Voor de levering van warmte en water geldt een verjaringstermijn van 5 jaar

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Jaarafrekening    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 59492

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil heeft betrekking op de levering van warmte.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De correctienota is deels verjaard en tevens veel te hoog. Het gemiddelde verbruik is de helft van hetgeen in de nota is aangerekend; bovendien was de thermostaat defect. Dit is vastgesteld door een installatiebedrijf en vervolgens door de ondernemer zelf beaamd en vervangen.   De consument verlangt herberekening van de kosten over de afgelopen jaren, toekenning van verjaring van een deel van de vordering.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Klacht De klacht van de consument Heus betreft een correctienota van ons met notadatum 31 december 2010. Deze zou deels verjaard zijn en twee keer zo hoog zijn als het gemiddelde gebruik. Daarnaast zou de thermostaat defect geweest zijn. De consument vraagt herberekening van de verbruikskosten over de afgelopen jaren en buiten invordering stellen van het verjaarde deel van de vordering.   Achtergrond Wij hebben in 2007 aan de hand van een opgenomen meterstand een jaarnota opgemaakt. Op de jaarnota’s 2007/2008 en 2008/2009 hebben wij de standen geschat, omdat de consument hiervoor niet tijdig meterstanden heeft doorgegeven. Op 6 december 2010 heeft de meteropnemer standen opgenomen. Ter verificatie van de hoge meterstanden, hebben wij van de consument tevens een opgave van de meterstanden gevraagd en ontvangen. Daarna is er een correctienota verzonden. Op deze correctienota is een hoog warmteverbruik in rekening gebracht.   Thermostaat Naar aanleiding van deze nota is er een briefwisseling ontstaan, waarin melding gemaakt wordt van een defecte thermostaat. De thermostaat is onderdeel van de binneninstallatie en is de verantwoordelijkheid van de klant of diens verhuurder. Omdat echter ook werd aangegeven dat wij dit verholpen zouden hebben, zijn wij nagegaan of wij een bezoek ter plekke hebben afgelegd. Wij hebben echter zowel geen afspraak als geen werkbon kunnen traceren van onze storings- en onderhoudafdeling. Wij hebben het vermoeden dat ons installatiebedrijf [naam installatiebedrijf] de werkzaamheden heeft verzorgd. De consument zou deze werkzaamheden dan ook hebben moeten betalen. Dat laatste is tevens een indicatie dat het defect in de binneninstallatie heeft gezeten. Immers, als het in onze installatie had gezeten, zouden geen kosten verbonden zijn geweest aan de werkzaamheden. Op grond van de constateringen, kunnen wij niet anders dan er vanuit gaan dat het defect in de binneninstallatie heeft gezeten. Het daaruit voortvloeiende hoge warmteverbruik dient voor rekening van de consument te blijven.   Uitleesgegevens Naar aanleiding van de correspondentie heeft een monteur van ons de meetgegevens uit de meter laten uitlezen. Hieruit blijkt dat het warmteverbruik van de consument in de stookmaanden hoog is. Haar verbruikspatroon is over de jaren echter constant te noemen.   Correspondentie Wij hebben in onze correspondentie onder andere uiteengezet, dat wij het warmteverbruik van de consument niet kunnen verklaren, maar dat de analyse van de uitleesgegevens niet duidt op plotselinge toename van het warmteverbruik. Verder hebben wij onder andere aangegeven dat de thermostaat onderdeel uitmaakt van de binneninstallatie. In de brieven is ons standpunt en onze overwegingen daarbij duidelijk uiteengezet.   Verjaring Wij zijn van mening dat er geen sprake is van verjaring. De correctienota omvat een achterstallig warmteverbruik over de periode 28 november2007 tot 26 december 2009 en het warmteverbruik over de periode van 26 december 2009 tot 6 december 2010. Wij hebben dit echter niet over de feitelijke verbruiksperioden verdeeld, omdat dit ongunstiger uitkomst wegens een sterke tariefsdaling per 1 juli 2009. Feitelijk wordt er op de nota dus slechts over twee notajaren nagevorderd en over het actuele notajaar wordt het juiste warmteverbruik in rekening gebracht. Wij zijn dan ook van mening dat wij geen verbruik buiten invordering hoeven te stellen wegens verjaring, en dat wij de vordering in het voordeel van de consument hebben opgesteld, door deze niet her te verdelen.   Conclusie Wij zijn van mening dat wij gezien het bovenstaande een correcte nota hebben opgesteld en verzoeken de Geschillencommissie de klacht ongegrond te verklaren.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting onderschrijft de commissie in grote lijnen het standpunt van de ondernemer. De commissie ziet niet in op welke wijze vervanging van een thermostaat, welke tot de binneninstallatie behoort en waarvoor de ondernemer niet aansprakelijk is, invloed heeft gehad op het gemeten verbruik. Naar het oordeel van de commissie doet de consument ten onrechte beroep op verjaring, omdat voor de levering van warmte, net als voor de levering van water, nog steeds een verjaringstermijn van 5 jaar geldt. Naar het oordeel van de commissie bestaat dan ook geen aanleiding tot herberekening over te gaan. De klacht treft geen doel.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 15 november 2011.