Vluchttijden op boekingsbevestiging zijn onder voorbehoud

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Reizen    Categorie: Vervoer    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 56492

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 1 september 2010 via een boekingskantoor met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis naar Kaapverdië voor vier personen, met verblijf in Clubhotel RIU Garopa op het eiland Sal, op basis van all inclusieve, voor de som van € 3.876,–. De vertrek- en terugkomsttijden staan ter discussie.   Standpunt van klager   Het standpunt van klager luidt samengevat en in hoofdzaak als volgt.   Bij het boeken van de reis was uitdrukkelijk het vertrek op 1 januari 2011 om 16.00 besproken. Dit vertrek is vervroegd naar 1 januari 2011 5.30 uur. Hierdoor heeft de oudejaarsviering geen doorgang kunnen vinden. Voorts werd door het eveneens vervroegen van de terugvlucht van 23.59 uur naar 13.30 uur, de negendaagse reis uiteindelijk een achtdaagse reis. In de Algemene Voorwaarden van de reisorganisator staat dat wanneer een vertrek- of aankomsttijd van 23.59 uur vermeld staat, dit een fictieve tijd kan zijn en dat in dat geval de werkelijke aankomst- of vertrektijd na dat tijdstip ligt.   Klager verlangt een vergoeding van totaal € 635,–.   Standpunt van de reisorganisator   Het standpunt van de reisorganisator luidt samengevat en in hoofdzaak als volgt.   Klager heeft een vliegreis per charter geboekt, waaraan bepaalde nadelen zijn verbonden. Eén van de nadelen is dat de tijden niet vooraf vaststaan en dat de vluchten gedurende de gehele dag kunnen worden gepland. Met klager is een vertrekdag overeengekomen, geen tijdstip. De heen- en terugvlucht hebben plaatsgevonden op de overeengekomen dagen. De reisorganisator beroept zich op de eigen Algemene Voorwaarden, waar in artikel 7.4 informatie wordt gegeven over vertrektijden, en de ANVR Reisvoorwaarden, waar in artikel 2.9 is vermeld dat de definitieve tijden worden vermeld op de reisbescheiden. Voorts is op de Reisspecificatie van het reisbureau vermeld: “Let op! Bovenstaande vertrektijden zijn altijd onder voorbehoud. De definitieve tijden staan vermeld op de reisbescheiden”.   De klacht over de wijziging van een negendaagse reis naar een achtdaagse reis is niet binnen een maand aan de reisorganisator kenbaar gemaakt. Voorts is bij boeking overeengekomen dat de heenvlucht zou plaatsvinden op 1 januari 2011 en de terugvlucht op 8 januari 2011. Aan deze overeenkomst is voldaan. De duur van het verblijf op de bestemming is niet veranderd. Bij het oorspronkelijke vluchtschema was sprake van een aankomst van de terugvlucht na middernacht. Het reisbureau heeft op de Reisspecificatie negen dagen bij de reisduur vermeld, zodat bij een eventueel af te sluiten reisverzekering geen problemen zouden ontstaan. De reisorganisator is van mening de reis te hebben aangeboden conform de reisovereenkomst en te hebben gehandeld conform de ANVR Reisvoorwaarden.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Op de reisorganisator rust de verplichting de reisovereenkomst uit te voeren overeenkomstig de verwachtingen die de reiziger op grond van deze overeenkomst redelijkerwijs mocht hebben (artikel 7:507 BW en artikel 12 van de ANVR Reisvoorwaarden). De inhoud van de overeenkomst tussen partijen wordt bepaald door hetgeen op het boekingsformulier is vastgelegd alsmede door de verwachtingen die in het door de reisorganisator gepubliceerde reisaanbod zijn gewekt. Van belang is derhalve wat klager mocht verwachten.   Hoewel klager stelt dat het tijdstip van vertrek voor hem van groot belang was en dit naar zijn zeggen bij het boeken van de reis nadrukkelijk is besproken, blijkt dit niet uit de reisovereenkomst zoals deze is vastgelegd op het boekingsformulier. Het boekingsformulier vermeldt weliswaar vluchttijden, maar ook dat deze vluchttijden onder voorbehoud zijn en dat de definitieve tijden vermeld staan op de reisbescheiden. Dit is conform hetgeen is vermeld in artikel 2.9 van de ANVR Reisvoorwaarden en in de Algemene Voorwaarden van de reisorganisator. Uit niets blijkt dat de reisorganisator bij het boeken van de reis vaststaande vluchttijden met klager is overeengekomen. Klager kan zich derhalve niet beroepen op de vluchttijden die op het boekingsformulier zijn vermeld omdat deze, gezien het vermelde voorbehoud, slechts als voorlopig mochten worden beschouwd.   De passage in artikel 7.4 in de Algemene Voorwaarden van de reisorganisator waar klager naar verwijst, luidt als volgt: “Om technische redenen komt het voor dat u een vertrek- of aankomsttijd van 23.59 uur op uw ticket vermeld ziet staan. Dit kan een fictieve tijd zijn. De werkelijke aankomst- of vertrektijd ligt in dat geval na dit tijdstip.” De commissie wijst erop dat deze passage betrekking heeft op de tijd die vermeld staat op het ticket. In het onderhavige geval gaat het om een voorlopige tijd vermeld op het boekingsformulier. Klager mag derhalve op grond van deze passage niet concluderen dat de terugvlucht op 9 januari 2011 zou vertrekken.   De klacht over de wijziging van een negendaagse reis naar een achtdaagse reis hangt direct samen met de klacht over de definitieve vluchttijden, maar vormt niet klagers belangrijkste bezwaar. Het belangrijkste bezwaar betrof immers het vervroegen van de heenvlucht. De klacht over het aantal reisdagen werd ook pas in tweede instantie, nadat de klacht over de gewijzigde vluchttijden door de reisorganisator was afgewezen, bij de reisorganisator ingediend. De commissie stelt vast dat het reisaanbod, zoals opgenomen in de prijsbijlage van de reisgids, een achtdaagse reis vermeldt. Het vertrek van de terugvlucht was voorzien op de achtste reisdag. In die zin is het altijd een achtdaagse reis met zeven overnachtingen geweest. Ook de verblijfsduur op de bestemming is door de gewijzigde vluchttijden nauwelijks veranderd ten opzichte van de voorlopige opgave. De commissie acht aannemelijk dat de vermelding van een reisduur van negen dagen op het boekingsformulier te maken heeft met de mogelijkheid dat de aankomsttijd van de terugvlucht na middernacht zou plaatsvinden en dat de vermelding van negen dagen slechts ten behoeve van een eventueel door klager af te sluiten verzekering is opgenomen. De commissie is van oordeel dat klager zich in dit geval redelijkheid niet op deze vermelding kan beroepen.   Gelet op het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door klager verlangde wordt afgewezen.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 150,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 14 juli 2011.