Commissie: Reizen
Categorie: Handelingsonbekwaam / Minderjarige
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
161979/168484
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De vijftienjarige zoon van de consument heeft samen met zijn eveneens vijftienjarige vriendin een dagreis naar Parijs geboekt bij de ondernemer. Dit heeft de zoon gedaan zonder toestemming van de consument. De consument heeft de ondernemer verzocht de reis te annuleren. Nadat de consument de klacht bij de commissie aanhangig heeft gemaakt, heeft de ondernemer aangeboden de reissom terug te betalen. De commissie beslist dat de ondernemer de reissom terug moet betalen aan de consument. De klacht is gegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Reizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 26 augustus 2022 te Den Haag.
De commissie heeft de behandeling van het geschil op basis van de stukken, zonder mondelinge behandeling, afgedaan.
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de weigering van de ondernemer om de reis te annuleren/reissom te restitueren, welke reis is geboekt door een minderjarige.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Mijn zoon van 15 jaar heeft op vrijdag 14 januari 2022 een dagreis Parijs geboekt samen met zijn eveneens 15-jarige vriendinnetje. Beiden hebben dit zonder medeweten en zonder toestemming gedaan. Op 17 januari 2022 heb ik de ondernemer verzocht de reis te annuleren/reissom te restitueren op grond van het ontbreken van toestemming (handelingsonbekwaam). De ondernemer houdt echter vast aan het feit dat mijn zoon akkoord is gegaan met de algemene voorwaarden waarin vermeld staat dat een minderjarige bij boeking verklaart toestemming te hebben. De ondernemer weigert derhalve te restitueren.
Naar aanleiding van het schikkingsvoorstel van de ondernemer, inhoudende terugbetaling van de reissom van € 117,40 en het voor zijn rekening nemen van het klachtengeld, heeft de consument de commissie laten weten dat zij daar niet mee akkoord gaat en dat zij wenst dat de commissie een uitspraak doet, met name waar het betreft de wijze waarop de ondernemer omgaat met boekingen door minderjarigen.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om zijn standpunt schriftelijk aan de commissie kenbaar te maken. Wel is uit de stukken naar voren gekomen dat de ondernemer de zaak heeft willen schikken door de reissom van € 117,40 te retourneren en het klachtengeld voor zijn rekening te nemen. Dit schikkingsvoorstel, gedateerd 9 juni 2022, is gedaan nadat de klacht bij de commissie aanhangig is gemaakt. De consument heeft het schikkingsvoorstel niet geaccepteerd.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Na het aanhangig maken van het geschil bij de commissie heeft de ondernemer op 9 juni 2022 een schikkingsvoorstel gedaan waarin uiteindelijk volledig tegemoet wordt gekomen aan de wens van de consument tot restitutie van de reissom van €117,40 en betaling van het klachtengeld door de ondernemer. Nu dit pas is gebeurd nadat de consument het geschil aanhangig had gemaakt bij de commissie, dient de klacht – voor zover die ziet op de weigering van de ondernemer om de reissom te restitueren – gegrond te worden verklaard.
Benadrukt dient te worden dat de klacht die de consument aan de commissie heeft voorgelegd, enkel en alleen ziet op het feit dat de ondernemer om hem moverende redenen heeft geweigerd om de reissom te restitueren. Pas nadat de ondernemer haar het vorengenoemde schikkingsvoorstel had gedaan, heeft zij te kennen gegeven dat zij van de commissie een oordeel wenst met betrekking tot de wijze waarop de ondernemer omgaat met het boeken van reizen door minderjarigen. Dit klachtonderdeel is echter niet eerder aan de ondernemer voorgelegd, noch in eerste instantie opgenomen in de klacht die is voorgelegd aan de commissie. Met andere woorden, het aspect dat de consument beoordeeld wenst te zien, maakte in eerste instantie geen deel uit van de klacht zoals die bij de ondernemer en later bij de commissie is geformuleerd en valt derhalve buiten de omvang van het geschil.
Op grond van het voorgaande zal de commissie de consument dan ook niet-ontvankelijk verklaren in haar klacht waar het betreft het handelen van de ondernemer bij boekingen door minderjarigen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht, voor zover die ziet op de weigering van de ondernemer om de reissom te restitueren, gegrond.
De commissie bepaalt dat de ondernemer de reissom van € 117,40 dient terug te betalen, voor zover niet reeds gebeurd.
De commissie bepaalt dat de consument niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar klacht waar het betreft het handelen van de ondernemer bij boekingen door minderjarigen.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 77,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld, voor zover niet reeds gebeurd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, de heer J.J.M. Crijnen, de heer mr. P.C. de Klerk, leden, op 26 augustus 2022.