Verzegeling gasmeter niet veilig; consument moet volgens algemene voorwaarden betalen voor noodzakelijke handelingen gasaansluiting

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Energie    Categorie: Kosten    Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 8563/15319

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument wil een verzegeling van de gasmeter, maar volgens de ondernemer kan dit vanwege veiligheidsredenen niet. De gasmeter kan alleen verwijderd worden. De consument vindt het bedrag voor de verwijdering te hoog en wil de helft van het bedrag betalen. De ondernemer stelt dat de consument een overeenkomst voor de gasaansluiting had. Uit de bijbehorende algemene voorwaarden en Tarievencode Gas blijkt dat als de consument de overeenkomst beëindigd, de ondernemer verplicht is om de kosten van de verwijdering bij de consument in rekening te brengen. De consument is verplicht deze kosten te betalen. De commissie stelt dat het verzegelen van de gasmeter inderdaad niet mogelijk is. De consument heeft geen andere keus dan akkoord gaan met de ondernemer. Hij is namelijk gebonden aan de met hem gesloten overeenkomst en de bijbehorende algemene voorwaarden. Daarnaast zijn de kosten die in rekening worden gebracht niet onredelijk hoog. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft kosten van verwijdering van een gasaansluiting.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Na installatie van zonnepanelen en warmtepomp vragen wij om verzegeling van de gasmeter; plotseling heeft de ondernemer zijn voorwaarden aangepast en kan enkel nog de gasmeter verwijderd worden; dit wordt onderbouwd door de stelling van particulier bedrijf Kiwa dat er mogelijk problemen kunnen ontstaan als de leiding vanaf de hoofdleiding in de straat niet wordt opgegraven. Noodgedwongen heb ik een bedrag van € 732,05 moeten betalen voor verwijdering van de gasaansluiting. Ik stel voor dat ik niet meer dan de helft van dat bedrag verschuldigd ben aan de ondernemer.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Feiten klager:

Klager heeft zonnepanelen en een warmtepomp geïnstalleerd en heeft gevraagd om verzegeling van de gasmeter. Klager heeft van de ondernemer te horen gekregen dat het beleid is aangepast en dat de gasaansluiting alleen nog maar verwijderd kan worden. Dit wordt onderbouwd door de stelling van KIWA dat er mogelijk problemen kunnen ontstaan als de leiding vanaf de hoofdleiding in de straat niet wordt opgegraven. In overige correspondentie geeft klager aan dat er maar een uur werk gemoeid is met de verwijdering en dat hij het bedrag te hoog vindt. Hij stelt als oplossing voor dat hij de helft van het bedrag voor verwijdering betaalt.

Standpunt ondernemer:

Klager had een overeenkomst (hierna; ATO) met de ondernemer ten behoeve van de gasaansluiting op bovengenoemd adres op het net van de ondernemer. Bij de totstandkoming van de ATO zijn de Algemene Voorwaarden aansluiting en transport elektriciteit en gas kleinverbruiker 2013 (hierna; AV) van toepassing verklaard.

Kosten verwijdering voor rekening van de afnemer

In artikel 3.6 van de AV staat:

Elk der partijen is gerechtigd de aansluit- en transportovereenkomst schriftelijk met inachtneming van een opzegtermijn op te zeggen. Uiterlijk tien werkdagen voordat de aansluit- en transportovereenkomst beëindigd dient te worden, dient de contractant zijn leverancier op de met de leverancier overeengekomen wijze van de gewenste beëindiging van de aansluit- en transportovereenkomst op de hoogte te stellen en, voor zover dit nog niet gebeurd is, zijn leverancier te machtigen de aansluit- en transportovereenkomst voor hem op te zeggen. Indien niet voldaan is aan deze vereisten, alsmede indien de netbeheerder niet binnen de opzegtermijn in de gelegenheid is gesteld de voor de beëindiging van de aansluit- en transportovereenkomst noodzakelijke handelingen te verrichten, blijft de contractant gebonden aan hetgeen in of krachtens de aansluit- en transportovereenkomst is bepaald totdat hij aan al zijn daaruit voortvloeiende verplichtingen heeft voldaan.

Uit dit artikel blijkt dat de netbeheerder de bij de beëindiging van de ATO noodzakelijke uit te voeren werkzaamheden zonder (aanvullende opdracht) van de afnemer mag uitvoeren. De handelingen zijn noodzakelijk voor het beëindigen van de ATO.

Artikel 5.3 van de AV luidt:

Het activeren, uitbreiden, wijzigen, vervangen, verplaatsen, deactiveren en wegnemen van de aansluiting en de meetinrichting zijn in elk geval voor rekening van de contractant, indien: a. dit geschiedt op zijn verzoek of b. dit het gevolg is van zijn handelen of nalaten of het gevolg is van omstandigheden die hem redelijkerwijs zijn toe te rekenen.

Aangezien het installeren van een warmtepomp en zonnepanelen een keuze van de klager zelf is geweest en hij daarom de ATO heeft opgezegd, is het duidelijk dat de noodzakelijk uit te voeren werkzaamheden een gevolg zijn van het handelen van klager dan wel een gevolg zijn van omstandigheden die aan hem zijn toe te rekenen.

Art 14 van de AV zegt:

De contractant is aan de netbeheerder bedragen verschuldigd voor het activeren, in stand houden, uitbreiden, wijzigen, vervangen, verplaatsen, deactiveren en wegnemen van de aansluiting en de meetinrichting alsmede voor het transport, volgens het daarvoor door de netbeheerder vastgestelde tarievenblad. Het tarievenblad is te vinden op de internetsite van de netbeheerder en is op aanvraag kosteloos verkrijgbaar.

Zowel in artikel 5.3 als in artikel 14 AV is opgenomen dat de afnemer de kosten draagt voor het wegnemen van de installatie.

In artikel 2.2 AV is ook de Tarievencode gas van toepassing verklaard. Tevens is de Tarievencode Gas een algemeen verbindend voorschrift en van dwingend recht en dus is deze ook zonder een verwijzing in de algemene voorwaarden van toepassing.

In artikel 2.5.1.12 van de Tarievencode Gas staat:

Bij de beëindiging van de aansluitovereenkomst worden eventuele kosten voor het fysiek afschakelen van de aansluiting dan wel het verwijderen van de aansluiting via een eenmalige bijdrage in rekening gebracht bij de ‘voormalige’ aangeslotene, met inachtneming van de systematiek van voorcalculatie zoals beschreven in artikel 2.5.1.15.

In voorstaand artikel staat dat indien Klager de ATO beëindigt de ondernemer verplicht is de kosten van de verwijdering bij de laatst aangeslotene in rekening te brengen. In dit geval dus bij de klager.

Jurisprudentie

Uit de uitspraken van de Commissie is gebleken dat als een afnemer de ATO opzegt, de netbeheerder gerechtigd is om op kosten van de afnemer de noodzakelijke handelingen uit te voeren. Voor het recht op het uitvoeren van de werkzaamheden en het recht op vergoeding van de kosten is geen (nadere) opdracht van de afnemer nodig. Het recht vloeit voort uit het initiatief tot beëindiging van de ATO door de afnemer. Het tijdelijk afsluiten (verzegelen) is geen veilige optie. De netbeheerder moet de afnemer, bij beëindiging van de ATO de keuze bieden tussen 1. verwijderen van de aansluiting dan wel 2. afdoppen van de aansluitleiding. Als de afnemer kiest voor optie 2 maar de netbeheerder besluit om tot verwijdering van de aansluitleiding over te gaan en de afnemer hieraan moet meewerken dan mogen alleen de kosten van de optie waar de afnemer voor heeft gekozen in rekening worden gebracht.

Dit laatste advies (119641) is ter vernietiging voorgelegd aan de Rechtbank Gelderland.
Bij vonnis van 14 augustus 2019 (ECLI:NL:RBGEL:2019:3921) is het bindend advies vernietigd omdat de Rechtbank het advies naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar vond. Dit omdat de netbeheerder verplicht wordt bedrijfsafval onbeheerd in de grond te laten liggen als de afnemer voor de optie afdoppen mag kiezen. In dat geval handelt de netbeheerder in strijd met de Wet Milieubeheer. Tevens oordeelde de rechtbank dat de afnemer moet meewerken aan verwijdering en de kosten hiervoor moet betalen.

Hoogte Kosten:
In de uitspraken van 30 januari 2017 met kenmerk 105758 en 26 februari 2018 met kenmerk 112880 heeft uw commissie geoordeeld niet bevoegd te zijn om te oordelen over het verwijdertarief. Alleen als er sprake is van een evident onredelijk tarief kan er een rol voor uw commissie zijn weggelegd. Uit de uitspraak van 28 november 2018 is gebleken dat uw commissie het verwijdertarief niet als evident onredelijk aanmerkt. Indien uw commissie van oordeel is dat zij toch over het tarief kan oordelen dan mag de commissie dit slechts marginaal doen.

Conclusie:

Klager heeft om verzegeling verzocht maar dit is geen veilige optie volgens het rapport van KIWA. In het vonnis van de rechtbank Gelderland is het bindend advies vernietigd waarin staat dat als de klager kiest voor afdoppen maar de netbeheerder besluit om tot verwijdering van de aansluitleiding over te gaan, dan alleen de kosten van de optie waar de afnemer voor heeft gekozen in rekening mogen worden gebracht. Dit zou naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn omdat de netbeheerder verplicht wordt bedrijfsafval onbeheerd in de grond te laten liggen. In dat geval handelt de netbeheerder in strijd met de Wet Milieubeheer.

Uit de algemene Voorwaarden en Tarievencode blijkt dat indien Klager de ATO beëindigt de ondernemer verplicht is de kosten van de verwijdering bij de laatst aangeslotene in rekening te brengen. Over de hoogte van de kosten kan de commissie geen uitspraak doen omdat de commissie niet bevoegd is hiertoe. Er is niet gebleken dat de ondernemer een onredelijk tarief hanteert.

Gelet op het vorenstaande verzoekt de ondernemer uw commissie de klacht van de klager ongegrond te verklaren.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting onderschrijft de commissie in grote lijnen het standpunt van de ondernemer, in die zin dat de door de consument voorgestelde wijze van beëindiging van de overeenkomst door middel van verzegeling van de gasmeter ten tijde van die beëindiging door de ondernemer niet meer als een mogelijkheid werd aangeboden. Daar waren ook goede redenen voor, in het bijzonder gelet op veiligheidsaspecten. Daarom kon de consument ook niet anders dan akkoord gaan met de door de ondernemer uitgebrachte offerte.

Het is niet aan de commissie het door de ondernemer in rekening gebrachte tarief te toetsen, anders dan op evidente onredelijkheid; naar het oordeel van de commissie is daarvan in het onderhavige geval geen sprake. De consument is dan ook gebonden aan de met de ondernemer gesloten overeenkomst en de commissie kan daaraan niets afdoen.
Wel is ter zitting aan de orde gekomen dat in dit geval feitelijk geen sprake is geweest van algehele verwijdering van de aansluiting. Ter zitting heeft de ondernemer toegezegd dit te zullen nagaan, en voor het geval mocht blijken dat de overeenkomst niet geheel is uitgevoerd, ervoor zorg te dragen dat dit alsnog geschiedt. De klacht over het tarief treft geen doel.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. D.J. Buijs, voorzitter, de heer mr. F.J. Pirard, de heer H.W. Zuur, leden, op 15 juni 2020.