Commissie: Elektro
Categorie: Schadevergoeding
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
ELE04-0034
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een rechtsverhouding waarbij de ondernemer zich zou verplichten tot het repareren van een op 13 oktober 2001 voor omgerekend € 930,48 gekochte DVD-home-cinema-set. De reparatiekosten zijn geraamd op € 420,–. De consument heeft de klacht op 17 maart 2003 voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Het apparaat is met schade retour gekomen van de ondernemer. De aangetroffen vochtschade en de krassen zijn ontstaan nadat wij het apparaat ter reparatie hadden afgegeven. De consument verlangt, zoals toegelicht ter zitting, dat de ondernemer de schade kosteloos herstelt. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Omdat de consument lang heeft gewacht met het inschakelen van de commissie vanwege ons meningsverschil, is moeilijk te achterhalen wat er sinds juli 2003 met het apparaat is gebeurd. Destijds werd als oorzaak voor de klacht vochtschade door een externe oorzaak geconstateerd. Wij willen de medio 2003 aangegeven reparatie nog steeds uitvoeren, maar omdat sprake is van externe vochtschade dient de consument daarvoor de kosten van € 420,– te betalen. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld. Bij visueel onderzoek bleek op de mainprint op een oppervlakte van ca. 5 bij 5 cm. een stroperige, kleverige substantie aanwezig, die onder diverse componenten en connectoren zat. Na het apparaat te hebben aangesloten en getest, bleek het apparaat zich gewillig te laten bedienen en diverse functies waren goed. Alleen de CD/DVD-speler leek soms een eigen leven te leiden en luisterde niet naar instructies. Bij vochtschade is het vaak zo dat na geruime tijd verdamping plaatsvindt en een apparaat dan weer goed lijkt te functioneren, maar de werking blijft dan onbetrouwbaar. Van vochtschade aan de transformator is niet gebleken. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Blijkens de stukken heeft de consument een reparatieontvangstbewijs ondertekend waarop middels geprinte tekst was vermeld dat het apparaat zonder zichtbare beschadigingen ter reparatie bij de ondernemer was aangeboden. Op dat door de consument ondertekende reparatieontvangstbewijs is nadien door (personeel van) de ondernemer handgeschreven toegevoegd: "krassen". Laatstgenoemde slordige handelwijze kan er echter niet aan afdoen dat de ondertekening door de consument slechts betrekking heeft op de oorspronkelijke geprinte tekst en met name niet op de nadien zijdens de ondernemer toegevoegde handgeschreven tekst. Ter zitting is namens de ondernemer verklaard dat juist vanwege die slordige handelwijze al in juli 2003 aan de consument is aangegeven dat de bekraste kap kosteloos wordt vervangen door een nieuwe kap. Waar de bekraste kap blijkens de stellingen van partijen ter zitting inmiddels is vergoed, spitst het onderhavige geschil zich in het bijzonder toe op de in het apparaat aangetroffen vochtschade. Uit de stukken blijkt dat de fabrikant als eerste vloeistofschade had aangetroffen op de mainprint. In reactie op voortgaande correspondentie met de consument heeft de ondernemer zelf blijkens de stukken medio 2003 (sporen van) een transparante kleverige substantie aangetroffen op de onderkant van de kap bij de ventilatieroosters en op de mainprint. Ook de deskundige heeft middels zijn hierboven gerelateerde bevindingen de in het apparaat aanwezige vochtschade vastgesteld en beschreven. Op grond van de voorhanden zijnde stukken staat voor de commissie vast dat die vochtschade geen gevolg is van een gebrek of tekortkoming van het apparaat als zodanig, maar is toe te schrijven aan een externe oorzaak. Ook partijen gaan daar van uit en twisten over de vraag of die oorzaak aan de consument of aan de ondernemer is te wijten danwel valt toe te rekenen. De consument heeft ter zitting betoogd dat de ondernemer al aansprakelijk zou moeten worden gehouden vanwege een omkering van de bewijslast, omdat het apparaat al binnen relatief korte tijd na aankoop geen geluid meer gaf. Die stellingname wordt door de commissie niet gevolgd. Dat het apparaat geen geluid meer gaf is immers niet te herleiden tot een gebrek of tekortkoming van het apparaat zelf, maar is toe te schrijven aan een externe (vocht)oorzaak. De consument heeft gesteld dat die vochtschade is ontstaan nadat het apparaat ter reparatie aan de ondernemer was afgegeven, maar daarvoor bieden de stukken geen aanknopingspunten. Voorzover de consument daartoe heeft gewezen op de eerdergenoemde handelwijze van de ondernemer waarbij op het reeds ondertekende reparatieontvangstbewijs nadien een handgeschreven tekst over krassen werd toegevoegd, volgt daaruit geenszins dat de bewuste vochtschade aan de ondernemer is te wijten of aan de ondernemer valt toe te rekenen. Aannemelijk is bovendien dat bedoeld vocht al in het apparaat aanwezig was toen de consument het ter reparatie bij de ondernemer aanbood. Het apparaat werd immers ter reparatie aangeboden omdat er geen geluid meer uit de luidsprekers kwam en er een subwoofer-aansluiting-melding werd gegeven. Op grond van het voorgaande wordt de klacht ongegrond geoordeeld en als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro op 14 september 2004.