
Commissie: Reizen
Categorie: Vervoer
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
67367
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 8 februari 2012 met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor 2 personen naar Hurghada in Egypte met verblijf in een hotel op basis van all inclusive, voor de periode van 21 maart 2012 t/m 28 maart 2012 voor de som van € 1.218,–. Klager heeft op 27 maart 2012 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator. Standpunt van klager Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt. Bij aankomst in Hurghada bleek dat onze bagage niet was gearriveerd. Op de luchthaven heb ik een formulier ingevuld en de bagage zou zo spoedig mogelijk worden nagestuurd, zo werd ons door een vertegenwoordiger van de reisorganisator verteld. Op de tweede vakantiedag was onze bagage nog niet gearriveerd en de plaatselijke vertegenwoordiger van de reisorganisator kon niet aangeven of en wanneer onze bagage zou arriveren. Die grote onzekerheid maakte het verblijf heel onprettig. Alle spullen die voor een verblijf noodzakelijk zijn zaten in de koffer. Bovendien moest ik voortdurend bezig blijven met zaken regelen, terwijl ik de reis juist had geboekt om alleen maar te genieten van de vrije tijd. Slechts een enkel kledingstuk kon ter plaatse worden aangeschaft, maar niet van de kwaliteit die we gewend zijn. Omdat op de vierde vakantiedag onze bagage nog steeds niet was aangekomen hebben we besloten eerder, namelijk op 25 maart, naar Nederland terug te keren. We hebben diverse kosten moeten maken, zoals telefoon-, kleding- en taxikosten. Ook is sprake geweest van gederfd vakantiegenot. Ter zitting heeft klager verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. We hebben ter plaatse weinig kleding gekocht, omdat ons steeds werd gezegd dat de bagage spoedig zou arriveren. We wilden de vakantie onder meer benutten om te kunnen sporten. Onze sportkleding en sportschoenen zaten in de bagage. Dergelijke zaken zijn ter plaatse niet gemakkelijk te vervangen. Ook om die reden hebben we veel ongemak ondervonden. Ik heb toen ik in Egypte was bij de reisverzekeraar geïnformeerd naar een vergoeding voor kleding en dergelijke, maar die bleek daartoe niet bereid. Klager stelt niet tevreden te zijn met het door de reisorganisator gedane aanbod d.d. 12 juni 2012, maar verlangt een hogere vergoeding, te weten € 1.220,50 (de gehele reissom). Standpunt van de reisorganisator Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt. In het geval van vermiste bagage heeft de reisorganisator de plicht deze bagage na te sturen op het moment dat deze alsnog op de plaats van bestemming aankomt en wel met de eerstvolgende transfer. Indien bagage vermist is, kan niet altijd worden aangegeven op welke termijn die bagage wordt nagezonden. Onze agent heeft dat ook aan klager gemeld. Indien bagage vertraagd raakt, kan in vrijwel alle gevallen op kosten van de reisverzekering het één en ander worden gekocht. Ook onvoorziene uitgaven, zoals telefoonkosten, worden door de reisverzekering gedekt. Indien de reisverzekering de schade niet dekt, kan deze bij de luchtvaartmaatschappij worden geclaimd. Klager wilde niet langer wachten op de bagage en hij is op eigen verzoek eerder naar Nederland teruggekeerd. Om klager ter wille te zijn hebben we kosteloos de omboeking verzorgd. We vinden de door ons aangeboden vergoeding van € 250,– voor het ondervonden ongemak redelijk en billijk. Daarnaast hebben we klager aangeboden het klachtgeld van € 100,– te vergoeden. We zien geen aanleiding voor een hogere vergoeding. De reisorganisator heeft d.d. 12 juni 2012 een vergoeding aangeboden van in totaal € 350,–. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Niet in geschil is dat de reisorganisator aansprakelijk is voor de schade (onder meer het derven van reisgenot) als gevolg van het feit dat de door de reisorganisator ingeschakelde hulppersoon (de vervoerder) niet heeft voldaan aan zijn verplichting (tijdig) de bagage te vervoeren en te leveren aan klager. De commissie is van oordeel dat het besluit van klager om eerder terug te keren naar Nederland niet in een redelijke verhouding staat tot het ongemak dat gepaard gaat met het niet kunnen beschikken over de eigen bagage. Er bestaat daarom geen aanleiding voor een vergoeding van de niet genoten vakantiedagen en de overige kosten, die verband houden met de vervroegde terugkeer. Voorts heeft klager, die beschikt over een doorlopende reisverzekering, ter zitting niet aannemelijk gemaakt dat hij van de reisverzekeraar geen vergoeding heeft kunnen krijgen voor het aanschaffen van kleding ter plaatse en voor de gemaakte telefoonkosten. Aan het door klager na de zitting overgelegde bericht van [de verzekeringsmaatschappij] gaat de commissie voorbij, nu dit te laat is overgelegd en de reisorganisator daarop niet heeft kunnen reageren. Voor zover het gaat om een vergoeding in verband met gederfd reisgenot acht de commissie een hogere vergoeding dan is aangeboden op z’n plaats. Onder meer heeft de commissie rekening gehouden met het feit dat klager dagen in onzekerheid heeft verkeerd over het al dan niet arriveren van de bagage. Verder heeft klager ter zitting naar voren gebracht dat hij de vakantie wilde benutten om te sporten en dat de benodigdheden daarvoor, bijvoorbeeld goed schoeisel, ter plaatse niet naar tevredenheid verkrijgbaar waren. Ook dat heeft in belangrijke mate afbreuk gedaan aan het vakantiegenot. De commissie stelt de vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op het hierna te noemen bedrag. De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 400,–, de reeds aangeboden vergoeding daarin begrepen. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de reisorganisator bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 100,– aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 500,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 20 juli 2012