Commissie: Wonen
Categorie: (non)conformiteit / Schadevergoeding
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
130201/131391
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De aan de ondernemer voorgelegde klacht betreft een vloerkleed. De ondernemer is een monster van de grindvloer getoond en gezegd dat er vloerverwarming lag, waarna het is verkocht als zijnde geschikt voor vloerverwarming. Door de vloerverwarming heeft het vloerkleed echter blijvende schade aan onze vloer door verkleuring veroorzaakt. Volgens de consument heeft de ondernemer het vloerkleed verkocht als geschikt voor een grindvloer met vloerverwarming, maar is het daarvoor door weekmakers ongeschikt en had de ondernemer een ondertapijt moeten adviseren. De consument verwijt de ondernemer een schending van de informatieverplichting. De tekortkoming verplicht de ondernemer tot vergoeding van de schade die de consument daardoor lijdt. De klacht is gegrond.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit de op 8 februari 2019 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst.
Daarbij heeft de ondernemer een vloerkleed aan de consument verkocht tegen een te betalen
koopprijs van (9000/9654 maal € 1.319,– is) € 1.229,65.
Standpunt van de consument
Het ter zitting toegelichte standpunt van de consument luidt in hoofdlijn als volgt.
De aan de ondernemer voorgelegde klacht betreft een vloerkleed van zo’n 2 x 3 m. De (verkoopster
van de) ondernemer is een monster van de grindvloer getoond en gezegd dat er vloerverwarming lag,
waarna het is verkocht als zijnde geschikt voor vloerverwarming. Er zaten 17 dagen tussen de
oplevering van de vloer en de aanschaf van het vloerkleed. Door de vloerverwarming heeft het
vloerkleed echter blijvende schade aan onze vloer door verkleuring veroorzaakt. Dat bleek pas toen de
consument meubels ging verschuiven. De verkleuring zou zijn voorkomen als een ondertapijt was
geadviseerd. Daarover is de consument niet vooraf geïnformeerd, hoewel de ondernemer tevoren
bekend was met het type vloer (grindvloer) en de aanwezige vloerverwarming.
De consument zal de beschadigde vloer laten liggen, maar een expert geeft aan dat de vloer
onherstelbaar beschadigd is en dat de grindvloer in de gehele woning vervangen zou moeten worden
omdat de vloer uit één stuk is vervaardigd. De vloer is zo’n € 9.000,– waard en met bijkomende
kosten (opslag meubels, verwijderen oude vloer, tijdelijk onderkomen egaliseren etc.) beloopt de
schade totaal ruim € 18.000,–.
De consument verlangt een schadevergoeding.
Standpunt van de ondernemer
Het ter zitting toegelichte standpunt van de ondernemer luidt in hoofdlijn als volgt.
Het deskundigenbezoek leidt tot vragen. Zo was de verkleuring tijdens het bezoek nauwelijks vast te
leggen. Ook is nauwelijks aandacht besteed aan de (ondergrond en de afwerking van de) grindvloer
zelf, terwijl aannemelijk is dat deze bij de consument nog niet voldoende uitgehard was toen deze
werd bedekt met het vloerkleed en daardoor gevoelig is voor invloeden van buitenaf.
Het deskundigenrapport en de uiteindelijke conclusie is volledig gebaseerd op de aanbeveling van de
vloerkleedleverancier dat er altijd een “ondervloer” bij een vloerkleed geadviseerd moet worden (met
name in combinatie met vloerverwarming), welke aanbeveling verbazing wekt. De bedoelde
ondervloer is bovendien hooguit een dun (antislip)laagje die onder het vloerkleed wordt gelegd om te
voorkomen dat het vloerkleed gaat verschuiven.
Als de deskundige gelijk zou hebben, dan zou de ondernemer met haar jarenlange ervaring de door
de deskundige bedoelde effecten bij de verkoop vermelden. Dat dit zou moeten, zou ook voor de
collega’s in de branche nieuw zijn. Tot op heden verkopen wij vloerkleden zonder antislip
ondervloeren omdat dit door onze leveranciers niet wordt aanbevolen om eventuele verkleuring tegen
te gaan, maar deze casus en de uiteindelijke uitspraak kunnen enorme gevolgen hebben voor
vloerkleden leveranciers. Daarom is het spijtig dat de deskundige niet alle mogelijke oorzaken heeft
bezien.
Niet alleen gaat de deskundige voorbij aan mogelijke andere oorzaken, maar ook de totstandkoming
van het schadebedrag wekt vragen op. Volgens de consument zou de ontstane schade eerder
geraamd zijn op ca. € 9.000,– maar tijdens het deskundigenbezoek gaf de consument dat het met
bijkomende kosten zou kunnen oplopen tot ruim € 18.000,–.
Deskundigenrapport
De deskundige heeft in het rapport in hoofdlijn het volgende vastgesteld.
Vaktechnisch oordeel: Er is door de ondernemer een vloerkleed (karpet) verkocht aan consument, dat
geschikt is voor vloerverwarming. Het gebrek is, dat onder het vloerkleed (karpet) op de grindvloer
gele vlekken vertoont die niet door schoonmaken en boenen te verwijderen zijn. Deskundige trof in de
woonkamer het karpet aan en door gedeeltelijk oprollen constateert deskundige zichtbare gele
vlekken op de grindvloer. De grindvloer is epoxy geseald (gevuld), dus niet open. Belangrijk en ook
duidelijk vereist is dat tussen vloerkleed en grindvloer een ondertapijt geplaatst behoort te zijn. Helaas
heeft dat niet bij het leveren van het vloerkleed plaatsgevonden. Door het ontbreken van het
ondertapijt ontstaat een chemische reactie tussen de backing (rug vloerkleed) en de epoxy laag van
de grindvloer. Deze reactie heeft tot gevolg dat er een migratie ontstaat van beide stoffen die zich uit
in gele vlekken in de epoxy van de grindvloer, deze migratie vlekken zijn onherstelbaar.
De omvang van de klacht(en): Opvallend, ernstig.
Herstel of reparatie is technisch niet mogelijk: De gele vlekken zijn niet te verwijderen door wat voor
schoonmaakmiddel dan ook! Ja, een nieuwe grindvloer aanbrengen met alle kosten van dien!
Toelichting: Deskundige trof een prachtige grindvloer 109 m² gelijkvloers aan. Helaas en
begrijpelijk zitten onder het vloerkleed licht gele vlekken en deze vlekken zijn bij kunstlicht nauwelijks
te zien maar wel bij daglicht. Tijdens het bezoek van de deskundige was het een grijze dag en minder
daglicht.
Beoordeling van het geschil
De commissie overweegt als volgt.
Volgens de consument heeft de ondernemer het vloerkleed verkocht als geschikt voor een grindvloer
met vloerverwarming, maar is het daarvoor door weekmakers ongeschikt en had de ondernemer een
ondertapijt moeten adviseren. De consument verwijt de ondernemer een schending van de
informatieverplichting.
Op basis van de door de deskundige gerapporteerde professionele waarnemingen en bevindingen
staat voor de commissie vast dat onder het vloerkleed van 2 x 3 meter, zichtbare licht gele vlekken op
de grindvloer zijn ontstaan door een chemische reactie tussen de backing (rug vloerkleed) en de
epoxy laag van de grindvloer. Dat bevestigt in zoverre ook het vloerafwerkingsbedrijf Q. dat in
opdracht van de consument op 30 maart 2021 heeft beschreven dat hun: “(…) contactpersoon (…)
heeft tijdens inspectie (…) geconstateerd dat ter hoogte van de woonkamer een vergeling is
ontstaan onder het karpet. Het karpet wat weekmakers bevat heeft de zeer lichte
siergrindvloer vergeeld, helaas is deze vergeling niet te verwijderen middels het reinigen. (…)”
De deskundige rapporteert dat tussen vloerkleed en grindvloer een ondertapijt geplaatst hoort te zijn,
waaruit de commissie afleidt dat naar de mening van de deskundige door de ondernemer een
ondertapijt aan de consument had moet worden geadviseerd. De commissie ziet dit nadrukkelijk
bevestigd in de email van 18 maart 2021 waarin de fabrikant van het vloerkleed aan de (partner van
de) consument heeft geschreven dat zij: “(…) adviseert bij vloerverwarming te allen tijde om gebruik
te maken van een
(…) antislip. U moet altijd aangeven bij de zaak waar u uw karpet wilt kopen, welke vloer u
heeft en dat er vloerverwarming aanwezig is. Deze antislip zorgt ervoor dat er geen direct
contact is tussen de backing (rug) van het karpet en de vloer daar de warmte van de
ondervloer anders invloed kan hebben op de aanwezige latex lijmlaag waarmee het
onderdoek aan het weefdoek wordt verlijmd. In de latex bevinden zich antioxidanten
(weekmakers). Dit kan in sommige gevallen een reactie geven met aanwezige componenten
in de vloer zelf waardoor er verkleuring kan ontstaan. (…)
Het aanbrengen van onze [antislip, commissie] voorkomt bovenstaande problemen daar er
geen reactie op de latex kan ontstaan het dus niet kan afgeven op uw vloer daar er een laag
tussen ligt en dus direct contact wordt voorkomen. (…)
Dit bericht, met uw aanvraag, zal ik eerlijkheidshalve ook doorzetten naar onze klant [de
ondernemer, commissie] daar wij altijd openheid van zaken geven. (…) Zij zijn tenslotte een
zeer gewaardeerde dealer waarbij de verkopers veel kennis hebben en deze zeer zeker zullen
meenemen tijdens de verkoop. Dus ook tijdens de verkoop van [het vloerkleed, commissie]
aan u. Echter….. kunnen zij alleen het juiste adviseren als ze ook de juiste info krijgen van de
klant. (…)”
Nu hier bovendien ook nog vaststaat dat aan de ondernemer vooraf een monster van de grindvloer is
getoond en is gezegd dat er vloerverwarming lag, oordeelt de commissie dat de ondernemer dan ook
tekortgeschoten is in zijn informatieverplichting door bij de verkoop niet een ondertapijt te adviseren.
Voor zover de ondernemer nader onderzoek naar de grindvloer wenst of meent dat die
informatieverplichting met name op de vloerlegger rust, kan dat hier onbesproken blijven. Dat kan
aan de aansprakelijkheid en schadeplichtigheid van de ondernemer tegenover de consument immers
niet afdoen. Dat kan er hooguit toe leiden dat de vloerlegger in verhouding tot de ondernemer
mogelijk moet bijdragen in de aan de consument uit te keren vergoeding, maar dit raakt de
consument verder niet. Dit geding beperkt zich tot de rechtsverhouding tussen de consument en de
ondernemer. De vloerlegger is hierin geen partij en enige rechtsrelatie van de vloerlegger tot (een
van) partijen ligt hier ook niet voor onderzoek en ter beoordeling aan de commissie voor.
De tekortkoming verplicht de ondernemer tot vergoeding van de schade die de consument daardoor
lijdt. De consument verlangt een vergoeding van schade die zou kunnen oplopen tot € 18.000,–. In
het licht van het uitgangspunt dat de consument in de toestand hoort te worden gebracht waarin hij
zonder de schadeveroorzakende gebeurtenis zou hebben verkeerd, neemt de commissie hier de door
vloerafwerkingsbedrijf Q. begrote herstelkosten van (afgerond) € 7.200,– tot uitgangspunt voor aan
de consument te vergoeden schade. Dat de consument ter zitting aangeeft dat hij herstel niet zal
laten uitvoeren, is zijn eigen keuze. Die keuze laat onverlet dat de consument dit nadeel in beginsel
lijdt, maar de commissie kan er niet aan voorbijzien dat de consument eventuele meerschade -voor
zover hij die al mocht lijden- verder niet (voldoende) onderbouwt en staaft.
De commissie zal bepalen dat de ondernemer aan de consument € 7.200,– moet betalen. Alles bij
elkaar oordeelt de commissie dat ter beëindiging van dit geschil ook redelijk en billijk.
De commissie concludeert dat de klacht gegrond is. Zoals haar Reglement voorschrijft, zal de
commissie bepalen dat de ondernemer (ook) het door de consument betaalde klachtengeld moet
vergoeden en behandelingskosten moet betalen. Wat partijen verder nog aanvoeren, bevat geen
(voldoende) concrete argumenten die de commissie anders kunnen doen oordelen. De commissie
beslist als volgt.
Beslissing
De commissie bepaalt dat de ondernemer aan de consument € 7.200,– moet betalen en wel binnen
een maand na de verzenddatum van dit advies. Als de ondernemer dit niet binnen die maand heeft
gedaan, moet de ondernemer ook de wettelijke rente daarover betalen vanaf een maand na de
verzenddatum van dit bindend advies tot de dag van volledige betaling.
De commissie bepaalt dat de ondernemer aan de consument ook € 127,50 voor betaald klachtengeld
moet vergoeden.
De commissie bepaalt dat de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd is.
De commissie wijst het meer of anders door de consument verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen, bestaande uit mr. M.G.W.M. Stienissen, voorzitter,
J.E. Lübbers en dr. H.W.M. Joosten (digitaal aanwezig), leden, op 26 januari 2022.