Commissie: Openbaar Vervoer
Categorie: Klacht
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
50503
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft het door een bus voorbijrijden van een wachtende bij een bushalte. De consument heeft op 12 augustus 2010 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Op 29 juli 2010 heeft de buschauffeur van bus 22 in de richting van Duinzicht niet gestopt bij de halte “Dr Kuyperstraat“ toen de bus daar om ongeveer 21.02 uur kwam aanrijden en ik mijn hand opstak om aan te geven dat ik wilde instappen. Ik besloot daarop te lopen naar mijn bestemming. Later op de avond kwam ik op mijn weg terug dezelfde buschauffeur op lijn 22 in de richting CS tegen. Ik heb hem aangesproken op het feit dat hij mij bij genoemde halte voorbij was gereden. De buschauffeur reageerde onprofessioneel en werd agressief tegen mij, waarbij hij woorden gebruikte als volgt : ”get out of my bus en get out of this country”. De commissie verwijst verder kortheidshalve naar de brief van de consument aan de ondernemer d.d. 12 augustus 2010. De inhoud dient als hier herhaald te worden beschouwd. De consument verlangt excuses van de ondernemer, maatregelen tegen de chauffeur en tegemoetkoming en vergoeding van immateriële schade. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Uit economische overwegingen hebben wij een schikkingaanbod gedaan aan de consument in de vorm van verstrekking van een OV-chipkaart met een reiswaarde van € 10,–. Dat aanbod is niet aanvaard door de consument. Wat betreft de feiten verklaarde de chauffeur aan ons dat hij de consument niet heeft zien staan bij de betreffende halte. Bij de eindhalte heeft hij een auto opgemerkt, waarin een man en een vrouw zaten. Aldaar is de consument uit de auto gestapt en heeft de bus opgewacht. De consument heeft twee maal op hoge toon de chauffeur aangesproken op het voorbijrijden van de betreffende halte. Tot twee maal toe heeft de chauffeur zijn excuses gemaakt. Toen de consument daarna weer begon te klagen, is de chauffeur opgestaan en heeft hij gezegd dat het maar het beste was dat de consument de bus zou verlaten. In elk geval heeft de consument geen discriminerende uitingen gedaan of gezegd dat de consument naar het buitenland zou moeten vertrekken. Er is geen grond voor schadevergoeding. De commissie verwijst verder naar de brief van de ondernemer aan de commissie d.d. 21 februari 2011. De inhoud dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Gezien het feit dat de ondernemer – al of niet om economische redenen – de klacht heeft erkend bij brief aan de consument d.d. 24 augustus 2010, staat het vast dat de chauffeur de betreffende halte is voorbijgereden en dat hij de consument onheus heeft bejegend. Echter, schade heeft de consument naar het oordeel van de commissie niet geleden. Zij stelt te hebben gelopen naar haar bestemming. De chauffeur heeft verklaard dat hij aan het einde van de halte is opgewacht door haar. De commissie kan de waarheid hieromtrent niet achterhalen, maar dat is verder voor de schadebepaling irrelevant. Schade is er niet. Hoogstens grote ergernis bij de consument, welke niet in geld is uit te drukken. Excuses zijn gemaakt door de ondernemer in de brief van 24 augustus 2010. De commissie is niet bevoegd aan de ondernemer maatregelen tegen de chauffeur op te leggen. Naar het oordeel van de commissie was het aanbod van de ondernemer dan ook redelijk. Dat had de consument dienen te aanvaarden. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De commissie wijst het door de consument verlangde af. Aldus beslist door de Geschillencommissie Openbaar Vervoer op 28 april 2011.