Voormalige boerderij beschikte over krachtstroom; consument heeft nagelaten informatie in te winnen, voor eigen risico.

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Tariefbepalingen    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 75689

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de afrekening voor elektra op basis van de aansluitwaarde vanaf 2009 met betrekking tot [het adres consument].   De consument stelt dat de klacht op 19 november 2012 is ontstaan en hij heeft de klacht op dezelfde datum schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Bij de brief d.d. 2 juli 2010 met als onderwerp “creditnota compensatie capaciteitstarief” heeft de ondernemer aan de consument medegedeeld dat de consument over 2009 en 2010 een tegemoetkoming zou ontvangen vanwege de invoering van een capaciteitstarief per 1 januari 2009. De tegemoetkoming was gebaseerd op een standaard jaarverbruik van minder dan 10.000 kWh en een aansluitwaarde van 3 x 63 A.   Nadien heeft de consument ontdekt dat de netwerkkosten bij een aansluitwaarde van 3 x 25 A aanzienlijk lager zijn dan bij een aansluitwaarde van 3 x 63 A. Het verschil bedraagt minimaal € 1.000,– exclusief BTW per jaar.   De consument vraagt zich af waarom de ondernemer de consument hierop niet heeft geattendeerd bij de brief d.d. 2 juli 2010.   De consument verlangt compensatie voor de door hem teveel betaalde netwerkkosten over de periode vanaf 1 januari 2009 tot en met 1 december 2012.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Het aansluitadres betreft een voormalige boerderij, waarbij de boer een gemengd bedrijf exploiteerde. De boer is in 1990 met zijn bedrijf gestopt en is daar blijven wonen. De consument heeft de woonboerderij in 2007 van de boer gekocht en toen ingrijpend laten verbouwen. Daarbij is ook de elektrische aansluiting up to date gemaakt. Er zijn een aantal stoppen bij geplaatst. De boer beschikte ten behoeve van een beregeningsinstallatie over krachtstroom. De aansluiting met een aansluitwaarde van 3 x 63 A is toen zo gelaten.   De consument wist niet van de verandering in tariefstructuur per 1 januari 2009. De advertenties in dagbladen heeft hij niet gezien. Hij meent dat op de hem toegezonden nota’s geen duidelijke informatie daarover werd vermeld. Hij heeft vanaf 1981 alle brieven en nota’s van [zijn energieleverancier] bewaard.   De consument overwoog op een gegeven moment om zonnepanelen te plaatsen en toen werd hij er op geattendeerd dat het van belang was om de aansluitwaarde te checken.   De consument vindt dat de ondernemer zich te passief heeft opgesteld. De ondernemer had hem als klant moeten informeren dat het voor hem van belang was om na te gaan of een aansluitwaarde van 3 x 63 A wel noodzakelijk was, omdat door de veranderde regelgeving per 1 januari 2009 in dat geval jaarlijks een veel hoger bedrag in rekening wordt gebracht dan bij een lagere aansluitwaarde van 3 x 25 A.   Achteraf beschouwd vindt de consument dat hij zelf ook niet alert genoeg geweest is. Zeker na ontvangst van de brief d.d. 2 juli 2010 had hij meer informatie moeten inwinnen.   De consument kan toe met een aansluitwaarde van 3 x 25 A. Hij had de ondernemer verzocht om met ingang van 1 december 2012 de aansluitwaarde te verlagen. De consument heeft de beslissing genomen om de kosten van de omwisseling toch maar voor zijn rekening te nemen, omdat hij anders nog langer met een hogere aansluiting zou blijven zitten. Hij vindt dit eigenlijk niet redelijk. De aansluitwaarde werd uiteindelijk per 17 maart 2013 verlaagd naar 3 x 25 A.   De consument wist overigens niet dat hij kennelijk ook een contractuele relatie met de ondernemer heeft. Hij veronderstelde alleen een contractuele relatie met [de energieleverancier] te hebben.   Standpunt van de ondernemer   De consument betaalde voor 1 januari 2009 de netwerkkosten via het eenheidstarief per kWh elektriciteitsverbruik en per m3 gasverbruik. Per 1 januari 2009 is deze betalingsmethodiek door de overheid afgeschaft en is het Capaciteitstarief ingevoerd. Deze wijziging houdt in dat de consument betaalt voor de capaciteit die hij tot zijn beschikking heeft.   De informatieverstrekking over deze wetswijziging rust op de overheid. Desalniettemin is over deze aangekondigde wetswijziging destijds ook door de gezamenlijke energiebedrijven, meetbedrijven en regionale netbeheerders informatie verspreid. Daarnaast is op de website van o.a. het Ministerie van Economische Zaken en Netbeheer Nederland informatie beschikbaar geweest.   De consument had tot 17 maart 2013 een aansluitwaarde van 3 x 63 A. Hiervoor heeft de consument jaarlijks conform de geldende tarieven via zijn energieleverancier de netwerkkosten afgedragen. Of de aansluitwaarde conform het gewenste gebruik van de consument is, kan de ondernemer met 2,8 miljoen aansluitingen niet bepalen. Dit is de verantwoordelijkheid van de consument, welke zich indien nodig kan laten informeren door een erkend installateur.   De ondernemer is subsidiair van mening dat de consument geen recht heeft op compensatie over de periode na 2 juli 2010. Immers heeft de consument uit de brief van 2 juli 2010 kennis kunnen nemen van de gewijzigde regelgeving, maar daarop geen actie ondernomen.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De wijziging van het netwerktarief is ook door de ondernemer in paginagrote advertenties in landelijke en regionale dagbladen aangekondigd. Het is de gemachtigde niet bekend of informatie over de wijziging per 1 januari 2009 ook op de aan de consument toegezonden nota’s werden vermeld. De gemachtigde van de ondernemer is niet op de hoogte van de gebezigde tekst in de advertenties.   De consument had zeker naar aanleiding van de brief d.d. 2 juli 2010 actie moeten ondernemen.   Beoordeling van het geschil   De commissie overweegt allereerst het volgende.   De consument heeft ter zitting gesteld dat hij niet wist dat hij een contractuele relatie met de ondernemer had. Hij veronderstelde alleen met [de energieleverancier] een contractuele relatie te hebben.   De commissie merkt op dat de consument dit punt in het door hem ingevulde klachtenformulier, bij de commissie binnengekomen op 24 maart 2013, niet naar voren heeft gebracht, zodat dit punt feitelijk geen onderdeel uitmaakt van de klacht. Nu dit onderwerp echter de ontvankelijkheid raakt, overweegt de commissie ambtshalve het volgende. [De energieleverancier] was aanvankelijk energieleverancier en netbeheerder, het bedrijf is nadien gesplitst, waarna [de netbeheerder] ontstond, welke bedrijf ten slotte werd voortgezet door de ondernemer onder de huidige naam. De netwerkkosten worden namens de ondernemer door [de energieleverancier] bij de consument geïnd. Dit wordt op de nota’s duidelijk kenbaar gemaakt. Het is de commissie ambtshalve bekend dat alle klanten over het vorenstaande telkens zijn geïnformeerd. De consument heeft gesteld dat hij sinds 1982 afnemer van [de energieleverancier] is en dat hij alle correspondentie heeft bewaard, zodat hij dit kan nagaan. Slotsom is dat er een contractuele relatie tussen partijen bestaat.   De commissie overweegt verder het volgende.   Per 1 januari 2009 is bij een wijzigingsbesluit op grond van de Elektriciteitswet 1998 het zogenoemde capaciteitsafhankelijke transporttarief voor kleinverbruikers ingevoerd. De ondernemer is sedertdien gehouden om de transportkosten voor elektriciteit af te rekenen op basis van de capaciteit van de aansluiting – de doorlaatwaarde – en niet langer meer op basis van een tarief per afgenomen kWh.   Over deze wijziging is door de gezamenlijke energiebedrijven, meetbedrijven en regionale netbeheerders informatie verspreid. Daarnaast is op de website van o.a. het Ministerie van Economische Zaken en Netbeheer Nederland informatie beschikbaar geweest. Deze wettelijke wijziging is ook door de ondernemer zelf, eind december 2008, in paginagrote advertenties in landelijke en regionale dagbladen aangekondigd.   De consument is bij brief van 2 juli 2010 – welke zich in het dossier bevindt – rechtstreeks door de ondernemer er over geïnformeerd dat als gevolg van de invoering van het capaciteitstarief voor gevallen als de zijne (een grote capaciteit en een relatief laag verbruik) over de jaren 2009 en 2010 in een tegemoetkoming was voorzien. Deze tegemoetkoming heeft de consument vervolgens ook ontvangen.   De commissie is van oordeel dat de consument zich niet alert genoeg heeft opgesteld. Naar aanleiding van de publicaties in de dagbladen, maar zeker na ontvangst van de brief van 2 juli 2010 en de uitgekeerde tegemoetkoming had de consument zelf actie moeten ondernemen. Indien hij zich – zeker na ontvangst van die brief  – meteen in de situatie had verdiept, had hij met de wetenschap dat hij eigenaar was van een voormalige boerderij waar krachtstroom ten behoeve van een beregeningsinstallatie aanwezig was, eerder kunnen achterhalen dat het voor hem relevant was de doorlaatwaarde na te gaan. Het feit dat de consument dit heeft nagelaten dient voor zijn rekening en risico te komen.   De commissie is van oordeel dat in dit geval de zorgplicht van de ondernemer niet zover strekt dat van de ondernemer verwacht mag worden de consument te wijzen op zijn te hoge aansluitwaarde, nu niet slechts het verbruik daarvoor maatgevend is maar met name de piekbelasting. De commissie neemt daarbij in aanmerking dat er normaal gesproken geen rechtstreeks contact tussen de consument en de ondernemer als netbeheerder plaatsvindt. De energieleverancier int immers namens de ondernemer de netwerkkosten bij de consument. De facturatie van het capaciteitstarief en de communicatie over het tarief speelt zich af tussen de netbeheerder en de energieleverancier, waar de consument buiten staat.   Er is dan ook geen grond voor terugbetaling van de door de ondernemer vanaf 2009 in overeenstemming met de aansluitwaarde in rekening gebrachte kosten of voor een aanvullende compensatie.   De klacht van de consument is derhalve ongegrond.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, op 4 juli 2013.