebleven. j. De consument heeft op 27 augustus 2011 zijn klacht voorgelegd aan de ondernemer. k. Bij brief van 1 september 2011 heeft de ondernemer afwijzend gereageerd op de klacht van de consument, waarna de consument op 19 september 2011 de klacht bij de commissie aanhangig heeft gemaakt. Standpunt van de consument De consument heeft in zijn intakeformulier aan de commissie aangegeven dat de parkdirecteur de groep meisjes op maandagochtend 15 augustus 2011, na de inbraak in hun bungalow, onheus heeft bejegend en hen zeer klantonvriendelijk heeft behandeld. Dit door erg autoritair en overbluffend op te treden en te benadrukken dat het inbraakverhaal een onzinverhaal was en dat de meisjes zich alleen maar aanstelden. Voor dat feit wenst de consument excuses van de ondernemer. Verder heeft de parkdirecteur volgens de consument die ochtend oneigenlijke en niet ter zake doende argumenten gebruikt om de meisjes van het park te verwijderen. Die argumenten waren volgens de consument: “hij was er helemaal klaar mee; hij wilde niets meer van doen hebben met groepen uit Oosterhout; de inbraak was de schuld van de meisjes zelf; het verhaal van de inbraak was een onzinverhaal; de meisjes hadden zijn personeel te veel lastig gevallen; de bungalow zag eruit als een zwijnenstal; de politie was gebeld hetgeen slecht was voor de naam van zijn park; de meisjes hadden zich alleen maar aangesteld; hij wist dat omdat hij ook dochters van die leeftijd had en precies wist hoe meisjes konden toneelspelen.” De verwijdering van de meisjes had dan ook niet mogen plaatsvinden, aldus de consument. De parkdirecteur was echter volkomen ongevoelig voor de argumenten die de consument tijdens een langdurig gesprek met de parkdirecteur naar voren bracht. In verband met de onterechte verwijdering van het park wenst de consument restitutie van 4/7 deel van de accommodatiehuur, de lokale heffingen en de reserveringskosten, zijnde een totaalbedrag van € 1.082,51. Tevens verlangt de consument een immateriële schadevergoeding voor de geleden schade voor het deel van de niet genoten vakantie van € 20,– per persoon per dag, totaal € 800,–. Standpunt van de ondernemer De ondernemer heeft in zijn verweerschrift van 28 oktober 2011 geconcludeerd tot afwijzing van de vordering van de consument. Hij is, samengevat, van mening dat de procedure bij de commissie zich niet leent voor het afdwingen van excuses. Daarnaast is de ondernemer van mening dat hij die maandagochtend niet klantonvriendelijk of incorrect heeft gehandeld. De verwijdering van de groep meisjes van het park acht de ondernemer volledig terecht. De meisjes hebben zich namelijk niet overeenkomstig de algemene voorwaarden van de ondernemer gedragen. Die maandagochtend bleek de groep ten onrechte -en in strijd met de specifieke instructie van de parkdirecteur- wederom niet begeleid te worden door een ouder of andere volwassen begeleider. Verder veroorzaakte de groep overlast, bedierf zij de goede sfeer op het park en bevond de accommodatie die maandagochtend zich in een wanordelijke staat. Beoordeling van het geschil Het verzoek van de consument om excuses van de ondernemer naar aanleiding van de bejegening van de groep meisjes door de parkdirecteur op maandagochtend 15 augustus 2011 wordt afgewezen. Vaste rechtspraak van de commissie is dat de procedure bij de commissie zich niet leent voor het afdwingen van excuses. Los daarvan hecht de commissie eraan op te merken dat voor de commissie op grond van de overgelegde stukken de aan de parkdirecteur verweten gedragingen overigens ook niet zijn komen vast te staan. De lezing van de consument en die van de parkdirecteur staan op dat punt diametraal tegenover elkaar en voor bewijslevering is in deze procedure geen plaats. Vervolgens is de vraag aan de orde of er voor de ondernemer voldoende aanleiding was de groep meisjes uit de accommodatie en van het park te verwijderen. De ondernemer heeft, zo begrijpt de commissie uit de gegeven toelichting ter zitting, zijn beslissing hoofdzakelijk gebaseerd op de artikelen 24 en 25 van het Reglement groepen en/of specifieke gevallen (hierna: het reglement). Het gaat in die artikelen om een bevoegdheid van de ondernemer om de overeenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen in de daar beschreven situatie. De toetsing door de commissie dient zich dan ook te beperken tot de vragen of de daar beschreven situatie zich heeft voorgedaan en of de ondernemer de overeenkomst vervolgens in redelijkheid heeft kunnen opzeggen. De commissie beantwoordt deze vragen als volgt. Vast staat dat de boeking op 14 januari 2011 een boeking betrof van een recreant met 9 mede-recreanten jonger dan 21 jaar zoals bedoeld in artikel 25 van het reglement. Verder heeft de consument in zijn brief van 21 september 2011 aan de commissie toegegeven dat hij van zaterdag 13 op zondag 14 augustus en van zondag 14 op maandag 15 augustus door andere verplichtingen niet op het park aanwezig kon zijn. De consument, zo stelt de commissie vast, handelde daarmee in strijd met zijn verplichting ex artikel 25 van het reglement om te allen tijde de groep te vergezellen. De overtreding door de consument van het reglement staat daarmee dus vast. Maar heeft de ondernemer deze overtreding van het reglement in redelijkheid ook kunnen aangrijpen om de groep meisjes op maandag 15 augustus 2011 uit de accommodatie en van het park te verwijderen? De commissie beantwoordt deze vraag bevestigend. Daarbij is allereerst van belang dat vaststaat dat de consument de ondernemer bij aankomst op het park noch later heeft meegedeeld dat hij van zaterdag 13 op zondag 14 augustus en van zondag 14 op maandag 15 augustus niet op het park bij de groep meisjes aanwezig kon zijn. Verder is van belang de door de groep meisjes in de nacht van zaterdag 13 op zondag 14 augustus veroorzaakte geluidsoverlast. De parkbeveiliging heeft daarbij volgens de ondernemer geconstateerd dat er geen ouder of andere volwassen begeleider aanwezig was. De consument heeft dit betwist. Hij heeft, gesteund door zijn ter zitting aanwezige dochter, gesteld dat reeds op dat moment als begeleider de oudere zus van één van de andere meisjes aanwezig was, te weten [naam zus] (geboortedatum 23 januari 1989). De ondernemer op zijn beurt heeft deze stelling van de consument betwist. De ondernemer heeft aangevoerd dat genoemde [naam zus] pas in de loop van de zondagmiddag op het park is gekomen. De commissie heeft op basis van de overgelegde stukken niet kunnen achterhalen wie van partijen in deze kwestie gelijk heeft. Van doorslaggevend belang voor de beslissing is dat echter niet. Want vast staat dat genoemde [naam zus] niet (meer) bij de groep meisjes aanwezig was in de nacht van de inbraak in de bungalow, van zondag 14 op maandag 15 augustus. Dit terwijl de dochter van de consument ter zitting erkend heeft dat de parkdirecteur de groep meisjes de ochtend na de geluidsoverlast, als gevolg waarvan de groep overeenkomstig het overlastprotocol een gele kaart van de ondernemer had ontvangen, heeft verteld dat het absoluut niet de bedoeling was dat zij zonder ouders of andere volwassen begeleider op het park aanwezig waren. Door deze aanwijzing van de parkdirecteur kennelijk in de wind te slaan, heeft de groep meisjes zich naar het oordeel van de commissie bewust blootgesteld aan het risico dat bij een volgend incident met de groep de ondernemer gebruik zou maken van zijn in de artikelen 24 en 25 van het reglement neergelegde bevoegdheid. Dat de groep meisjes op zichzelf geen verwijt te maken viel van de inbraak in hun bungalow, zoals de consument terecht heeft betoogd, is daarbij dan niet meer van belang. Gelet op de omstandigheden van het geval heeft de ondernemer in redelijkheid dan ook tot de beslissing kunnen komen om gebruik te maken van zijn in de artikelen 24 en 25 van het reglement neergelegde bevoegdheid om de overeenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen zonder enige restitutie. Dit betekent dat de vorderingen van de consument die verband houden met de verwijdering van de meisjes uit de accommodatie en van het park eveneens afgewezen zullen worden. Het bovenstaande leidt de commissie tot de volgende beslissing. Beslissing De commissie verklaart de klacht ongegrond en wijst het door de consument verzochte af. Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, op 2 december 2011.