Visum benodigd voor India: reisorganisator niet voldaan aan informatieplicht

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: Informatie schriftelijk    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 38649

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 4 september 2009 via het boekingskantoor met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een cruise voor 2 personen met vertrek uit Dubai en aankomst in Singapore, voor de periode van 4 november 2009 t/m 17 november 2009 voor de som van € 1.416,76.   Klager heeft op 22 november 2009 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator.   Standpunt van klager   Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.   We hebben het boekingskantoor opdracht gegeven een cruise te boeken met in elk geval de bestemming India. De cruise van de reisorganisator die we geboekt hebben, zou 4 dagen India aandoen. Na ontvangst van de factuur hebben we in september telefonisch contact opgenomen met het boekingskantoor met de vraag of we nog zelf visa dienden te regelen. Ons is door een medewerker van het boekingskantoor medegedeeld dat alles in orde was en alles, dus ook visa, werd geregeld. We zijn op eigen gelegenheid naar Dubai gereisd. Toen we een paar dagen later incheckten voor de cruise bleek dat we over een visum voor India moesten beschikken. Volgens de bemanning hadden we dat zelf in Nederland moeten regelen. Het boekingskantoor zou hiervan op de hoogte moeten zijn geweest, aangezien de reisorganisator op de rekening die hij aan het boekingskantoor heeft gezonden heel duidelijk heeft vermeld dat het visum voor India door de passagiers zelf geregeld diende te worden. De bemanning heeft nog geprobeerd een visum voor India voor ons te regelen, maar helaas is dat niet gelukt. Ondanks het feit dat de reisorganisator het boekingskantoor er op heeft gewezen dat we zelf het visum voor India dienden aan te vragen, heeft het boekingskantoor ons hier niet op gewezen. De in artikel 5 van de ANVR Reisvoorwaarden neergelegde informatieverplichting is dan ook niet nagekomen. De reisorganisator is derhalve aansprakelijk voor het gederfde reisgenot. Naast de aan de reisorganisator betaalde reissom willen we ook de kosten van de vliegtickets (van Amsterdam naar Dubai en van Singapore naar Amsterdam), de hotelkosten in Dubai en telefoonkosten vergoed hebben.   Ter zitting heeft klager verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   We hebben nooit tegen het boekingskantoor gezegd dat we, tijdens ‘een dagje uit’ in Den Haag, zelf het visum voor India zouden regelen. De checklist bij de factuur hebben we nooit ontvangen. Omdat we regelmatig cruises maken, is onze ervaring dat de rederij soms ter plaatse de vereiste visa regelt. De uitzondering van artikel 5 lid 2 van de ANVR Reisvoorwaarden, op grond waarvan de reisorganisator aansprakelijk is voor het feit dat klager de reis deels niet heeft kunnen maken wegens het ontbreken van een visum voor India, is hier van toepassing. Dat geldt te meer nu de reisorganisator op de factuur aan het boekingskantoor uitdrukkelijk heeft vermeld dat we zelf een visum voor India moesten regelen. Het boekingskantoor heeft echter nagelaten dat aan ons te melden.   Klager verlangt een vergoeding van € 3.061,–.   Standpunt van de reisorganisator   Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.   Samen met de boekingsbevestiging heeft het boekingskantoor aan klager ook een checklist verstuurd. Hierin staat duidelijk vermeld dat voor bepaalde landen een visum is vereist en dat men hier altijd zelf verantwoordelijk voor is. Door het boekingskantoor is aan klager gevraagd of het visum voor India verzorgd moest worden. Dit is afgewezen omdat op de website www.visumdienst.nl stond dat de ambassade van India in Den Haag was gevestigd en klager hier zelf een dagje uit van zou maken. Dat de echtgenote van klager telefonisch contact heeft opgenomen met het boekingskantoor met betrekking tot het visum en dat een medewerker van het boekingskantoor toen gezegd zou hebben dat alles geregeld zou worden is onjuist. Gezien zijn jarenlange ervaring met de verkoop van cruises kan en zal deze medewerker dat nooit gezegd hebben. Met uitzondering van Rusland weet hij dat dit niet zo is. Er kan ook geen visum worden geregeld zonder exacte gegevens, zoals paspoort, handtekening en pasfoto’s. Het is juist dat op onze factuur aan het boekingskantoor is aangegeven dat voor India een visum nodig is. Deze informatie had klager ook, omdat hij de cruise zelf van onze website heeft gehaald waar deze informatie ook op staat. Het boekingskantoor heeft klager voldoende gewezen op het feit dat voor India een visum nodig is. We zijn dan ook niet aansprakelijk voor de gevolgen van het niet hebben van het vereiste visum.   Ter zitting heeft de reisorganisator verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Het boekingskantoor stuurt bij de factuur altijd een checklist mee. Daarop is vermeld dat voor bepaalde landen een visumplicht geldt en dat het boekingskantoor bij de aanvraag daarvan kan bemiddelen. Die bemiddeling is klager ook aangeboden, maar daarvan wenste klager geen gebruik te maken. Het is juist dat in sommige gevallen de rederij ter plaatse zorg draagt voor het vereiste visum. Maar bij de onderhavige cruise was dat, voor India, niet het geval. Er is tussen klager dan wel zijn echtgenote en de medewerker van het boekingskantoor meerdere malen telefonisch contact geweest. Klager zou op eigen initiatief het visum regelen.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   In artikel 5 lid 1 van de ANVR Reisvoorwaarden is bepaald dat uiterlijk bij de totstandkoming van de overeenkomst door of vanwege de reisorganisator algemene op de Nederlandse nationaliteit afgestemde informatie betreffende paspoorten en visa verstrekt zal worden. In lid 2 van dit artikel is bepaald dat indien de reiziger de reis niet (geheel) kan maken wegens het ontbreken van een (geldig) document, zulks met alle daaraan verbonden gevolgen voor zijn rekening komt, tenzij – voor zover hier van belang – de reisorganisator tekort is geschoten in zijn in het vorige lid bedoelde informatieverplichting.   De commissie stelt vast dat op de boekingsbevestiging de hiervoor bedoelde algemene informatie niet wordt vermeld. De reisorganisator heeft weliswaar verwezen naar een checklist van het boekingskantoor, die onder meer betrekking heeft op ‘reisdocumenten’, maar klager heeft betwist dat die checklist bij de boekingsbevestiging was gevoegd. Ook is niet komen vast te staan dat, zoals de reisorganisator heeft gesteld, het boekingskantoor klager heeft aangeboden te bemiddelen bij het verkrijgen van een visum voor India. Over de inhoud van een telefoongesprek, waarin dat aanbod door het boekingskantoor zou zijn gedaan, lopen de lezingen van klager en het boekingskantoor (ver) uiteen.   Door het boekingskantoor is nog gesteld dat klager er van op de hoogte was dat voor India een visum was vereist, omdat dit staat vermeld op de website van de reisorganisator, waar klager de geboekte cruise van af gehaald zou hebben. Die stelling is echter op geen enkele wijze nader onderbouwd.   Verder is nog van belang dat klager ter zitting een brief van de reisorganisator van 23 oktober 2009 heeft overgelegd, die was gevoegd bij de reisbescheiden. Daarin wordt vermeld dat indien er visa voor de cruise benodigd zijn, informatie daarover onderaan de factuur is vermeld. Op de factuur die klager van het boekingskantoor heeft ontvangen wordt die informatie niet vermeld. Die informatie is, zo staat vast, wel vermeld op de factuur van de reisorganisator aan het boekingskantoor. Maar daarvan is, zoals hiervoor is overwogen, niet komen vast te staan of aannemelijk geworden dat het boekingskantoor die informatie aan klager heeft doorgegeven.   Nu de reisorganisator er niet in is geslaagd om aan te tonen of aannemelijk te maken dat is voldaan aan de in artikel 5 lid 1 van de ANVR Reisvoorwaarden neergelegde informatieverplichting, is de reisorganisator aansprakelijk voor de schade die een gevolg is van het – deels – niet kunnen maken van de cruise wegens het ontbreken van een visum voor India. In dit verband wijst de commissie nog op artikel 5.2 van de ANVR Boekingsvoorwaarden, waarin -kort gezegd- is bepaald dat de verantwoordelijkheid voor de afwikkeling van klachten over de dienstverlening door de reisagent in het geval een pakketreis is geboekt berust bij de reisorganisator.   De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht gegrond is.   Met betrekking tot de door klager verlangde schadevergoeding oordeelt de commissie als volgt. In artikel 14 lid 2 van de ANVR Reisvoorwaarden is bepaald dat indien de reisorganisator jegens de reiziger aansprakelijk is voor derving van het reisgenot, de vergoeding ten hoogste éénmaal de reissom bedraagt. Gelet hierop kan van toewijzing van het door klager verlangde, te weten de totale reissom vermeerderd met de overige gemaakte kosten zoals vliegreis en hotelovernachtingen, geen sprake zijn. Een schadevergoeding van € 715, –, welk bedrag klager ook heeft genoemd in zijn email van 26 november 2009 aan het boekingskantoor, acht de commissie redelijk en billijk.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 715,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de reisorganisator bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 205,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 19 augustus 2010.