Commissie: Wonen
Categorie: Kosten
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
WON-07-0604
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil vloeit voort uit een op 4 februari 2007 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een zitcombinatie model Fact tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 6.014,–. De levering vond plaats op 11 mei 2007. Het geschil betreft de door de ondernemer gegeven prijsgarantie, inhoudende dat bij een elders aangetroffen lagere prijs de consument het prijsverschil dubbel retour ontvangt. De consument heeft op 12 februari 2007 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument heeft een beroep gedaan op de prijsgarantie van de ondernemer, inhoudende dat als een consument elders het gekochte meubel tegen een lagere prijs aantreft de ondernemer het prijsverschil dubbel retour betaalt. De consument heeft de gekochte zitcombinatie bij een firma in Düsseldorf (Duitsland) tegen een aanzienlijk lagere prijs aangetroffen, te weten € 4.330,–, waar dan nog € 290,– aan transportkosten bijkomt. Het prijsverschil bedraagt derhalve € 1.394,– De ondernemer weigert de prijsgarantie gestand te doen. Aan de consument is reeds een bedrag ad € 1.595,– terugbetaald. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De condities van de Duitse leverancier en de ondernemer zijn identiek, nu beiden beperkingen hebben aangegeven bij het gratis thuis afleveren. De ondernemer doet er dan ook ten onrechte een beroep op dat sprake is van afwijkende voorwaarden. Bovendien is het redelijk om de prijzen inclusief vervoer met elkaar te vergelijken. Dat de Duitse leverancier dat dan afzonderlijk specificeert doet niet terzake. Het gaat om de uiteindelijk door een consument te betalen prijs. De consument verlangt nabetaling van het nog openstaande verschil ad € 1.193,–. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De consument erkent dat de consument elders een zelfde meubel voordeliger heeft aangetroffen. Een beroep op de prijsgarantie gaat echter niet op omdat de andere firma een prijs exclusief transportkosten rekent, terwijl de ondernemer zelf geen transportkosten in rekening brengt. Desalniettemin heeft de ondernemer een aanzienlijk bedrag terugbetaald, € 1.595,–. De ondernemer is echter niet verplicht en ook niet bereid om het restant te betalen. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Voor de gratis aflevering door de ondernemer bij consumenten thuis gelden wel enige beperkingen, het moet in Nederland, België of in de Duitse grensstreek zijn. Maar dat doet niet terzake, omdat voor wat betreft dit meubel af te leveren bij deze consument verschillende condities gelden. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De door de ondernemer afgegeven laagste prijsgarantie geldt, zoals uitdrukkelijk in de voorwaarden is bepaald, uitsluitend als sprake is van identieke voorwaarden. De commissie is van oordeel dat daarbij dan gekeken moet worden naar de specifieke omstandigheden van de levering aan deze consument. Het is niet van belang of de voorwaarden waaronder de ene ondernemer aflevert in zijn algemeenheid te vergelijken zijn met de voorwaarden waaronder de andere ondernemer aflevert. Dat een andere leverancier in een andere context geen transportkosten rekent en dat de ondernemer in een andere situatie juist weer wel transportkosten rekent is dan ook niet van belang. In de te beoordelen situatie brengt de ondernemer geen transportkosten in rekening, de leverancier wiens prijs vergeleken wordt wel. Daarmee staat naar het oordeel van de commissie vast dat geen sprake is van een levering onder identieke condities zoals omschreven in de voorwaarden van de laagste prijsgarantie. Het kan de ondernemer niet kwalijk genomen worden dat aan een dergelijke vergaande prijsgarantie zeer strikte voorwaarden verbonden zijn en dat die strikt worden gehanteerd. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen, op 15 augustus 2007.