Commissie: Energie
Categorie: Fraude
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
62605
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft de hoogte van het verbruik en de vraag of door de ondernemer terzake voldoende onderzoek is ingesteld. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Bij het onderzoek naar aftappingen in mijn woning heeft de fraude-dienst van de ondernemer geen uitgebreid onderzoek verricht, maar alleen de meetinstallatie. Zij weigeren aanvullend onderzoek te doen. Dit onderzoek is ingesteld op verzoek van de politie te Nijmegen, omdat er sprake is van aftappingen. De reden hiervoor is dat ik vanaf 2011 wekelijks de gas- en elektriciteitsstanden bijhoudt en deze onverklaarbaar stegen. Daarna heb ik ook de waterstanden bijgehouden en kwam in de maand juni 2005 tot een verbruik van 10.000 liter. Nadat in deze periode drie stoppen sprongen (zonder dat er sprake was van kortsluiting) en ik de gasmeter had zien “lopen” zonder dat mijn Cv-installatie in gebruik was, heb ik contact gezocht met mijn buren op nr 216. Zij hebben hun woning in februari 2004 gekocht en deze grondig verbouwd, waarbij zij o.a. een waterleiding tussen de buitenmuur naar de bouwmuur tussen de woningen hebben verplaatst. Ik heb hun mijn probleem met mijn energievoorziening voorgelegd en gevraagd naar hun verbruik en of zij misschien op mijn installatie waren aangesloten. Dit ontkenden zij. Mijn buurman is overigens werkzaam bij de ondernemer. s ’Avonds gaf de elektriciteitsmeter verbruik aan en ook de watermeter. Ik heb contact opgenomen met de politie die voorstelde de fraudedienst van de ondernemer in te schakelen omdat zij over apparatuur beschikken om leidingen door de muur te volgen. Bij het onderzoek kwam de medewerker van de ondernemer al snel tot de conclusie dat het niet mogelijk was af te tappen. De tussenmuur heeft geen spouw maar is een volle steensmuur en mijn buitenkraan kon niet afgesloten worden. Omdat ik klachten bleef houden heb ik in 2009 om een uitgebreid/aanvullend onderzoek gevraagd. Dit weigert de ondernemer. Ik heb zelf de binneninstallatie laten onderzoeken en daarbij is ook niets gevonden. Alleen de ondernemer heeft apparatuur om de leidingen te volgen en aftappingen op te sporen. Ik vorder dat de ondernemer een aanvullend uitgebreid onderzoek instelt in mijn woning en daarbij in het bijzonder met speciale apparatuur eventuele aftappingen in de leidingen opspoort Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Naar aanleiding van de klacht hebben wij allereerst de verbruikgegevens van de consument onderzocht. Het verbruikoverzicht is gevoegd bij het verweerschrift en laat zien dat er vanaf 2004 sprake is van een normaal en relatief constant verbruik van elektriciteit en gas. Er heeft ook een onderzoek plaatsgevonden in de woning door een buitendienstmedewerker van de afdeling energiefraude. Deze zijn gespecialiseerd in het herkennen van energiefraude. Deze heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van enige aanwijzing waaruit de door de consument gestelde handelingen of onregelmatigheden konden worden afgeleid. Tijdens het onderzoek heeft de medewerker gekeken naar aansluiting in de woning en de meetinrichting. De reden dat de wij geen aanvullend onderzoek willen doen naar de installatie in de woning van de consument komt er in het kort op neer dat dit op grond van de Gaswet en Elektriciteitswet niet is toegestaan. Zij moet zich met klachten over de binneninstallatie wenden tot een installateur. Wij hebben de consument herhaaldelijk uitleg gegeven over ons standpunt. Wij hebben geen enkele reden om aan te nemen dat sprake is van fraude. Uiteraard is het mogelijk om, indien de consument dit wenst, de meter te laten ijken op kosten van ongelijk. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie stelt met de ondernemer vast dat het verbruiksoverzicht laat zien dat het gas- en elektriciteitsverbruik vanaf 2004 voor een huishouden als dat van de consument zeker niet abnormaal is en dat dat verbruiksoverzicht ook relatief constant is. Het onderzoek door de medewerker van de fraudedienst is, ook in dit licht bezien, afdoende en heeft onweersproken geen enkele indicatie opgeleverd dat sprake is van onrechtmatige handelingen, zoals aftappingen. Nog los van de vraag of dit mogelijk is en apparatuur beschikbaar is, hetgeen de ondernemer ter zitting betwiste, ziet de commissie geen aanleiding de ondernemer te verplichten een aanvullend onderzoek te doen naar de leidingen in de binneninstallatie. De binneninstallatie hoort niet tot de verantwoordelijkheid van de ondernemer. De consument zal zodanig onderzoek, indien zij dat wenst, door een installateur moeten laten verrichten. De commissie verklaart de klacht dan ook ongegrond. Beslissing De commissie verklaart de klacht ongegrond. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 14 maart 2012.